
GEEST, ZIEL EN LICHAAM
Wat wordt dan bedoeld? Jezus leert dat duidelijk in Mt. 15 :19 nl. dat er een centrum is in de mens dat Hij het hart noemt; en dat centrum dirigeert alles: ons denken, ons willen, ons voelen, ons fantaseren, ons mediteren, ons begeren en ons doen. Uit dat hart komen al onze overleggingen voort. ...

GEMEENSCHAP DER GERINGEN MET WIE?
Wilt u weten of God bij en in u woont? Jes. 57:15 geeft een duidelijke aanwijzing hoe u daar zeker van kunt zijn.Maria heeft dat in haar lofzang prachtig verwoord: „Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten. Hij heeft machtigen van de troon afgetrokken en nederigen ...

HET PAARD EN DE EZEL
Het paard is lang symbool gebleven van de buitenlandse machten, die op hun eigen krachten bouwden. Toen David zevenhonderd paarden buit had gemaakt, gebruikte hij ze niet voor zijn eigen leger, maar liet ze de pezen doorsnijden (2 Sam. 8:4).Salomo heeft echter de paardenfokkerij opgevoerd. ...

DE GERINGEN IN HET N.T.
Jezus vangt Zijn prediking aldus aan: „De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u en gelooft het Evangelie" (Mk. 1 : 15).In deze enkele woorden beluisteren we dezelfde grondtonen als van ps. 130. Jezus vraagt ommekeer en heenkeer naar God, dus een diepgaande innerli ...

DE GERINGEN IN HET O.T.
Laat mij eerst omschrijven wat bedoeld is met de „geringen", om daarna weer te geven wat hun gemeenschap is met God en met elkaar. Wat zijn de geringen? Ze worden in het OT met verschillende benamingen aangeduid. Zo spreekt ps. 35 : 20 over „de stillen in het ...

UW KRACHT LIGT IN STILHEID EN VERTROUWEN
Wat is dan die gedachte, die beleving, die ik meen aan u te moeten voorleggen? In de volgende artikelen heb ik geprobeerd een bepaalde lijn van Gods bedoelingen vanuit het Oude en Nieuwe Testament naar voren te halen nl. dat de Heere een welbehagen heeft in de geringen, in de mensen die klein van ...

ZEND, HEERE, UW GEEST!
Ruim twee jaar geleden kreeg ik een gedachte aangereikt, die ik telkens in het gebed aan de Heere voorlegde. Soms dacht ik: Nee, deze gedachte is te ijl; je kunt ze niet aan anderen overdragen. Maar het liet mij toch ook niet los.Steeds weer vroeg ik de Heere: Wilt U dat ik die gedachte do ...