“In Brabant kwam ik met het rooms-katholicisme in aanraking”
INTERVIEW
Maar liefst zeventien jaar heeft ds. C. van de Worp in het bestuur van IRS gezeten, waarvan een aantal jaren als voorzitter. Eind 2013 nam hij afscheid. Terugkijkend zegt hij: “Ik heb er de goede zorg van God in gezien dat er altijd middelen waren om plannen uit te kunnen voeren.”
De verhuizing van IRS vanuit De Wartburg in Velp, de villa waar voorheen (ex-)priesters werden opgevangen, naar een nieuwe locatie in Bennekom. En ten slotte de verhuizing vanuit Bennekom naar Apeldoorn. De verandering van een wereldwijde focus naar een focus op Europa. De beginperiode van de gemeente in Tongeren (België). Ds. Van de Worp heeft in al die zeventien jaar als bestuurslid veel meegemaakt bij IRS. In de hervormde pastorie in Wezep blikt hij terug.
Hoe bent u bij IRS terechtgekomen?
“IRS kende ik wel van het IRS-magazine, maar verder niet. Ik had nooit echt over IRS nagedacht. Totdat collega ds. R.A. Grisnigt langskwam voor een praatje. Hij vroeg of ik hem als bestuurslid van IRS wilde opvolgen. Ik heb toen ja gezegd. Ik zag toen wel dat ik vijf jaar in het Brabantse Dussen- Hank heb gestaan, waar veel rooms-katholieken wonen. Toen kwam ik met het rooms-katholicisme in aanraking. Omdat het rooms-katholicisme in Dussen-Hank nog heel duidelijk aanwezig is, hadden we daar als gemeente veel mee te maken. Ongeveer 50 procent van de inwoners van Dussen is rooms-katholiek en 50 procent protestants. In Hank is meer dan 90 procent van de bevolking rooms-katholiek.”
“Tijdens mijn eerste jaar in Dussen- Hank zat er een stel op belijdeniscatechisatie waarvan de vrouw in de kraamzorg werkte. Zij kwam veel tegen in rooms-katholieke gezinnen en vroeg mij daar van alles over. Verder kwam ik op een gegeven moment in contact met de pastoor. Eens in de zoveel tijd spraken hij, de gereformeerde predikant en ik met elkaar af om samen een kopje koffi e te drinken. Het viel de pastoor op dat wij een stukje uit de Bijbel lezen als wij bij mensen op bezoek gaan. Dat deed hij nooit. Maar het sprak hem wel aan dat dat wij dat deden. Verder kwamen we in Dussen-Hank ook met carnaval in aanraking.”
Vond u het lastig om met het rooms-katholicisme om te gaan? Mensen verwachten toch dat u als predikant antwoorden kunt geven op allerlei vragen hierover.
“Ja, ik vond het heftig. Wij kenden er niets van. Ineens hadden we met een totaal andere leef- en werksituatie van doen. We kregen ook te maken met gemengde huwelijken. Ergens anders kom je dat maar af en toe tegen, maar hier gebeurde het vaker dat een protestant trouwde met een rooms-katholieke jongen of rooms-katholiek meisje. De vraag aan zo iemand is dan natuurlijk: Wat doe je er nog aan?
Op zondag had je in Dussen-Hank bijvoorbeeld een wielerronde. Hier in Wezep zul je dat niet tegenkomen. Van lieverlee ben ik mijzelf meer in het rooms-katholicisme gaan verdiepen, niet wetend dat ik ooit bij IRS terecht zou komen.”
Wat is het mooiste wat u bij IRS heeft meegemaakt?
“Ik heb het altijd heel waardevol gevonden dat IRS haar werk als interkerkelijke stichting kan doen. Als er problemen waren, had dit ook nooit met kerken te maken, maar veel meer met persoonlijke verhoudingen. Het is mooi dat IRS interkerkelijk kan zijn en op die manier met het rijke Evangelie naar de rooms-katholieke medemens kan gaan. Al blijven rooms-katholieken de doelgroep, toch zal dit in de toekomst wel meer gaan schuiven. IRS zal niet alleen rooms-katholieken, maar allerlei mensen benaderen. Neem het project in Den Bosch. Het is de insteek om rooms-katholieken te benaderen, maar tegelijkertijd komt IRS daar met allerlei mensen in aanraking. Het pure evangelisatiewerk zie je toenemen. Dat vind ik wel mooi. Ik heb er de goede zorg van God in gezien dat er altijd middelen waren om plannen uit te kunnen voeren, dat Hij het mogelijk maakte dat mensen bijvoorbeeld legaten kunnen geven. Wat dat betreft nam ik afscheid op een moment dat IRS fi nancieel in rustig vaarwater verkeert. Dat is ook bestuurlijk zo. Ik hoefde me niet druk te maken om kantoor en bestuurlijke problematiek.”
Met welke moeilijkheden kreeg u te maken bij IRS?
“Toen Jan van Dooijeweert directeur was van IRS hadden we veel internationale contacten, bijvoorbeeld in India en in Mexico. Van Dooijeweert was niet alleen directeur, maar ook evangelist. Hij ging daar bij tijden heen. Maar het werd steeds moeilijker om daar de vinger aan de pols te houden. We hebben toen besloten om ons vooral op Europa te richten. Bij bepaalde projecten ver weg wisten we niet precies wat daar gebeurde. We zochten bijvoorbeeld wel contact met iemand van de Gereformeerde Zendingsbond die daar zat, maar het bleef moeilijk om alles onder controle te houden.
En dan is er het project Tongeren, dat binnen IRS altijd een geheel eigen plaats heeft ingenomen. Toon Vanhuysse (voorganger van de gemeente in het Belgische Tongeren, red.) is een van de weinige ex-priesters die nog bij IRS zijn overgebleven. Toen er een gemeente kwam in Tongeren hebben wij er te weinig over nagedacht dat deze ooit bij een kerkgenootschap ondergebracht moest worden. Tongeren was van IRS en IRS was van Tongeren. Veel comités waren ook erg op Tongeren gericht en haalden veel geld op voor de kerkbouw. Want Tongeren kon dat niet zelf opbrengen. Als je zoiets opzet, maak je de gemeente heel duidelijk tot een project van IRS. Het heeft IRS een sterke verbondenheid met Tongeren gegeven, maar later hebben we ingezien dat het geen heel gemakkelijke constructie is. Want er moet wel een opvolger zijn voor Toon Vanhuysse. Toen hij een jaar of 50 was en nog volop zijn werk deed, was er ook minder druk om ons hierop te bezinnen.”
Tegenwoordig kijken veel protestanten vrij positief tegen het rooms-katholicisme aan. Is de Rooms-Katholieke Kerk veranderd volgens u?
“Dat er positievere gedachten over het rooms-katholicisme ontstaan, is begrijpelijk en laat zich verklaren doordat de vorige paus boeken heeft geschreven waarin behartigenswaardige dingen staan. We hebben recent gezien dat kardinaal Eijk heeft gezegd dat de vervloekingen van Trente nog onverkort van kracht zijn. Er zal wel een stroming binnen de Rooms-Katholieke Kerk zijn die zegt: Zo uitgesproken als Eijk het zegt, is het niet. Maar als we met de offi ciële kerk te maken hebben, gelden de uitspraken die door het concilie van Trente zijn gedaan nog steeds. In Nederland zijn we meer bezig met oecumene. In het hele kerkelijk leven zijn we veel meer bezig met wat ons bindt. Nu is het de vraag of je er goed aan doet om steeds het accent te leggen op wat ons scheidt. Maar als het gaat om het helder houden van waar we voor staan, moet je elkaar ook kunnen wijzen op dat wat niet klopt. Daarmee moet je mensen niet wegzetten. Het gaat om het wezenlijke: wie is Jezus voor jou? En wie is Maria voor jou? Als je ziet hoe de Mariaverering in Tongeren leeft... En als je ziet dat er in Polen een bedevaartsoord is met een ampul bloed van paus Johannes Paulus II, dan is het wel duidelijk dat het roomskatholicisme in andere landen totaal anders is dan in Nederland. In Polen speelt de Rooms-Katholieke Kerk een grote rol. Daar hebben wij geen notie van.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2014
In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2014
In de Rechte Straat | 16 Pagina's