IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

DE WERELDRAAD EN DE ROOMS - KATHOLIEKE KERK NA NAIROBI

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE WERELDRAAD EN DE ROOMS - KATHOLIEKE KERK NA NAIROBI

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van 23 november tot en met 10 december 1975 is in de Keniase hoofdstad Nairobi de vijfde Assemblee van de Wereldraad van Kerken bijeen geweest. Deze Assemblee heeft zich met een groot aantal vragen beziggehouden. Een van de kwesties die tegen het slot van de Assemblee aan de orde zijn gekomen is de betrekking tussen de rooms-katholieke kerk en de Wereldraad van Kerken.

Toenadering

Na Vaticanum II is het klimaat tussen enerzijds de rooms-katholieke kerk en de „afgescheiden kerken" aanzienlijk verbeterd. De ontwikkelingen in de jaren '60 hebben van het hechte bastion dat de rooms-katholieke kerk eens was, nog maar een verzwakte vesting overgelaten: ook binnen deze kerk heerst thans de vrijzinnigheid. Het gezag van de paus brokkelt af. Er zijn theologen die openlijk daartegen in opstand zijn gekomen. Gemeenschappelijke ontwikkelingen binnen de kerk van Rome en de meer reformatorische en lutherse kerken hebben beide vleugels nader tot elkaar gebracht.

Na Vaticanum II is de Wereldraad van Kerken voor Rome een zelfstandige onderhandelingspartner geworden. De Assemblee te New Delhi (1961) juicht de kontakten met rooms-katholieke theologen toe. Steeds meer rooms-katholieken bezoeken, al dan niet met goedkeuring van de kerkelijke overheid, oecumenische vergaderingen.

„Gemengde Werkgroep"

In 1965 wordt gestart met een „Gemengde Werkgroep" tussen rooms-katholieke kerk en Wereldraad van Kerken. Acht vertegenwoordigers uit de Wereldraad en zes uit de rooms-katholieke kerk nemen er zitting in. Soortgelijke werkgroepen komen tot stand tussen de rooms-katholieke kerk en enkele confessionele wereldbonden.

De betekenis van deze „Gemengde Werkgroep", die zich hoofdzakelijk beweegt op het terrein van „Faith and Order" (onderzoek naar de leerverschillen en de traditie), mag niet worden onderschat. Het is een eerste aanzet tot een verdere participatie van de roomse kerk in de oecumenische beweging als geheel. 1)

Daarnaast is er, aanvankelijk onder leiding van kardinaal Bea („de apostel van de oecumene") en later onder leiding van kardinaal Willebrands een speciaal Vaticaans secretariaat voor de eenheid der christenen ingesteld. Verder participeert de rooms-katholieke kerk in de Wereldraadcommissie voor Geloof en Kerkorde, met 9 leden.

Van betekenis is het pauselijk bezoek aan Geneve, in 1969. De paus verklaart daar dat het tijdstip voor rooms-katholieke toetreding tot de Wereldraad nog niet rijp is. Er is daarna een korte impasse ingetreden in de verhoudingen. Het gesprek vlot moeizaam.

Maar de impasse duurt niet lang, want in de jaren '70 wordt opnieuw grote vooruitgang geboekt. Er verschijnen nieuwe rapporten van de Gemengde Werkgroep. Er ontstaat een heel netwerk van gemeenschappelijke commissies en aktiviteiten. In de praktijk is de oecumene reeds een feit aan het worden en vervaagt het onderscheid steeds meer. In doctrinair opzicht zijn er nog belangrijke onderhandelingen gaande.

Boodschap van de paus

Op de Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Nairobi is het aantal roomskatholieke waarnemers groter dan ooit: 16.

De paus zendt een speciale boodschap aan secretaris-generaal Potter „met woorden van vriendschap, bemoediging en christelijke groet". „Uw verlangen naar eenheid valt samen met het onze", aldus de paus, die de hoop uitsprak dat de samenwerking met de Wereldraad van Kerken zal worden voortgezet en zal toenemen. In een brief die als bijlage bij de boodschap is toegevoegd, wijst de voorzitter van het secretariaat voor de eenheid der christenen, kardinaal Willebrands, erop dat de katholieke kerk „dit jaar een Heilig Jaar viert, hetgeen een bijzondere gelegenheid van berouw over de verdeeldheid die onder de christenen heerst, biedt". Tegelijk wordt dit jaar de tiende verjaardag van het tweede Vaticaanse Concilie gevierd. Willebrands wijst op de analogie tussen de thema's voor de Nairobi Assemblee („Jezus Christus bevrijdt en verenigt") en voor het Heilig Jaar („Vernieuwing en Verzoening").

Groeiende oecumene met Rome

De Assemblee zelf gaat zich pas op de een na laatste dag — 9 december — uitvoerig met de verhouding tot de rooms-katholieke kerk bezighouden. Belangrijke en vermoeiende debatten zijn dan reeds achter de rug. Het is duidelijk dat binnen de Assemblee vele verdeeldheden bestaan op de meest uiteenlopende punten. Ook de inspannende sectievergaderingen zijn dan achter de rug. Niet zelden viel binnen de Assemblee een zeker verzet tegen de leiding van de Wereldraad te constateren. Geen wonder dat die laatste week iedere vorm van consensus, op in ieder geval enkele punten, zeer wordt toegejuicht.

In het speciale rapport over „de relaties met de rooms-katholieke kerk" wordt gewezen op de grote vooruitgang die is geboekt. „Onderwerpen die enkele jaren geleden nog niet aan de orde konden komen, zijn thans kwesties van gemeenschappelijk onderzoek geworden. Wederzijdse gesprekken tussen de rooms-katholieke kerk en de diverse confessionele tradities hebben geleid tot een betekenisvolle convergentie, die, hoewel nog wordt gewacht op het oordeel van enkele der betrokken kerken, een grondslag bieden voor de voortgang naar een vollediger eenheid".

Er zijn nieuwe en onverwachte resultaten geboekt in het theologisch gesprek, terwijl ook de samenwerking op het gebied van het bijbelvertaalwerk boven verwachting is toegenomen. Buitendien neemt de rooms-katholieke kerk thans deel als volwaardig lid in 19 nationale „raden van kerken". Deze deelname is van zeer groot belang, omdat zij een voorfase vormen voor de aktieve participatie binnen de Wereldraad-oecumene.

Maar ook moeilijkheden

Wel constateert het rapport dat op bepaalde terreinen de vooruitgang minder snel is verlopen — „maar niettemin, een nieuwe situatie is ingetreden door het tempo van vooruitgang dat de laatste paar jaar is bereikt, en dat moet worden gezien tegen de achtergrond van het daaraan voorafgaande gebrek aan vooruitgang". Deze nieuwe vooruitgang geeft evenwel nieuwe problemen op het gebied van de „diepere vraagstukken van de oecumenische gemeenschap". De voornaamste obsta kels liggen evenwel op het terrein waar de kerken gezamenlijk getuigenis moeten afleggen. De rooms-katholieke kerk is geconstitueerd als een universele gemeenschap (community). Zij gelooft dat in haar de universele kerk van Jezus Christus voortbestaat — hoewel dit niet de dialoog en de samenwerking met andere kerken uitsluit — en deze nadruk op de eigen identiteit maakt het moeilijk om gezamenlijk met andere kerken te handelen. Verder geniet de Heilige Stoel internationale (volkenrechtelijke) erkenning, zij bezit een juridische status en dit maakt het bijzonder moeilijk met haar samen te werken op het gebied van internationale zaken, zoals b.v. de vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties.

Gemeenschappelijk getuigenis met Rome

Wat betreft de toekomst wordt gewezen op de noodzaak van een hechtere basis voor het gemeenschappelijk getuigenis dat in de huidige wereld zo noodzakelijk is geworden. Ook moet meer gebruik worden gemaakt van het lidmaatschap van de rooms-katholieke kerk binnen de commissie voor Geloof en Kerkorde.

Een „bemoedigend teken voor de toekomst" wordt genoemd de overeenstemming van thema's op recente belangrijke conferenties van zowel de Wereldraad van Kerken als de rooms-katholieke kerk. In dit verband zal onder andere worden gedoeld op de zendingsconferentie van Bangkok en de romeinse bisschoppensynode te Rome, die het thema van de evangelisatie aan de orde heeft gesteld.

In het rapport spreekt de Assemblee van de Wereldraad van Kerken uit dat zowel de Wereldraad van Kerken als de rooms-katholieke kerk een meer effectief gemeenschappelijk getuigenis moeten gaan afleggen. Verder heeft de Assemblee met algemene stemmen het rapport als geheel goedgekeurd. Het rapport werd met zeer groot enthousiasme in de Assemblee ontvangen. Een van de belangrijke voorstellen eruit is dat de struktuur van de Gemengde Werkgroep verder moet worden aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen.

Applaus voor Rome

Betekenisvol is ook het feit dat de Amerikaan Paul Minus (Verenigde Methodisten Kerk, Verenigde Staten) een speciaal amendement indiende, waarvan de tekst luidde: „Deze Assemblee ziet met reikhalzend verlangen uit naar de dag waarop de rooms-katholieke kerk lid zal kunnen worden van de Wereldraad van Kerken". Dit amendement werd met applaus begroet en vrijwel aangenomen, waarop wederom een applaus volgde.

Dit alles duidt erop dat binnen de Assemblee een groot verlangen is naar de toetreding van Rome. Het enthousiasme waarmede dit alles wordt nagestreefd, blijkt zeer groot te zijn.

Na afloop van de stemming over het amendement-Minus en het eigenlijke rapport sprak mgr. Charles Moelier — medevoorzitter van de Gemengde Werkgroep en secretaris van het Vaticaans Secretariaat voor de Eenheid der Christenen — de Assemblee toe. Ook hij werd met applaus begroet. Moeller wijst op het grote belang van dit moment. Hoewel de rooms-katholieke kerk geen lid is van de Wereldraad van Kerken, hebben haar vertegenwoordigers zich toch op de Assemblee geheel vrij gevoeld. „Samen met u wordt de rooms-katholieke kerk op radikale wijze uitgedaagd door de dringende behoefte om verder te gaan dan het bewonderenswaardige geheel van geloofsuitdrukkingen, die in het verleden zijn ontstaan, nu wij leven in een cultuur die niet langer westers-katholiek is". Moeller wijst op de enorme taak, waarmede de rooms-katholieke kerk en de Wereldraad van Kerken thans gemeenschappelijk worden geconfronteerd. Verder wijst hij op het grote aantal rooms-katholieke waarnemers op de Assemblee en op de „diepe bronnen van gemeenschap (communion) die tussen ons bestaan".

„Getroffen door de uitdaging die de moderne wereld aan de kerk stelt en de vrees en angst die tallozen vergezelt bij hun zoeken naar een betekenis voor het leven, zijn wij ervan overtuigd dat datgene wat ons nog scheidt, uiteindelijk minder belangrijk is dan de gave die wij gemeenschappelijk bezitten…" „Wij willen samen met u deelnemen aan een oecumenisme dat van ganser harte en vreugdevol is en dat getrouw probeert de dringende taak van het uitdrukken van het Evangelie van Jezus Christus in het vlees van een specifieke konkrete humaniteit, aan te kunnen".

Weldra Rome lid van de Wereldraad van Kerken?

Ik zou hier nog aan toe willen voegen dat het zeer wel mogelijk is dat een aantal afgevaardigden van de toetreding van Rome verwachten dat de Wereldraad dan in minder radikaal politiek-socialistisch vaarwater terecht zal komen. Het is algemeen bekend dat men in het Vaticaan niet onverdeeld gelukkig is met alle consultaties en programma's, die de Wereldraad zoal belegd heeft en nog steeds belegt.

Dit verklaart dat ook de meer „rechtse" afgevaardigden in de Assemblee met groot enthousiasme voor het voorstel van Paul Minus hebben gestemd.

De Wereldraad ziet dus met ongeduld uit naar het toetreden van de rooms-katholieke kerk. Dit toetreden zal mijns inziens ook niet zo lang meer op zich laten wachten. Zijn de grenzen tussen beide kerkgemeenschappen niet al vervaagd door tal van overbruggingen middels gemeenschappelijke werkgroepen en commissies en een uitgebreid terrein van gemeenschappelijk samenwerken? De gemeenschappelijke problematiek waarmede beide worden geconfronteerd betreft o.a. een gemeenschappelijke confrontatie èn dialoog met godsdiensten en ideologiën, alsmede een aantal grote wereldproblemen liggend op het terrein van de toekomst der mensheid (Club van Rome problematiek). Het blijkt onvoldoende wanneer deze problemen worden benaderd vanuit een atheïstische of humanistische levensbeschouwing. De wereld vraagt om het woord, het advies van één onverdeelde kerk.

De Milieudeskundige van de Verenigde Naties, Maurice Strong, heeft daar in zijn speciale toespraak voor de Assemblee, op 8 december, nog eens op willen wijzen, toen hij opmerkte dat de Wereldraad van Kerken een van de meest effektieve wereldorganisaties is, waarop de Verenigde Naties in toenemende mate steunt, zowel wat betreft de leiding als wat betreft de bijstand inzake een groot aantal vraagstukken die de toekomst der mensheid bepalen. Strong heeft daarbij met name gewezen op de belangrijke rol van de kerken in de kwestie van de overlevingsproblematiek.

Eén Wereldkerk en één Wereldrijk?

Tenslotte moet nog worden gewezen op de secularisatie, die toch nog steeds zeer velen van de kerken vervreemdt.

Aldus dringt de nood der tijden de kerken tot nauwer samenwerking en eenheid. Ik verwacht dan ook dat vóór de eerstvolgende Assemblee (omstreeks 1982) de rooms-katholieke kerk lid zal zijn van de Wereldraad van Kerken. Het komt mij voor dat deze aansluiting verregaande consequenties met zich zal hebben voor de struktuur en het aanzien van de Wereldraad zelf. Al in Nairobi werd verschillende malen door vooraanstaande Wereldraadleiders gewezen op het bijna alomvattende karakter van de Wereldraad.

Kleine dissidente minderheidskerken die zich als maar tegen de Wereldraad verzetten, worden in Genève niet meer serieus genomen.

Daarom blijf ik nog geloven in verzet vanuit de lidkerken zelf, gericht op een uiteindelijke losmaking van een oecumene, die geen eenheid der ware kerk is en kan zijn. Ons verzet mag zich derhalve niet richten op een blijvend participeren of aanwezig zijn in kerkstrukturen, die afglijden naar de wereldkerk van morgen die in alles tegenbeeld wordt van de ware kerk. De toetreding van Rome tot de Wereldraad zal voor ons, die verontrust zijn, toch ook een signaal moeten zijn. Wij moeten de reformatie wel plaatsen in het licht van de tijd, waarin zij heeft moeten plaatsvinden, maar we mogen anderzijds niet menen dat de rooms-katholieke kerk belangrijke concessies heeft gedaan aan de reformatie. Er zijn zelfs sterk tegengestelde stromingen werkzaam die de gemeenschap der kerk uitbreiden tot de wereldgemeenschap. Wereldraad en rooms-katholieke kerk zijn op dat punt elkaar reeds dicht genaderd. Want het punt van de wereldgemeenschap dat thans wordt nagestreefd, gelijkt toch wel sterk op de Constantijnse conceptie van het ene wereldrijk en de ene wereldkerk.

Neen, de oecumene van thans heeft maar weinig gemeen met het denken en de geest der reformatie en van de Schrift. Op hun gemeenschappelijk anti-reformato risch karakter vinden Wereldraad en rooms-katholieke kerk elkaar in toenemende mate.

De Grote Hoer

De vrouw die in Openbaring 17 wordt beschreven is „niet de goddeloze wereldmacht in het algemeen — een uitlegging die ook in het vervolg volstrekt niet te handhaven is, doch (wij) menen hier te doen te hebben met de karikatuur der gemeenschap van Christus, met de valse kerk, die niet de Heiland liefheeft en zich aan Hem geeft, doch jaagt naar de gunst van aardse machthebbers en invloed in wereldse dingen. Vandaar dat van deze hoer gezegd wordt dat zij groot is en daar zit op vele wateren. 2)

Dat is het apocalyptisch beeld van de eindtijdkerk, die deze wereld liefheeft en dient. Het is typerend dat in het theologisch denken van nu enkele typisch eschatologische thema's nauwelijks meer aan de orde worden gesteld. Dat is het punt van de wederkomst des Heeren en het punt van het ontstaan, de ontwikkeling en de voltooiing van de tegenkerk. De machten van het kwaad worden nog slechts herkend in politieke strukturen en stelsels. Dat de machten van het kwaad nog veer ernstiger vormen kunnen aannemen in de kerk zelf en wel in de vorm van een kerk die zich voordoet als de kerk van Christus, maar die tegelijk essentiële Schriftgegevens laat vallen, is in Nairobi niet aan de orde gekomen.

Men erkent wel dat er veel in de kerk niet deugt — maar het falen van de kerk wordt slecht dáár herkend, waar de kerk tekortschiet mee te lopen met de huidige oecumenische ontwikkeling en het politiek-links engagement. Maar het falen der kerk ligt juist in de Woordverzaking, in het niet meer handelen en leven naar het Woord van God, het samengaan met vrijzinnigen en met kerken die naast dat Woord nog allerlei door mensen gemaakte tradities hebben ingevoegd.

De kerk leeft pas dan weer op, wanneer de pseudo- en geestloze prediking wordt vervangen door geïnspireerde Woordverkondiging. De kerk heeft geen behoefte aan speudo-vertikaliteit, maar aan de vervulling met de Heilige Geest in waarheid. Die Geest immers zal ons in alle waarheid leiden en ons behoeden voor de dwaling, terwijl de geest van de antichrist juist leidt in alle dwaling.

Daarom is juist ook nu de vraag zo van belang: „Kiest u heden, wien gij dienen zult!" (Joz. 24:15).

1) Recentelijk verscheen het vierde rapport van de Gemengde Werkgroep, dat door de Assemblee van Nairobi is goedgekeurd

(tekst in: Workhook Nairobi 1975, p. 145 vv( WCC, Genéve, 1975)

2) J. C. de Moor, De Hemel Geopend - De Openbaring van Johannes, p. 365 (J. H. Kok, Kampen, 1926)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

DE WERELDRAAD EN DE ROOMS - KATHOLIEKE KERK NA NAIROBI

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's