IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

De kerkvader Augustinus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerkvader Augustinus

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat Luther en Calvijn grote genade-predikers zijn geweest, hoef ik hier niet te benadrukken. Het zou niet ongegrond zijn om de Hervorming een réveil van de Augustijnse geest te noemen. Er is geen kerkvader, die Luther vaker en met meer instemming aanhaalt dan de bisschop van Hippo. En ieder die in het bezit is van een uitgave van Calvijn's Institutie met achterin een register van aangehaalde bijbelteksten en kerkelijke auteurs, zal met verbazing constateren hoe veelvuldig hij Augustinus noemt, méér dan driehonderd keer!

Wat ons hier echter interesseert, is wat er in de Rooms-Katholieke Kerk met Augustinus is gebeurd. Was er, nadat op het Concilie van Trente een vervloeking was uitgesproken over de genade-prediking van Luther en Calvijn (anathema sit!), nog ruimte voor deze oudchristelijke advocaat van de souvereine genade? Of heeft zij met hem gehandeld gelijk Israël vaak met zijn profeten gehandeld heeft, namelijk de graven opbouwen en de graftekenen versieren, maar ondertussen leven en handelen als zij die eertijds de profeten doodden (Mattheús 23:29v.)?

Uitermate boeiend is het na te gaan, wat het lot is geweest van de Afrikaanse kerkvader in de Kerk van Rome. Boeiend, maar ook triest! In feit komt het hierop neer, dat elke keer als ergens de geest van Augustinus vaardig werd over iemand, de clerus en de curie in paniek raakten en het van de daken begonnen te roepen: ketterij! Met andere woorden: de naam van de kerkvader bleef in ere. Als persoon werd hij zelfs gekanoniseerd als heilige. Maar zijn stem als genadeprediker mocht binnen de kerkmuren niet meer klinken. Augustinus was getemd, geketend, gekooid. Zijn geest, waar en wanneer die ook ooit vanuit zijn geschriften weer oplaaide, werd door de toegesnelde inquisitie gedoofd en onderdrukt. En daarmee is de Rooms-Katholieke Kerk in haar geschiedenis sinds de Hervorming gekarakteriseerd. Nadat zij te Trente het anathema, de vloek, over de genade-prediking van de reformatoren heeft uitgesproken, is Augustinus voor haar niet meer dan een lege huls, een dood ornament. Het kan ook niet anders, want zou zij de stem van Augustinus toelaten, dan zou zij daarmee tegelijk de stemmen van Luther en Calvijn hebben moeten binnenlaten. En daarmee zou zij zelf het bewijs leveren op het Concilie van Trente gefaald te hebben. En zoals zij het sinds eeuwen een ieder voorhoudt: paus en concilie kunnen niet falen. Augustinus blijft dus getemd, geketend, gekooid in de Rooms-Katholieke Kerk.

Het meest schrijnende voorbeeld van Augustinus-onderdrukking in de geschiedenis van de Rooms-Katholieke Kerk is het drama van de ondergang van het klooster Port-Royal in Frankrijk. Er zijn daarover schitterende boeken geschreven, waarvan de meest gezaghebbende zijn het zesdelige werk: Port-Royal van Sainte-Beuve en: Histoire générale du mouvement Janséniste van A. Gazier.

Wat zich daar in de onmiddellijke omgeving van Parijs ten tijde van Lodewijk XIV heeft afgespeeld, is in feite een oorlog geweest van de machtige en zeer invloedrijke orde der Jezuïeten tegen de geestelijke nazaten van Augustinus. Alles en iedereen hebben zij weten te mobiliseren om elk spoor van de Augustijnse geest uit de Kerk uit te roeien. Geen middel hebben zij onbenut gelaten om hun doel te bereiken. Zij hebben niet gerust totdat aan hun begeerte: "Breekt af, breekt af, tot op haar fundamenten!" (Psalm 137:7) was voldaan. Geen steen hebben zij op de andere gelaten, geen graf ongeschonden, geen zerk ongebroken. Vanwaar die vijandschap, die haat? Het is niets anders dan de oude controverse, die telkenmale een uitslaande brand verooraakt binnen de christenheid. De mens die zichzelf, koste wat koste, wil handhaven tegenover de souvereine genade. Sprak Luther niet van "gif dat diep steekt in Adam en zijn kinderen en dat hun door de oude draak is ingespoten"?

Hoe is het binnen de muren van Port-Royal tot een réveil van de Augustijnse geest kunnen komen? De oorsprong ervan lag niet in Frankrijk, maar in Vlaanderen aan de universiteit van Leuven. Na het Concilie van Trente, waar de Roomse Kerk de vloek had uitgesproken over de leer van Luther, over zijn prediking van de vrijmachtige genade en van de toeëigening ervan door het geloof alléén, zoals voorheen ook Augustinus geleerd en gepredikt had, was begrijpelijkerwijs voor tal van Rooms-Katholieken de kerkvader van Hippo min of meer een problematische figuur geworden. Door het optreden van de Hervormer, die nota bene stamde uit de orde der Augustijnen en zich ter staving van zijn leer meermalen op Augustinus zelf beriep, was het gezag van de kerkvader ernstig aangetast. Het waren vooral de Jezuïeten, die na Trente minachtend over hem spraken als iemand, die zijn taal niet voldoende beheerste; iemand, die een onevenwichtig mens was, geneigd tot extreme uitspraken, en wankelend tussen eb en vloed; iemand, wiens invloed uiteindelijk meer schadelijk dan gunstig voor de Kerk was geweest. Het gevolg was, dat ernstige geesten zich intensiever dan ooit tevoren met de werken van Augustinus gingen bezighouden om naarstig te onderzoeken wat nu eigenlijk de kerkvader geleerd en gepredikt had. Eén van hen was de Leuvener hoogleraar Cornelius Jansen, naderhand bisschop van Ieperen.

Meer dan 20 jaar heeft deze stille geleerde met noeste vlijt alle geschriften van Augustinus doorgewerkt en daarna de slotsom van zijn arbeid neergelegd in een dikke foliant, die als titel droeg: Augustinus (1640). Hij stelde daarin vast, dat de kerkvader de onweerstandelijkheid van de genade leerde en dat de mens zonder de genade tot geen goed instaat is. Slechts het genadig goddelijk ingrijpen verlost de mens uit de verstriktheid in de vleselijke begeerten.

Dat hij met dit boek een brandende toorts in de Rooms-Katholieke Kerk had geworpen, besefte de hoogleraar niet. Hij heeft er ook niet van geweten, want eerst na zijn dood brak de brand uit. Dat gebeurde toen binnen de abdij PortRoyal bij Parijs het boek gelezen werd en met dankbaarheid en instemming begroet. Op eenmaal was door deze studie de geest van Augustinus vaardig geworden over allen die de abdij bewoonden, maar daarnaast ook over allen die nauwe betrekkingen met de abdij onderhielden en aangeduid werden als vrienden van Port-Royal. Daaronder bevonden zich lieden uit de hofkring, kunstenaars en geleerden. Wij noemen slechts Pascal, Corneille en Racine. Het gevolg ervan was, dat Jansen's boek over Augustinus een onderwerp van gesprek werd in heel Parijs.

Voor de Jezuïeten, die niet anders dan minachtend over de kerkvader spraken en driest durfden beweren, dat in wezen op het Concilie van Trente niet slechts het Lutheranisme en Calvinisme waren veroordeeld, maar ook de genadeleer van Augustinus; zó zelfs dat zij durfden zeggen dat hun geleerde ordensgenoot Molina de fatale eenzijdigheden van de kerkvader ten aanzien van de vrije wil had rechtgezet, - voor hen was dit Augustinus-réveil een doorn in het oog. Zo maakten zij het ieder die het maar horen wilde, wijs dat het boek van Jansen een uitermate gevaarlijk ketters boek was. dat mèt de geschriften van I.uther en Calvijn onder het anathema, de vloek, van het Trentse Concilie lag. En daarmee dus natuurlijk ook de hele kring van Port-Royal. Voortaan was in Frankrijk en daarbuiten het Jansenisme een even gevaarlijke ketterij als het Lutheranisme en het Calvinisme. Niet alleen de Franse koning Lodewijk XIV, maar ook de paus en de curie in Rome wisten zij daarvan te overtuigen. Met alle gevolgen van dien! Het prille en zo belofterijke Augustinus-réveil werd te vuur en te zwaard vervolgd. Van de abdij Port-Royal bleef niets over dan een ruïne, die tot op vandaag een pelgrimsoord is van die Franse Katholieken, die met Pascal ten aanzien van dit gruwelijke onrecht uitriepen: "Ad tuum, Domine Jesu, tribunal appello; op uw rechterstoel, Heere Jezus, beroep ik mij" (Pensées, fr. 920).

Zó is het Augustinus vergaan op zijn weg door de Kerk. In een klein boekske over Port-Royal wordt het op de laatste bladzijden zó verwoord: "Port-Royal is niet meer. Waar vond men ooit oprechter vroomheid verenigd met uitnemender kennis; meer heiligheid van leven met de grootste gaven des geestes en de zeldzaamste hoedanigheden des harten? Uit het diepste der vallei, waarin de abdij gelegen was, heeft een tijdlang een stem geklonken, gelijkend op die, welke eertijds Augustinus aanspoorde om het geloof te omhelzen; het geloof, dat beleden is door tal van bloedgetuigen, door lieden van elk ras en elke natie, mannen en vrouwen, kinderen ook en ouden van dagen. Hoe, zei die stem tot Augustinus, zoudt ook gij heden niet doen wat deze allen gedaan hebben: hun hart geven aan Hem die uw Heer, uw Heiland, uw Verlosser is? Zulk een schouwspel bood eertijds Port-Royal. Maar Port-Royal is niet meer. Evenwel, ofschoon Port-Royal is vergaan, - de herinnering eraan is levend gebleven. Zo gaan nu nog jaarlijks vele belangstellenden uit alle oorden als in bedevaart derwaarts en menen, die puinhopen betredend, een heilige grond te betreden en nog vonken te voelen van de vlam van geloof, die daar eertijds brandde…".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

De kerkvader Augustinus

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's