IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Laten wij schreien voor de Heere

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laten wij schreien voor de Heere

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als priester heb ik psalm 95 steeds erg mooi gevonden, vooral de eerste zes verzen. Er ligt zulk een diepe aanbidding in die woorden. De psalmist nodigt ons uit om vrolijk voor de Heere te zingen, om te juichen voor de Rots van ons heil, omdat de Heere een groot Koning is, in Wiens hand de diepten der aarde zijn en de hoogten der bergen.

Maar bijzonder kon ik instemmen met vers 6 in de Latijnse vertaling van de Vulgaat. Daar staat nl.: „Komt, laten wij aanbidden en ons neerbuigen; laten wij schreien voor het aangezicht van de Heere, die ons heeft gemaakt (ploremus ante Dominum, qui fecit nos).

In het klooster was ik steeds meer mijn zondigheid gaan zien. Ik bemerkte dat ik maar niet los kon komen van mijn egoïsme. Boze begeerten stegen altijd weer in mij naar boven. En toch wist ik tegelijk dat de Heere van mij mocht eisen dat ik riem boven alles zou liefhebben en mijn naaste als mijzelf. Maar ik kón het niet, ik deed het niet.

Ik klaagde mijzelf voor God aan. Ik beleed mijn nameloze schuld. Ik schreide voor Zijn aangezicht. En het was of dit schreien voor Hem mij rust gaf. In deze verbrijzeling van mijn hart proefde ik de zoetheid van de vergeving. Ik wist niet goed, hoe die verzoening met God zich voltrok, maar ik kende de belijdenis van ps. 51, dat de Heere een verbroken hart niet versmaadt, niet van Zich afstoot.

Daarom was ps. 95 met zijn „ploremus ante Dominum" mij zo dierbaar. Als ik de psalmist hoorde zeggen: „laten we schreien voor Gods aangezicht", dan kwam altijd iets van die verbrokenheid over me. Dan verstilde het in mij en ik bevond mij voor de heilige God, wiens vergevende barmhartigheid ik ervoer in mijn hart. Het viel mij dan ook tegen dat de protestantse vertalingen, zowel de Statenvertaling als de vertaling van het NBG, het aldus weergeven: „laat ons knielen voor de Heere"; en ook de nieuwe r.-k. vertaling stemt daarin overeen.

Dienaren des Woords

Waarom ik dit voorbeeld aanhaal? Als een waarschuwing voor de overheersing van het, vrome gevoel. Nooit mogen wij ons bij de vertaling of bij de verklaring van de Bijbel laten leiden door ons vrome gevoel. Wij mogen aan de Bijbel niet een bepaalde vertaling of verklaring opdringen enkel omdat die zo dierbaar is voor ons vrome gevoel, wanneer de Bijbel in werkelijkheid iets anders op die bepaalde plaats zegt.

Zulk een gevoel kan op zichzelf volkomen bijbels zijn. Zo is ook de gedachte van het schreien voor Gods aangezicht vanwege onze zonden volkomen bijbels is. Om slechts één voorbeeld te geven:

Als Ezra zijn schuld voor God heeft beleden alsmede de schuld van zijn volk, dan lezen we: „Als Ezra alzo bad en als hij deze belijdenis deed, wenende en zich voor Gods huis nederwerpende, verzamelde zich tot hem uit Israël een zeer grote gemeente van mannen en vrouwen en kinderen, want het volk weende met groot geween" (Ezra 10:1).

Maar in ps. 95:6 staat niet het woordje „wenen' of „schreien". En dan mogen we dat zó dus ook niet vertalen. Dat eist de eerbied voor Gods Woord van ons.

… en niet van eigen vroomheid

Dat gevaar bedreigt ons altijd opnieuw, wanneer wij Gods Woord gaan bedienen in het midden van de gemeente. Dat begint al bij de tekstkeuze. Als voor ons gevoel aan de gemeente voornamelijk de zondigheid moet worden voorgehouden, dan weten we daar altijd wel een tekst voor te vinden en zelfs de meest lichtgevende woorden Gods worden dan onder onze bewerking donker. En omgekeerd, wanneer voor ons gevoel de gemeente steeds moet worden opgewekt tot vrolijkheid, dan vinden we ook daar teksten voor. Laat ons dienaren des Woords zijn en niet dienaren van ons vrome gevoel, volgelingen van Christus en niet volgelingen van onze religieuze sentimenten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Laten wij schreien voor de Heere

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's