Sprokkelingen

Weleerwaarde Heer,

In de lopende jaargang van uw tijdschrift komen enkele artikelen voor over het Pontificale Romanum. Zoudt u mij hiermee in verband ook kunnen mededelen, zo mogelijk middels uw blad, wanneer voor het laatst de afzetting van de priester naar de door u beschreven ritus heeft plaats gehad? Er komt n.l. in het zelfde P.R. een plechtigheid voor, de verzoening van de boetelingen, waarvan wel als vaststaand moet worden aangenomen, dat zij al eeuwen lang niet meer gehouden is.

Is dit misschien ook het geval met de afzetting? Ik vraag dit, omdat mij nog nooit een geval ter ore is gekomen, ofschoon ik meerdere priesters ken die protestant zijn geworden of een burgerlijk huwelijk hebben aangegaan.

Dat de tijden enigszins veranderd zijn zoals u schrijft en dat u deze praktijken middeleeuws noemt sluit m.i. niet de mogelijkheid uit, dat u wilt suggereren, dat deze plechtigheden nog meer dan eens plaats vinden of in het vrij rcente verleden hebben plaats gevonden.

Mocht uw antwoord luiden, dat u weinig of geen gevallen van deze aard bekend zijn, dan vraag ik mij toch wel af, of het juist is de katholieke kerk te laten beoordelen door plechtigheden, die al lang in onbruik zijn geraakt. Zo lijkt het mij onjuist een of andere protestantse kerk te beoordelen naar de vloekpsalmen die in haar gezangenboek voorkomen terwijl bekend is, dat deze nooit gezongen worden.

Hoogachtend,

w.g. J. Schoffelmeer CssR

te Paramaribo.

ONS ANTWOORD aan Pater Schoffelmeer :

Wij zijn steeds blij, wanneer ook r.k. priesters meedoen aan de gedachtenwisseling in ons blad. Ook al zijn wij zeer bewogen in onze diskussies, dat neemt toch niet weg, dat wij allereerst de waarheid willen dienen. Daar om zijn wij ook steeds bereid om rectificaties te plaatsen, wanneer wij ons vergist hebben.

Ik kan echter toch niet goed inzien, dat wij gesuggereerd zouden hebben, dat de praktijken van het Pontificale, met name van de plechtige afzetting van de priester en de bisschop, in het vrij recente verleden hebben plaats gevonden, als ik uitdrukkelijk schrijf over „middeleeuwse praktijken", over „de tijden die enigszins veranderd zijn", en dat „wij niet meer bang behoeven te zijn", dat zo iets nu nog gebeurt.

Op eenvoudige wijze gebeurt deze afzetting van de priester, die een burgerlijk huwelijk sluit, nog steeds en wel automatisch krachtens can. 2388, § 1. En als men de congregatie van het H. Officie gadeslaat, zoals die ook in de r.k. pers zijn bekritiseerd, b.v. in het geval van dr Terruwe, dan is het volkomen duidelijk, dat mannen als Ottaviani, het hoofd van het H. Officie, maar wat graag zulk een plechtige afzetting weer zouden invoeren, als de r.k. kerk weer de regeringen van de staten zo ver zou kunnen brengen.

Persoonlijk vind ik de intriges van de kleine minderheid op het concilie, die het heeft klaar gespeeld om haar zin door te drijven, heel wat erger en moreel veel meer af te keuren dan de plechtige afzetting van de priesters zoals die in het Pontificale Romanum beschreven wordt.

Wat betreft het zingen van vloekpsalmen in protestantse kerken, ik zie niet in, waarom die psalmen niet zouden mogen gezongen worden, mits ze maar in de juiste Bijbelse kontekst worden geplaatst. Ook deze vloekpsalmen behoren tot de Bijbel en zijn dus "Woord van God. We behoeven ons er dus niet voor te schamen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen