Roep Mij aan

Deze woorden mogen wij laten klinken, opdat al wie ze hore, zich tot de Heere wende met alle nood van hart en ziel. Hij alleen kan en wil uithelpen en uitredden. "HEERE, ik roep tot U de ganse dag, ik strek mijn handen uit tot U!" (Psalm 88:10). Bij de Heere God moeten we zijn met al ons leed, met al onze zorg en nood: "Mijn God! Mijn God! Tot Wie anders dan tot U alleen kan ik mij wenden om hulp en troost; tot U, Die de bittere drinkbeker der menselijke verlatenheid tot op de bodem toe hebt geledigd, opdat Gij U tot een Broeder kon maken voor de eenzamen, tot een barmhartige en getrouwe Hogepriester voor de verlaten ziel; tot U, Die alleen binnen kunt komen, terwijl de deur voor alle menselijke hulp blijft gesloten…" (uit: "De Psalmen Davids", Spurgeon).

De Heere liet mij door deze woorden zo helder de nood van ons volk zien. Ons volk, dat geen oren meer heeft naar de roepstem van de Heere, maar wel naar vele andere stemmen die het weghouden van het heerlijkste wat een mens overkomen kan: het geloof in Jezus Christus alléén! Velen zoeken hulp en troost bij Maria. Alsof de Heere Jezus niet bij machte zou zijn om te helpen en te redden. De Heere heeft de hulp niet nodig van een of andere getalenteerde "heilige", die gedurende zijn of haar leven een bijzondere deugdzaamheid heeft geëtaleerd! Ook van Maria heeft de Heere geen ondersteuning nodig in Zijn verlossingsplan! Het doet me zeer aan het hart als ik zie hoe onze r.-k. medemensen door paus en priesters worden gestimuleerd om alle goed en heil te verwachten van Maria.

Op een morgen was ik even binnengewandeld in de basiliek. Een tiental mensen lag geknield voor het beeld van Maria. Met alles waarmee wij naar de Heere gaan, wenden zij zich tot Maria: met alle bekommernissen van het dagelijkse bestaan, maar ook met de nood van hun ziel!

Het is niet zo dat Maria samen met Christus én afhankelijk van Hem de verlossing voor ons zou hebben verdiend. Dit zou betekenen dat wij mede door toedoen van Maria met God zouden zijn verzoend en onze zonden zouden zijn vergeven! Nochtans, zo leert Rome in de dogmatische constitutie over de kerk "Lumen gentium": "Maria heeft Christus ontvangen, gebaard, gevoed, in de tempel aan de Vader aangeboden, bij de dood van haar Zoon op het kruis meegeleden met Hem en aldus op volstrekt enige wijze aan het werk van de Heiland meegewerkt door haar gehoorzaamheid, haar geloof, haar hoop, haar vurige liefde, om het bovennatuurlijk leven van de zielen te herstellen. Daarom is zij, in de orde van de genade, onze moeder" (pag. 61).

Deze gedachte is volkomen in strijd met de Bijbel! Nergens in de Bijbel is er sprake van dat Maria samen met Christus zou hebben meegewerkt aan de verlossing. De Bijbel leert mij: Christus alléén! Buiten dit offer zal niets of niemand iets aan onze zaligheid kunnen bijdragen. Ook Maria niet. Ook haar deugdzaamheid niet. Christus alléén!

Hoe krachtig kan het woord uit de Hebreeënbrief mij bemoedigen en vertroosten: "Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus…" (Hebr. 12:2). Daar vinden we een voordurend ons richten op Jezus alleen. Na zo vele jaren in de R.-K. Kerk te hebben gediend als priester en na de vele duizenden offers die ik op het altaar heb gebracht, is het voor mij een onuitsprekelijke vreugde te mogen leven uit dat ene volkomen offer van Jezus Christus. Het geloof in Zijn verzoenend kruisoffer heeft van mij een ander mens gemaakt, een nieuw schepsel!

Ik heb de Heere en Zijn gerechtigheid nodig gekregen om voor God te kunnen bestaan! En niet Maria en haar "voorspraak" of haar "bemiddeling"! Ik ben begenadigd in "de Geliefde", in Christus Jezus!

Beseft Rome dan niet hoe verstrekkend de gevolgen zijn wanneer men z'n toevlucht neemt tot Maria en niet tot Christus?! Maria opent voor ons niet de poort tot de zaligheid. Jezus is de Weg!

En toch leert Rome dat onze zaligheid mede wordt bewerkt door Maria en dat ons alle genade door haar moederlijke bediening wordt geschonken ("Redemptoris Mater", art. 39, 40). Door deze leugenleer is Rome aansprakelijk voor de fundamentele onwetendheid omtrent het heil, dat Jezus door Zijn unieke verlossingswerk heeft verworven.

De verering en aanroeping van Maria is zonde. Het berooft de Heere God van Zijn eer, Christus van Zijn kroon en de mens van zijn zaligheid! "Roep MIJ aan", zegt de Heere!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen