IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

VERVLOEKTE AFGODERIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERVLOEKTE AFGODERIJ

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veel rooms-katholieken weten dat in de Heidelbergse Katechismus van de mis gezegd wordt, dat ze „in de grond niets anders is dan een vervloekte afgoderij". En ze vinden dat een heel harde taal.

Zelf heb ik het ook moeilijk gehad met die uitdrukking. Ik vroeg mij af: Waarom deze indringende veroordeling van de zonde van anderen? Gelden hiervoor dan niet de woorden van Christus: „Wie uwer zonder zonde is, werpe de eerste steen"? Bovendien leek mij die uitspraak in strijd met de geest van de Heidelbergse Katechismus, die altijd weer de lezers oproept to kennis van eigen zonde en bederf. Ik wist dat die vraag en dat antwoord over de r.-k. mis later waren ingevoegd. Het zou dus kunnen zijn dat een of andere fanaticus dat had weten door te drukken. Maar dat leek mij ook niet erg waarschijnlijk.

Een belangrijk gebeurtenis

Er ging mij echter een licht op, toen ik mij realiseerde dat die uitspraak zich oorspronkelijk niet heeft gericht tegen de leer van de transsubstantiatie, de leer dat er in de mis een echt wonder gebeurt en brood en wijn veranderd worden in het lichaam en bloed van Christus. Want die leer was reeds door het Concilie van Trente aangenomen op 11 oktober 1551, toen dat Concilie de volgende vervloeking uitsprak: „Indien iemand ontkent dat in het allerheiligste Sakrament van de Eucharistie niet werkelijk, waarlijk en wezenlijk het lichaam en bloed tesamen met de ziel en de godheid van Christus en dus de gehele Christus aanwezig is, die zij vervloekt". „Indien iemand beweert dat in het heilig Sakrament van de Eucharistie Christus, de eniggeboren Zoon van God, niet met goddelijke eer aangebeden moet worden, ook op uiterlijke manier, die zij vervloekt".

De Heidelbergse Katechismus werd echter pas in 1562, dus elf jaar later, opgesteld en in het begin van 1563 door de synode van Heidelberg goedgekeurd.

Waarom werd dan toch in de loop van 1563 die uitspraak over de mis als een vervloekte afgoderij in de Heidelbergse Katechismus ingelast? Dat lijkt mij alleen verklaarbaar, wanneer er intussen een belangrijke gebeurtenis heeft plaatsgehad. En dat is ook het geval.

Trente over het mis-offer

Op 17 sept. 1562 had het concilie van Trente zich bezig gehouden met de mis als offer en o.a. de volgende vervloeking uitgesproken: „Indien iemand beweert dat in de mis niet een waar en echt offer aan God wordt gebracht, die zij vervloekt". „Indien iemand beweert dat de mis geen verzoeningsoffer is, die zij vervloekt".

Het zal in die tijd wel maanden hebben geduurd, voordat die uitspraken van Trente gepubliceerd waren en bovendien de tekst daarvan ook in handen was van de protestantse theologen van Heidelberg. Het is daarom zo goed als zeker dat die inlassing van vraag en antwoord 80 over de mis gericht is tegen die verheffing van de mis als een echt verzoeningsoffer door het concilie van Trente.

Een tweede ontdekking

Ik deed nog een tweede ontdekking. De Heidelbergse Katechismus verstaat onder „afgoderij" iets anders dan de roomse katechismus .Volgens Rome is afgoderij het brengen van goddelijke eer aan een schepsel. Volgens de Heidelbergse Katechismus is afgoderij: „In de plaats van de enige ware God of naast Hem, iets anders verzinnen of hebben, waarop de mens zijn vertrouwen stelt".

En als de Heidelberger de mis een afgoderij noemt, dan bedoelt hij daar dus blijkbaar mee dat de mens in de mis zijn vertrouwen stelt in iets anders naast de enige ware God nl. in de macht van de priester die in de mis een waarachtig verzoeningsoffer zou kunnen brengen.

De Heidelberger veroordeelt in de mis dus niet in de eerste plaats het brengen van goddelijke eer aan iets wat volgens de protestantse overtuiging alleen maar schepsel is nl. brood en wijn, maar het feit dat in de leer van de mis als verzoeningsoffer de mens wordt aangespoord om zijn vertrouwen te stellen op iets anders naast God.

De Heidelbergse Katechismus hamert het er bij de lezers voortdurend in: Stel uw vertrouwen alleen op God en op het door God aanvaarde offer van Jezus Christus aan het kruis. Dat is uw enige troost in leven en in sterven.

Wij kunnen zodoende ook goed de felheid begrijpen, waarmee deze katechismus zich keert tegen de mis. De Heidelberger ziet daarin een aanslag op het hart van het Evangelie.

In de leer van de mis worden we opnieuw afhankelijk gemaakt van de gunst van mensen, van de priesters die voor ons het verzoeningsoffer van de mis brengen. Het is, volgens deze leer, niet voldoende dat wij ons met ons gelovige hart richten op dat offer dat eenmaal door Christus voor ons is gebracht. Nee, dat offer moet bovendien nog tegenwoordig worden gesteld door het offer van de mis, waartoe alleen de priesters de bevoegdheid zouden hebben.

Misschien heeft in deze zaak ook nog een rol gespeeld de uitdagende taal van het concilie van Trente, dat in 1562 eveneens uitsprak: „Indien iemand beweert dat de mis een godslastering betekent jegens het allerheiligste offer van Christus dat hij aan het kruis heeft volbracht of dat door de mis afbreuk wordt gedaan aan dat kruisoffer, die zij vervloekt". Het is mogelijk dat de synode van Heidelberg na zulk een uitdaging die duidelijk bedoeld was aan het adres van de protestanten, gemeend heeft niet langer te mogen zwijgen.

Milde taal

Als wij deze achtergronden voor ogen houden, dan kunnen we alleen maar verwonderd zijn over de gematigde taal van de Heidelbergse Katechismus.

Het concilie van Trente had de verkondigers van de leer van de reformatie vervloekt; de Heidelbergse Katechismus sprak alleen de vervloeking uit over de leer van de mis. Op de vervloeking van de protestanten door Trente heeft de synode van Heidelberg niet willen antwoorden met een vervloeking van de roomskatholieken. Het verwondert mij dan ook, eerlijk gezegd, dat oecumenische protestanten en rooms-katholieken wél ijveren voor afschaffing van die uitdrukking in de Heidelbergse Katechismus, maar nog nooit samen een petitie aan de paus hebben gericht om herroeping van de vervloekingen van Trente over degenen die de leer van de reformatie belijden.

Vervolgens heeft de Heidelbergse Katechismus zijn uitspraak getemperd door te zeggen dat de mis „in de grond" anders niet is dan een vervloekte afgoderij. In de scholastiek van die tijd betekende die uitdrukking: datgene wat achter iets zit, waaruit het voortkomt.

Uw enige troost

Tenslotte wil ik dan ook deze uiteenzetting beëindigen met de positieve verkondiging van vraag en antwoord 1 van de Heidelbergse Katechismus:

Wat is uw enige troost in leven en sterven? En dan luidt het antwoord:

Dat ik met lichaam en ziel, in leven en sterven, niet het eigendom ben van mijzelf, maar van mijn getrouwe Zaligmaker, Jezus Christus, die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald en mij uit alle heerschappij van de duivel verlost heeft en mij zo bewaart dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan. Die troost bestaat ook daarin dat alles mij tot mijn zaligheid dienen moet en het is daarom dat Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert en mij bereid en gewillig maakt om van harte voor Hem te leven.

IUSTITIA

Daar ik vanwege mijn verblijf in Engeland de drukproef van het juninummer niet zelf heb kunnen nakijken, is op p. 30 tot driemaal toe het woord iustitia foutief afgedrukt als iustitiva.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1971

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

VERVLOEKTE AFGODERIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1971

In de Rechte Straat | 32 Pagina's