IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

CHRISTUS OPENDE DE DEUR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CHRISTUS OPENDE DE DEUR

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij ontvingen een brief van een jongeman van 23 jaar, een Limburger, waaruit wij met zijn toestemming een gedeelte overnemen. Het is een verhaal van strijd en overwinning, van een mens die niet wilde en van een genadige God, die wél wilde en Zijn wil doorzette, van een mens die haatte en van een God, die vol barmhartigheid liefhad, van een zondaar zoals wij allen zijn, die niet kón en wilde kloppen en van Christus die hem deed kloppen en ook nog de deur opende. Hij schreef:

Ik had van iemand een boek gekregen. Af en toe las ik er wel in, maar het was Engels voor mij als rooms-katholiek. Toch had dit boek een bepaalde waarde voor me. Iemand die ik niet of nauwelijks kende, had me een boek geschonken; zo maar; ik had er niet om gevraagd.

Dat was een vreemde ervaring voor me. Nooit had iemand zich werkelijk voor mij geïnteresseerd, en nu kreeg ik iets van iemand, een boek, en dat boek was nog niet eens goedkoop. Dat boek was de Bijbel.

Ik die steeds hard wilde zijn, omdat de wereld om mij heen ook hard was, voelde iets teers in mij opkomen: dankbaarheid, dankbaarheid om een vingerhoed vol liefde. Nu wist ik ineens wat ik al die jaren gemist had: liefde. Ik had dat woord steeds gehaat, omdat ik er niet in kon geloven en omdat aan dat woord „liefde" allerlei andere mooie dingen verbonden waren, die ik niet in mijn leven kon gebruiken, zoals dankbaarheid, eerlijkheid, begrip, trouw. Deze dingen kón ik niet aanvaarden, wilde ik geestelijk niet ten gronde gaan. U moet weten dat ik haatte. Alles wat mijn wereldje wilde binnendringen, haatte ik. Ik vertrouwde niemand. Ik had het gevoel dat ze me allemaal haatten. Niemand had echt belangstelling voor mij, mijn vader niet en mijn moeder niet en mijn hospita niet, niemand.

En toch, daar was iemand die mij een boek had gegeven; aan mij; ik die haatte, ontving in de plaats daarvan liefde. Mijn leven kreeg een nieuwe dimensie, een andere horizont.

Later begon ik mij toch in de Bijbel te verdiepen en dat boek begon op mij in te werken. Ik las er de meest wonderlijke boodschap.

Ik was overtuigd: voor mij is er geen hoop en geen liefde meer. Tóch sprak dit boek van hoop en van liefde. Ik las hierin over Jezus. Iemand die helemaal alleen kwam te staan, die liefde kwijt wilde, ook zo maar, om niet. Iemand die tegen me zei: Al die ellende en die rommel, die jij in je leven al veroorzaakt hebt, wil Ik op Mij nemen. Ik wil de verzoening zijn tussen jou en de heilige God, wanneer je in Mij geloven wilt en Mij volgen gaat.

Maar ik kón niet geloven en ik wilde niet geloven. Ik had in mijn leven vaak genoeg ondervonden dat je niet zo maar iedereen kunt geloven, die met beloften naar je toekomt.

Toch is Hij doorgegaan. Hij bleef tot Mij spreken door Zijn Woord. Hij liet mij zien, wie ik was: een nietige worm. En om alles wat ik gedaan had, kon Hij mij vetrappen, als Hij dat wilde. Maar Hij deed dat niet. Integendeel, Hij nodigde mij uit: Kom bij Me en Ik zal je rust geven. Ik heb geen lust om je te vertrappen.

Moet ik u uiteenzettten wat dat aan mij deed? Geen mens kan dat uitleggen: alles verbeurd en tóch het aanbod van genade! Dat heeft mijn ziel binnenste buiten gekeerd.

Maar ik kón zo toch nooit tot God komen! Die God had immers gezegd dat Hij geen gemeenschap wilde hebben met de zonde, zelfs niet met de geringste. Nee, het kón eenvoudig niet! Zou Hij mij willen aanvaarden met al mijn zonden? De gedachte alleen was al absurd.

Toen las ik „De christenreis" van Bunyan. Wat een boek! Ik las en werd die pelgrim zelf. Ik was op reis. Ik wist nu dat ik vooruit wilde, nooit meer terug. Maar hoe vooruit? Met heel dat zondenpakket naar Hem toe? Hij zou mij verteren, als ik zo bij Hem zou aankomen. En toch…„Komt allen tot Mij, gij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven". Maar mijn ongerechtigheid dan tegenover Zijn gerechtigheid?

Toen kwam Hij, Jezus, en liet me zien, waar, wat en wie de weg is. Hij leerde me kloppen. Hij maakte dat ik kloppen kón. Hij deed mij kloppen. Hij opende voor mij de deur naar God. Hij was die deur voor mij. Nu mocht ik zien dat ik in en door Hem was vrijgesproken van al mijn schuld. Zijn Naam is „Wonderbaar" en die Naam verdient Hij, want op wonderbare wijze heeft Hij mij tot God bebekeerd. Mijn bekering was een wonder dat Hij tot stand heeft gebracht.

Zo schreef deze jongeman ons, nadat hij uit de duisternis van een stukgebeukt leven door de Heere gevoerd was naar Zijn heerlijk licht. De engelen in de hemel hebben zich verheugd over deze ene zondaar, die zich bekeerd had. Niet alzo een bepaald soort vromen hier op aarde. Hij schreef ook nog:

Ik ben in aanraking gekomen met enkele protestanten van een bepaalde kerk. Vanwege mijn werk heb ik telkens met hen te maken. Als ik getuig van wat Christus aan mij heeft gedaan, dan geloven ze mij niet. Ze zeggen:

„Je maakt jezelf maar wat wijs. Je bent niet echt bekeerd. Je hebt jezelf bekeerd. Als God een mens bekeert, gaat dat heel anders. Is God met jou begonnen of ben jij met God begonnen? Je hebt je de zaligheid zo maar toegeëigend. Je gaat met een ingebeelde hemel naar de hel".

Ik lijd daar erg onder. Ze dreigen mijn vreugde in Christus te vergallen. Ze zaaien twijfel in mijn hart. Maar tóch weet ik het: niet fk heb mij bekeerd, maar Hij heeft mij bekeerd tot Hem. Hij heeft het gedaan. Ik wilde immers niet.

Vreemd is het volgende. Wanneer ik hen vraag of zij bekeerd zijn, dan antwoorden ze zonder blikken of blozen: Nee, wij zijn niet bekeerd. Maar toch menen ze precies te weten, hoe een mens bekeerd wordt. Heeft Christus dan niet gezegd: „Tenzij ge wederom geboren wordt, kunt ge het Koninkrijk Gods niet zien" (Joh. 3:3)?"

Onze nabeschouwing:

Hoe intens droevig is dat alles! Wat een duisternis hebben die mensen met al hun redeneringen over zichzelf heengetrokken, „zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is" (2 Kor. 4:4). Maar nog erger is dat zij anderen van het Licht proberen weg te trekken. Wat een vreselijke verantwoording laden deze mensen op zich. Zien ze dan niet dat ze eigen wijsheid, eigen vermeende kennis van Gods weg, stellen boven de eenvoudige en hemelse wijsheid van de Schrift, van God Zelf? „Wee u, blinde wegwijzers!" (Matth. 23:16).

Het tragische is ook dat deze mensen niet zonder meer ongelovigen genoemd kunnen worden. Beslist niet. Ze worden zelfs gedreven door zorg voor de medemens. Ze zijn bang dat men met een ingebeelde hemel naar de hel gaat.

Maar mogen we dat nu niet aan de Heere overlaten? Wanneer wij Zijn Woord maar zuiver verkondigen, mogen we dan niet vertrouwen dat Zijn Geest de hoorders zal leiden in alle waarheid ( Joh. 16:13)? Als de zaligheid van een ander zozeer zou afhangen van onze bemoeienis, komt dan niet een gedeelte van de roem aan ons toe, wanneer iemand tot bekering komt? Dat is dan toch immers mede het gevolg geweest van ónze zorg, van ons precies aangeven van de weg tot de bekering, die we helemaal voor de ander hadden uitgestippeld aan de hand van eigen ervaringen en van de ervaringen van anderen?

Dat zijn allemaal vragen, die bij ons opkwamen, toen wij het relaas van onze vriend lazen en ook later uit zijn eigen mond hoorden. Laten we nooit vergeten: God alleen brengt een mens tot bekering. Hij heeft ons daarbij niet nodig. Hij gebruikt daarvoor Zijn Woord, Zijn Woord alleen. Dat hoeft niet aangevuld te worden met allerlei regeltjes, hoe een bekering zich precies moet voltrekken. Hem alleen zij alle eer!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

CHRISTUS OPENDE DE DEUR

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's