IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

PROF. BRUGMANS OVERIECHT EN CELIBAAT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PROF. BRUGMANS OVERIECHT EN CELIBAAT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. H. Brugmans, rector van het Europa-college in Brugge, die ruim tien jaar geleden overging naar de r.k. kerk, schreef in De Nieuwe Linie van 3 juni 1967 een artikel over „Houvast en vrijzinnigheid in het katholicisme", waarin ook deze passage voorkomt:


Dominee: een barrière, geen verbindingsschakel


„Gedurende de tientallen jaren, die ik in de protestantse kerk doorbracht, heb ik heel wat predikanten gekend, wier naam ik met diepe eerbied herdenk. Maar hun gebrek aan priesterlijkheid heeft nog steeds gestaan als een barrière tussen hen en mij, wanneer het ging om intimiteit en zondenbelijdenis. Jawel, een barrière was het - geen verbindingsschakel! Ik zeg dat zeer uitdrukkelijk. Ik zou er nooit over hebben gedroomd, aan een dominee - al was hij 'n goede vriend, of juist een volslagen onbekende - toe te vertrouwen wat ik aan een vertrouwde, of niet-vertrouwde, biechtvader zeg."


Er is maaréén Middelaar


Merkwaardig dat dr. Brugmans niet bemerkt, dat hij op deze manier juist onder woorden brengt wat voor ons een bezwaar is tegen de biecht.

Dat bezwaar is allereerst van dogmatische aard, nl. dat een ander mens een noodzakelijke middelaar is voor de vergeving van de (dood)zonden. Christus is de enige Middelaar tussen God en de mensen. (1 Tim. 2:5)

Een tweede bezwaar is van psychologisch-religieuze aard. Jezus Christus heeft alles gedaan om ons vertrouwen te winnen. Het is ZONDE, als wij nu nog niet met al onze noden rechtstreeks tot Hem durven gaan. Een kerk die dit gebrek aan vertrouwen in Christus vergoelijkt en zelfs stimuleert door de mensen naar iemand anders te verwijzen dan Christus, nl. de priester, schiet ernstig tekort in haar leer en prediking.


Gebrek aan vertrouwen in Christus is zondig


Jezus zelf heeft herhaaldelijk plechtig beloofd, dat wie in Hem gelooft, de vergeving der zonden en het eeuwige leven ontvangt. De apostel Petrus zegt het kernachtig: „Over Hem leggen alle profeten het getuigenis af, dat ieder die in Hem gelooft, door Zijn Naam vergiffenis van zonden verkrijgt." (Hand. 10:4.3, R.K.V.)

Wanneer iemand desondanks nog twijfelt en er behoefte aan heeft om zijn zonden met een medemens te bespreken, die er verder niets mee te maken heeft, dan kan ik dat begrijpen, maar het is en blijft ZONDE, nl. gebrek aan vertrouwen in Christus.

Het offer van Christus - het offer van het celibaat Prof. Brugmans voert in dit verband een pleidooi voor het verplichte priestercelibaat, want hij voegt eraan toe dat hij juist zulk een vertrouwen in de priester heeft vanwege het celibaat.

Christus heeft het offer van Zijn leven gebracht. Hij gaf Zich in de verschrikking van, Golgotha om ons vertrouwen te winnen. Men gelooft echter Hem niet, wanneer Hij zonder enige restriktie, eenvoudigweg, belooft dat wie in Hem gelooft, de vergeving der zonden ontvangt.

Maar als een priester, die het offer van het celibaat brengt, zegt dat er behalve geloof in Christus ook nog belijdenis van de (dood-)zonden nodig is aan de priester, dan gelooft men hem wél.

Wij legden deze vragen voor aan prof. Brugmans. Zijn antwoord luidde:

Vele jaren geleden bezocht ik een kerkdienst in Amsterdam, op Hervormingsdag. De predikant vergeleek, in zijn preek, verschillende portretten van Luther, en, bij de beschrijving van het laatste, riep hij uit: „Ja, zó is het goed! Niets priesterlijks meer!"

Die kreet heeft mij een schok bezorgd en ik hÉb gedacht: „Moet men er zich werkelijk over verheugen, dat de Reformatie het priesterschap heeft afgeschaft?" Misschien is toen de kiem gelegd voor een twijfel aan het Protestantisme, die mij, dertig jaar later, naar Rome voeren zou.

Natuurlijk, er is maar één Middelaar:

Jezus Christus. Alleen Hij kan vergeven en alleen het persoonlijke contact met Hem kan verlossen. De vraag is echter of Hij vóór zijn afscheid geen mensen heeft „apart gezet" die, uit kracht van een bizondere, sacramentele wijding, Hem kunnen vertegenwoordigen. In het Bijbelse verhaal zien wij massa's komen tot geloof, we zien discipelen, en we zien „de twaalf" aan wie de macht gegeven is om te binden en te ontbinden - dit laatste in Zijn naam en in Zijn naam alleen. De grondgedachte van het wijdingssacrament vind ik daar, in het Evangelie, al heeft de eeuwenlange kerkelijke praktijk er pas de rijpe, uiteindelijke vorm aan gegeven. En al is er soms allerlei „menselijks al te menselijks„ in binnengeslopen.

Aldus lijkt mij het priesterschap, zoals de katholieke Kerk het kent, Bijbels verantwoord en zeker geen ontkenning van het priesterschap aller gelovigen, dat in diezelfde Kerk óók aanwezig is. Daarom is de priester, in de biecht, geen mens die zich schuift tussen God en de ziel, maar een wettige vertegenwoordiger van God zelf, speciaal daarvoor ingesteld en toegerust. Zelden voelt de katholiek zich in intiemer, directer contact met de Heer dan juist wanneer hij neerknielt en zijn zonden belijdt. Hij doet dat namelijk, niet tegen een zekere meneer Zo en Zo, met wie hij straks een kop koffie zal drinken. Hij doet dat tegen de man, die, op dat ogenblik, de „plaatsvervanger" van Christus geworden is. Een bovennatuurlijke zaak, inderdaad. Maar het hele christelijke geloof is bovennatuurlijk.

Tenslotte is deze kernvraag van de priesterwijding niet alleen een theologische kwestie: ze snijdt ons allemaal diep in de ziel. Immers, de ervaring van de bovennatuurlijke aanwezigheid - die ik nooit bij een dominee, hoe voortreffelijk ook, en heel dikwijls bij priesters heb opgedaan, hoe middelmatig soms - raakt het hart van de religie, het allerpersoonlijkste leven-met-God. Die ervaring te hebben gekregen, was de zegen waarop ik onbewust gewacht heb.. van die Hervormingsdag af...


Ons kommentaar:


Wij danken prof. Brugmans omdat hij zo vriendelijk wilde zijn om aan onze gedachtenwisseling deel te nemen. Maar, als ik eerlijk moet zijn, dan meen ik dat hij toch geen antwoord gaf op de kernvragen die ik stelde.

Natuurlijk kan men allerlei theologische konstrukties bouwen, die op een of endere wijze aan onze menselijke verlangens naar mystiek of bovennatuurlijke belevenissen tegemoetkomen. Maar wij mogen ons huis niet bouwen op het drijfzand van menselijke redeneringen, doch slechts op de rots van Gods "Woord. De Bijbel spreekt wÉl over het priesterschap van alle gelovigen, maar nooit over een afzonderlijk priesterschap van de ambtsdragers in de kerk. Men verlaat toch volkomen de bijbelse bodem, wanneer men niet slechts een hele theorie gaat opzetten over het speciale priesterschap van de ambtsdragers, maar daarvan zelfs de gewone gelovigen die wèl priesters worden genoemd in de Bijbel, geheel en al afhankelijk gaat maken. Althans ik meen het zo te moeten zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1968

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

PROF. BRUGMANS OVERIECHT EN CELIBAAT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1968

In de Rechte Straat | 32 Pagina's