IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Zo was het VROEGER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo was het VROEGER

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op geen enkel gebied hebben zich zulke enorme verschuivingen bij Rome voorgedaan als op het gebied van de beschouwingen en de liturgische belevingen van de Eucharistie (= de r.k. aanduiding voor alles wat betrekking heeft op de mis en de deelname daaraan).

Om dat verschil goed te begrijpen, zal het goed zijn eerst eens terug te grijpen naar de beschouwingen over de mis in het verleden. En het lijkt me dan het beste om dan maar meteen te grijpen naar een eucharistisch hoogtepunt in het r.k. verleden van Nederland, n.l. het eucharistisch congres, dat in 1922 gehouden werd in Amsterdam. Ik citeer daarvoor uit: „Gedenkboek eerste eucharistisch congres in Nederland", uitg. „T Kasteel van Aemstel" te Amsterdam, 1922. Allereerst dan de openingsrede door pater Borromaeus de Greeve.

„Alles straalt roomse glorie uit"

„Daar zijn wij dan bijeen ter opening van het eerste Nederlandse eucharistisch congres. Welk een ogenblik! Welk een feit! Welk een doel. Wat schitteren de gloriën van ons Katholicisme uit over deze bijeenkomst."

Pater de Greeve verdeelt zijn inleiding over vier punten :

„Het gezelschap der bisschoppen

Het feit van het congres

De plaats waar wij samenkomen

Het doel van het congres

straalt roomse glorie uit (blz. 21-24).

Na deze inleiding (een heerlijke herinnering uit de tijd van het „rijke roomse leven" en van „de parade der mannenbroeders") gaat de spreker over tot de behandeling van het eigenlijke onderwerp van zijn rede en zegt o.a.: „ Wat een ontzaglijke weelde hebben wij, katholieken, in de aanbiddelijke Eucharistie. Dit Heilig Sacrament is ons alles.

„Het uitverkoren roomse volk"

1e. Dat is het wat katholiek maakt en afscheidt van al de anderen, dat is ons merkt eken van de uitverkiezing — daar is geen ander volk dat zijn God zo dicht bij zich heeft — dat is het onderpand, dat is de keur van het katholicisme, dat is het zegel van Jezus' liefde, gloeiend uit Zijn hand gelegd op het voorhoofd van Zijn Bruid. Dat is het goddelijke zegel aan de goddelijke bulle van haar adelstand en voorkeur". „Zonder dit sacrament is men hoogstens een gestolen Kerk gelijk, waar niets past, waar geen enkele lijn uitkomt; een zonnestelsel zonder zon; een etuitje zonder juweel, zonder dienst en zonder doel" (bl. 24).

„Hier woont de gehele Godheid"

Op zeer duidelijke wijze proklameert pater de Greeve de leer van de tegenwoordigheid van Christus ook op lichamelijke wijze, onder de uiterlijke gedaante van brood en wijn, als hij zegt:

„Al de stralen van het goddelijke Licht komen samen in het brandpunt der Kleine Witte Gedaante. Hier woont de gehele Godheid. Als uit het brandend braambos, waarvoor Mozes sidderend neerlag in aanbidding, klinkt hier het: „Ik ben, Die ik ben". Door de woorden van de consecratie wordt onmiddellijk tegenwoordig gesteld het lichaam van Christus" (bl. 24).

Interessant was ook de lezing van Dr. Gerard Brom over „Nederland en het .allerheiligste". Hij zei o.a.:

De protestantse kerken: een graf

„Bezoeken we ooit een van de oude kerken, die aan de protestanten zijn overgegaan, dan voelen we ons bij de eerste stap over de betreurde drempel verkillen. We herkennen in die lege, witte ruimte enkel een graf van 't heiligdom, terwijl we in het armoedigste huiskapelletje nog de wieg van onze tempels waarnemen. Bij die gedaanteverandering begrijpen we de rouw, die zoveel andersdenkenden tot op hun somber gezicht dragen; we horen in de eindeloze klaagzang van menige sekte de stem van Maria Magdalena, die bij het graf treurde, omdat ze haar Heer hadden weggenomen. Op onze altaarkleden daarentegen staat meermalen de blijde boodschap van Martha aan haar zuster geborduurd: „De meester is daar en roept u". Wat een overgang, om niet te zeggen: wat een ondergang daarginds" (bl. 103).

Begrip voor de term: „Vervloekte afgoderij"

„We begrijpen daarom hoe buitenstaanderser toe konden komen om het Misoffer voor „een vervloekte afgoderij" uit te maken. Het moet duivels zijn, als het niet goddelijk is, want natuurlijk is het blijkbaar niet. Tenslotte is het ons liever, dat iemand de Paus een antichrist noemt, dan dat hij Christus voor denkbeeldig verklaart. Zo'n haat betekent verblinde liefde; en de rampzalige waan dat de Moederkerk de Godmens in het licht zou staan, heeft rechtzinnige protestanten verontwaardigd tot een strijd op leven en dood gedreven" (bl. 105-106).

Het is uit deze citaten wel duidelijk, dat men toen op geen enkele wijze twijfelde aan de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus in de Hostie, zoals het concilie van Trente dat had uitgedrukt in de leer van de transsubstant tie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Zo was het VROEGER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's