IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Cuba, een land van uitersten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Cuba, een land van uitersten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds dit jaar laat IRS het Spaanstalige evangelisatieblad En la Calle Recta (ECR) ook drukken op Cuba. Wat voor land is Cuba en hoe vrij kunnen christenen daar leven? IRS sprak erover met Jan Haeser van de Spaanse Evangelische Zending (SEZ). Hij verstuurt wekelijks theologische lectuur naar Cuba en bezoekt het land regelmatig.

Als het in één land moeilijk lijkt om zending te bedrijven, is het Cuba wel. Op het grootste eiland in de Caraïbische Zee maakt de Communistische Partij van Raúl Castro de dienst uit en is religie aan restricties gebonden. Veel buitenlandse, christelijke organisaties die zich in het verleden in het land wilden vestigen, kregen geen verblijfsvergunning of voelden zich zodanig door de regelgeving belemmerd dat ze hun werk uiteindelijk staakten. Toch lukte het de SEZ wel om iets op te bouwen in Cuba. “Door simpelweg vol te houden, met de hulp van God, hebben wij onze positie in Cuba verworven”, zegt Jan Haeser.

Religieus visum

Inmiddels weet Haeser precies wat wel en wat niet in Cuba is toegestaan. “Vreemdelingen mogen per jaar maximaal een halfjaar in Cuba verblijven”, weet hij. De SEZ werkt dan ook voornamelijk vanuit Nederland. Wel brengt Haeser namens de SEZ regelmatig een bezoek aan Cuba.

“Wil je in een kerk kunnen spreken, dan heb je een religieus visum nodig. Dat krijg je alleen als een kerk in Cuba jou uitnodigt.”

Dat je zonder religieus visum ook echt geen zendingswerk kunt verrichten, heeft Haeser aan den lijve ondervonden. “Ik was een keer door een predikant uitgenodigd om op een zondag in een kerk in het vissersplaatsje Manzillo te komen spreken. Wij zouden een religieus visum krijgen, maar dat hadden we niet op tijd ontvangen. Ik werd in het midden van de vergadering gezet, alsof ik voorzitter was. Toen kwam er weer een staatscontroleman binnen. Hij zei: “U zit een vergadering van christenen voor. Kunt u uw papieren laten zien?” Ik had alleen een toeristenvisum, maar daarmee ben je niet bevoegd om in een kerk te spreken. Binnen één dag moest ik de juiste papieren kunnen tonen. Gelukkig kreeg ik uitstel voor het laten zien van mijn visum. Pas de woensdag daarop ontving ik uiteindelijk een religieus visum, dat ik ook meteen heb laten zien bij de controlepost. In stil gebed en in grote spanning zat ik te wachten op wat er zou gaan gebeuren. Maar de man aan wie ik het visum moest laten zien, had meer belangstelling voor een mooie vrouw die hij zag. Hij zei tegen mij: “U kunt gaan!” Ook dat is Cuba.”

Controle

Tijdens je verblijf op het eiland word je door de overheid voortdurend in de gaten gehouden, heeft Haeser wel gemerkt. “We hebben het vaak meegemaakt dat mannen bij ons hotel een controle kwamen uitvoeren.” Voorzichtigheid is dus geboden. “Als we in Cuba zijn, praten we niet over politiek. Wanneer we dat wel wensen te doen, dan spreken we daarover in de auto. Daar hoort niemand ons.”

Op het gebied van religie is er in Cuba tegenwoordig wel een zekere mate van vrijheid. “Tot 1970 was godsdienst er helemaal verboden”, weet Haeser. “Als een predikant toch preekte, werd hij vastgezet. In 1970 is dit verbod afgeschaft, omdat men wel inzag dat ze hiermee de bevolking steeds meer tegen zich kregen. Cuba is van oorsprong een rooms-katholiek land. Het was in het verleden een kolonie van Spanje. Dat kerken de deuren moesten sluiten, leidde tot verzet onder roomskatholieken en protestanten. Tegenwoordig mag iedere Cubaan zelf bepalen wat hij gelooft.”

Christelijke lectuur

De SEZ heeft contact met ongeveer 1250 predikanten op Cuba. “We hebben contact via e-mail en brieven. Veel predikanten vragen om boeken, want in Cuba zijn geen christelijke boekwinkels. Ten behoeve van studie voor predikanten is er in het land helemaal niets. Veel organisaties zijn uiteindelijk gestopt met het versturen van christelijke lectuur naar Cuba. Bij hen werden de boeken in beslag genomen. Dat komt doordat veel organisaties veel boeken in één keer versturen, terwijl je per week maar maximaal veertig pakketjes mag verzenden.”

Niet elk boek dat de SEZ in het verleden heeft verstuurd, bereikte overigens zijn bestemming. Haeser: “Collega Berend Coster heeft een boek geschreven waarin hij in één hoofdstuk het communisme een dreiging noemde voor christenen. Wij verstuurden dit boek naar Cuba. Daar las iemand van de Bijbelcommissie dat hoofdstuk over het communisme, waarop dat boek werd verboden. De Bijbelcommissie bestaat uit predikanten die het communisme onderschrijven. Zij controleren of de boeken het land in mogen.”


Jan Haeser: “Als we in Cuba zijn, praten we niet over politiek.”


Theologie

Toch merkt Haeser dat de SEZ inmiddels na jaren vertrouwen heeft gewekt bij de Cubaanse Bijbelcommissie.

De gereformeerde lectuur die SEZ verstuurt, spreekt een breed publiek van christenen aan. Ze wordt verzonden naar zowel gereformeerde kerken, pinksterkerken als baptistengemeenten en rooms-katholieken.

“Onder de 20.000 cursisten die wij in ons bestand hebben, zijn 150 roomskatholieken.”

Cuba is een kolonie van Spanje geweest en lange tijd was het grootste deel van de bevolking rooms-katholiek. In de periode van 1895 tot 1910 brachten Amerikanen hun protestantse geloof naar Cuba, legt Haeser uit. Hieruit ontstonden de baptistengemeenten in het westen en het oosten, beide gesticht door verschillende groepen Amerikanen. Toen het land communistisch werd, mochten kerken geen contact met elkaar hebben. Veel kerken staan dus op zichzelf.

“In Placetas (Midden-Cuba) is het hoofdkantoor van een evangelisch kerkgenootschap dat over het hele land gemeenten heeft. Via haar kunnen wij overal komen. Zij nodigen ons uit. Om een religieus visum te kunnen krijgen, moet je beschikken over de uitnodiging van een landelijke kerk. Zo kunnen wij Cuba binnenkomen. In Placetas hebben wij nu ook een drukkerij.”

Uitersten

Om lectuur te verspreiden, heeft de SEZ in Cuba twee distributiecentra, één in het stadje Sancti Spiritus in de gelijknamige provincie (voor West-Cuba) en één in het stadje Baracoa in de provincie Guantanamo (voor Oost-Cuba). “Het was wel lastig om daar printers te krijgen. Cuba loopt achter in die dingen. De toegang tot internet is geblokkeerd, e-mails versturen kan wel.”

Cuba is dan ook een land van uitersten. Haeser: “Het scholingsniveau in het land is juist weer wel heel hoog. Het aantal academisch geschoolden ligt er hoger dan waar ook. Scholing is gratis en voor iedereen toegankelijk. Veel mensen zijn echter zo arm dat ze maar één keer per dag kunnen eten. Met kleding is het ook slecht gesteld. Een pluspunt is wel dat kinderen een schooluniform krijgen. Daarmee is een stukje armoede opgelost. Behalve het onderwijs heeft ook de gezondheidszorg in Cuba een hoog niveau.”

Armoede

Haeser ziet het land steeds armer worden. “Als je in Havana komt, lijkt het een “gewone” hoofdstad. Er komen daar veel toeristen. Er is geen gebrek. Een toerist ziet dus niet veel van de armoede. Maar in niet-toeristische gebieden is die er zeer zeker. Veel vrouwen verkopen zich aan toeristen om zo geld bij te verdienen. Drie jaar geleden stond in de krant dat Cubanen mobieltjes mogen bezitten. Het goedkoopste model kost, net als in Nederland, 50 euro. In Cuba staat dat gelijk aan drie maandsalarissen. De gewone bevolking kan dus geen mobieltje kopen. Alleen prostituees en partijbonzen hebben er geld voor.

Sinds vorig jaar mogen Cubanen huizen kopen. Voor die tijd waren huizen eigendom van de staat. Maar alleen Cubanen die rijk zijn, kunnen nu een huis aanschaffen. Hierdoor wordt de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter. Kinderen gaan zonder gegeten te hebben naar school. Er is op het eiland ruimte genoeg voor landbouw, maar burgers mochten tot voor kort geen eigen tuintje hebben. Alles wat er aan landbouw was, was eigendom van de staat.

In Matanzas zagen wij plantages van mandarijnen- en citroenenbomen, heel dicht beplant. Met eigen ogen hebben we gezien dat de vruchten op de grond lagen te verrotten, terwijl de mensen honger leden. Mensen mogen geen vruchten pakken van bomen van de staat. Maar er wordt niet op tijd geoogst. Kerken spelen in op de armoede. Predikanten proberen een stukje grond te kopen en te ontginnen. Dat mag sinds een jaar, en wij stimuleren dat.

Tijdens onze laatste reis (in mei, red.) hebben we geconstateerd dat kerken explosief blijven groeien. Dat levert weer het probleem op dat kerkgebouwen te klein worden. De overheid wil kerkbouw enigszins inperken en geeft hiervoor dan bijvoorbeeld geen vergunning. Daardoor komen gemeenten soms in meerdere huizen bij elkaar. Dat het Evangelie kracht heeft, komt mede door de armoede. De grote nood is een voedingsbodem voor het Evangelie.”

Orkaan Sandy

In Santiago de Cuba en Holguín heeft de orkaan Sandy in 2012 veel vernielingen aangericht. “Hele dorpen zijn weggevaagd. Toen in oktober 2012 de orkaan over het eiland trok, zijn wij in november meteen naar het noodgebied gegaan. Samen met de Gereformeerde Gemeenten hebben wij zo’n 120.000 euro bij elkaar gehaald. Voor Cubanen is dat bedrag extra groot. In Cuba komt een gemiddeld maandsalaris neer op ongeveer 18 euro. De kerken bepaalden zelf hoe het geld gebruikt kon worden. Natuurlijk hebben wij wel gekeken of het geld verantwoord gebruikt werd.”

Tijdens zijn laatste reis bezocht Haeser de verwoeste plekken. “Door de noodhulp zijn kerken explosief gegroeid, doordat mensen zien: christenen denken aan elkaar.”

Gebedsleven

Door een actie van het Reformatorisch Dagblad voor christenen in Cuba in 2011 kregen predikanten een motorfiets of paard, zodat ze gemakkelijk mensen konden bezoeken. In mei woonde Haeser een kerkdienst bij van een predikant die een motorfiets had gekregen. “Tijdens de dienst bad hij of God ervoor wilde zorgen dat zijn motorfiets gerepareerd kon worden. De reparatie kostte zo veel geld dat hij dit niet kon betalen. Het zou om ongeveer 280 euro gaan, een bedrag dat in Cuba overeenkomt met negen maandsalarissen. Wij hoorden deze man bidden en besloten onmiddellijk om hem dat bedrag te geven. De dankbaarheid van deze predikant was ontzettend groot. Hij dankte God en iedereen mocht horen dat zijn gebed was verhoord.”

Haeser merkt dat Cubaanse christenen dicht bij God leven en veel waarde hechten aan het gebedsleven. “Ze hebben niets en klampen zich aan God vast. Van Hem verwachten ze alles.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2014

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Cuba, een land van uitersten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2014

In de Rechte Straat | 16 Pagina's