IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Het woord Gods tot hen…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het woord Gods tot hen…

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

……die hun heilszekerheid bouwen op hun wilsbeslissing

Gods heilsorde is veel en veel rijker. De Heere wil u niet het leven insturen met het vertrouwen op uw eigen armzalige wilsbeslissing. Hij heeft een veel hechtere basis voor u bestemd. „Gods gebouw zijt gij" (1 Kor. 3:9) en dus niet een gebouw dat uzelf hebt opgetrokken. En van dat gebouw geldt: „En niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus" (vs. 11).

De Heere wil dat u zeker bent van het eeuwige leven dat Hij u om niet wil schenken. Maar hoe kunt u zeker zijn van uw eeuwig heil, wanneer dat zou afhangen van uw eigen wilsbeslissing? U kunt zulk een beslissing dan toch immers altijd weer herroepen. En bovendien: zulk een beslissing is voortgekomen uit uzelf, terwijl u nog „vlees" waart. Maar „wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf maaien; maar die in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven maaien" (Gal. 6:8).

En hoe kunt u ooit getuigen van uw bekering tot Christus, wanneer dat ten diepste uw eigen wilsbeslissing is? Dan zou zulk een getuigenis in wezen toch slechts eigen roem betekenen. U bent dan toch imers zo braaf, zo verstandig, zo sterk geweest van karakter, dat ü voor Christus en tegen de zonde hebt gekozen. Maar als Christus de apostelen (en ons) de opdracht geeft om te getuigen, dan is dat — daar zult u het zeker mee eens zijn — niet bedoeld als een opdracht om overal te gaan vertellen, hoe geweldig wij zijn geweest (en nóg zijn), omdat wij voor Christus hebben gekozen. Christus heeft bedoeld dat we van Hem zouden getuigen, van het werk dat Hij voor en aan ons heeft tot stand gebracht.

……die hun heilszekerheid bouwen op hun verstand

Gods heilsorde is veel en veel rijker. De Heere heeft niet een aantal geopenbaarde waarheden, een stel harde christelijke beginselen, als fundament gegeven voor „Gods gebouw" dat gij zijt, maar een Persoon, Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon. En deze Persoon spreekt ons aan tot in het diepste van onszelf. Hij spreekt tot ons door Zijn Woord. En dat Woord dringt door tot onze diepste persoonlijkheid, zodat wij daardoor als persoon tegenover Persoon worden gesteld.

Onze persoonlijkheid is rijk geschakeerd. De kern daarvan is zelfs niet eens het verstand, maar iets anders, ons eigen „ik" dat door de Bijbel ons hart wordt genoemd. „Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen" (Matth. 15: 19). En u denkt toch zeker niet dat u dat hart kunt veranderen door een verstandelijke aanvaarding van enkele christelijke beginselen.

Nee, de Heere wil dat gebouw van onze heilszekerheid niet optrekken op een menselijk fundament, niet op een wilsbeslissing van onze kant, maar evenmin op een verstandelijke aanvaarding van de geopenbaarde waarheden. Het fundament van dat gebouw is Jezus Christus, die ons totaal wil omvormen, doordat Hij heel intens tot ons gaat spreken door Zijn Woord en Zijn Geest. Hij wil een ander mens van ons maken. Hij doet ons wedergeboren worden tot een nieuw leven, zodat wij in staat worden gesteld het Koninkrijk Gods te zien en binnen te gaan.

……die hun heilszekerheid houwen op hun gevoel

„Een zaaier ging uit om te zaaien". „En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had. Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord". „Maar hij die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene die het Woord hoort en dat terstond met vreugde ontvangt. Doch hij heeft geen wortel in zichzelf, maar is voor een tijd. En als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geërgerd". „Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoud" (Matth. 13:1-23).

Ook ons gevoel is een veel te wankele basis. Daar wil de Heere Zijn gebouw niet op laten rusten. Of om in het beeld van de aarde te blijven, waarin het zaad gezaaid wordt: de Heere wil niet zaaien op de akker van ons vlees. Hij weet dat wij allen van nature slecht zijn en dat die aarde van onze verdorven menselijke aard alleen maar distels en doornen van ongerechtigheid kan voortbrengen. Daarom wil de Heere Zelf als landman optreden en die aarde eerst Zelf bewerken. En als Hij dan het zaad in deze door Hem goed-gemaakte aarde zaait, dan zal het ontkiemen en veelvoudige vrucht dragen.

……die hun heilszekerheid bouwen op tekenen

hetzij op uitwendige tekenen zoals bijzondere voorvallen in hun leven, een verrassende samenloop van omstandigheden, openbaringen misschien; hetzij op inwendige tekenen zoals hevige gevoelsberoeringen.

Ook de tekenen zijn een veel te wankele basis. We lezen immers, dat „het beest, dat uit de aarde opkomt grote tekenen doet, zodat het ook vuur uit de hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen. En het verleidt degenen die op de aarde wonen door de tekenen" (Openb. 13:13-14). En de Heere Jezus voorspelt over de laatste tijden: „Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden" (Matth. 24:24).

Maar die verleiding is niet mogelijk, omdat het gebouw van de heilszekerheid niet rust op tekenen, maar op Jezus Christus. Tekenen en wonderen zijn slechts heenwijzingen naar iets of iemand. Christus heeft veel wonderen gedaan om de aandacht op Zichzelf te vestigen. Maar nooit wordt een mens bekeerd door wonderen. Dat gebeurt slechts door het Woord Gods. Slechts als de Geest door dat Woord heen in onze harten werkt, alleen dan worden we werkelijk bekeerd.

Paulus schrijft dat „het Gode behaagd heeft door de dwaasheid der prediking zalig te maken die geloven" en hij vervolgt: „de Joden begeren een teken en de Grieken zoeken wijsheid". Maar hij geeft niet toe aan dat begeren van Joden en Grieken en zegt: „Doch wij prediken Christus, de Gekruisigde, de Joden wel een ergernis en de Grieken een dwaasheid, maar hun die geroepen zijn, beide Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods" (1 Kor. 1:21-24).

En dan wijst hij daarna opnieuw op Christus: „Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, die ons geworden is wijsheid van God en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing" (vs. 30). Dat betekent dus dat wij alleen naar Christus moeten zien en naar niets en niemand anders, ook niet naar onszelf en onze wilsbeslissingen, verstandelijke overwegingen of gevoelsberoeringen. Christus is ons enig fundament. In Hem en in Hem alleen hebben we alles.

Zeker, Christus zal door Zijn Woord ons ook voortdurend laten zien, wie wijzelf zijn; maar niet om ons te ontmoedigen, maar opdat wij des te meer ons vertrouwen stellen in Hem alleen.

Menselijke middelaars

Wanneer wij dan bemerken dat Christus in ons werkt door Zijn Woord en Geest, wanneer wij bespeuren, hoe aldus de Vader ons naar Christus trekt (Joh. 6 : 4 4 ) , dan moeten we ons ook door niemand laten weerhouden. Er zijn mensen die zich opwerpen als middelaars tussen Christus en ons (de priesters van de r.-k. kerk) en er zijn middelaars die zich opwerpen om ons van Christus af te houden; die voortdurend Christus in de rede willen vallen, wanneer Hij een gesprek met iemand is begonnen door Zijn Woord en Geest; die toch telkens weer allerlei menselijke voorwaarden willen stellen, voordat de Heere iemand genadig zou kunnen en willen aanvaarden. Vaak bedoelen dergelijke raadgevers het heel goed, maar ze vergeten daarbij wellicht dat Christus hun raad niet nodig heeft. Hij wordt immers„ Raad" genoemd (Jes. 9:5).

Nogmaals, dat is het geweldige van de Blijde Boodschap, dat Christus Zelf onze wedergeboorte en bekering wil bewerken. Hijzelf wil met Zijn eigen werk het fundament zijn, waarop Hij ons geestelijk gebouw wil optrekken. Maar Hij gebruikt daarbij als middel, niet een mensenwoord, maar slechts Zijn eigen Woord. Hém alleen zij alle eer. En we besluiten met het laatste vers van dat prachtige hoofdstuk: „……opdat het zij, gelijk geschreven is: Wie roemt, roeme in de Heere" (1 Kor. 1:31).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Het woord Gods tot hen…

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's