IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Gij zijt Petros

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gij zijt Petros

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Joh. 20:21b—23

„Gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zend Ik ook ulieden. En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt de Heilige Geest. Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden" (S.V.).

„Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. Na deze woorden blies Hij over hen en zeide: Ontvangt de heilige Geest. Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven, en wier zonden gij niet vergeeft, hun zijn ze niet vergeven" (R.K. Vert.).

ZO ZEND IK U

Geen gelijkheid van zending

Iedereen, ook de r.k. theologen, zijn het ermee eens, dat Jezus niet bedoelt, dat Hij de apostelen zendt op precies dezelfde wijze zoals ook Hij door de Vader is gezonden. Christus is door de Vader gezonden om door het offer van het kruis ons te redden, van de eeuwige dood. Dit offer behoeven de apostelen niet nog eens over te doen.

Trekken van gelijkenis

De zending van de apostelen door Christus vertoont dus slechts trekken van gelijkenis met de zending van Christus door de Vader. "Welke die trekken van gelijkenis zijn tussen de zending van Jezus en de zending van de apostelen moeten we niet gaan beredeneren met ons verstand, maar uit de Schrift zelf opdiepen.

De Getrouwe Getuige

In een van onze vorige artikelen hebben we getracht aan te tonen, dat het eigenlijke van de opdracht voor de twaalf apostelen bestond in de roeping om te getuigen, dat Christus waarlijk is opgestaan uit de doden en dat deze opgestane Heiland dezelfde persoon is, die zij hadden gekend vóór Zijn dood (zie Hand. 1:21-22). Hierin zien wij heel duidelijk een trek van gelijkenis met de zending van Christus. Christus is immers gekomen om de Vader te openbaren (Joh. 1: 18). Daarom wordt Hij in Openb. 1: 5 „de getrouwe getuige" genoemd.

De Geest van het getuigenis

Een andere trek van gelijkenis is het volgende: Christus begint zijn openbare zending pas te vervuilen, nadat de H. Geest op Hem was neergedaald,

„Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen". „Toen, werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel" (Matth. 3:16; 4:1).

Zo ook de apostelen: „Hij beval hun (de apostelen) Jeruzalem niet te verlaten maar de belofte van de Vader af te wachten, die, zo zeide Hij, gij van Mij gehoord hebt. Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest". „Maar gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde" (Hand. 1:4-5, 8. RKV).

Dat blijkt ook duidelijk uit de woorden van Jezus bij Zijn afscheidsrede: „Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen; en gij moet ook getuigen, want gij zijt van het begin aan met Mij" (Joh. 15:26-27).

In deze laatste woorden horen we weer opnieuw de eigenlijke roeping van de apostelen: Getuigen van Christus, dat Hij, die zij vanaf het begin van Zijn openbaar optreden gekend hebben, gekruisigd is, maar ook opgestaan is van de doden. Zo zullen zij — door dit getuigenis — het fundament worden van de Gemeente van Christus. In deze zin zullen wij door het woord van de apostelen in Christus geloven (Joh. 17:20).

De unieke zending van Christus

Eerst spreekt Jezus deze woorden: „Gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zend Ik ook u". Daarna blaast Hij over de apostelen en zegt dan: „Ontvangt de Heilige Geest".

Wij zullen dus de gelijkheid van zending daarin moeten zoeken, dat gelijk Jezus door de Geest van de Vader gedreven, gezonden werd, zo ook de apostelen door diezelfde Geest, die ook de Geest van Jezus is, gezonden worden. Jezus zendt Zijn apostelen dus niet uit als mensen die Zijn middelaarstaak overnemen. Die taak als Middelaar heeft Jezus immers vervuld als vleesgeworden Zoon van God en deze taak kon Hij alleen vervullen. Daar kon de Heilige Geest a.h.w. zich niet mee bemoeien. Die Geest kon Jezus wel sterken tot die taak, Hem troosten en leiden. Maar alleen Christus als Zoon van God en zoon van mensen kon het offer der verzoening brengen en de verzoening tussen de Vader en het verloren mensdom weer tot stand brengen. Hij alleen kon vanwege zijn mensheid de prijs betalen met Zijn bloed.

Uitbeelding' van de Geest

Het blazen van Jezus over de discipelen doet ons denken aan Gen. 2:7, waar de Here de levensadem blies in de neus van het uit klei gevormde mensenlichaam. Adam wordt daardoor niet een nieuwe God, een andere God, maar ontvangt dan het leven van God.

Zo is het onjuist om aan te nemen, dat Jezus door dit gebaar van zijn apostelen „andere Christussen" maakt, zoals de r.k. kerk het voorstelt. Zij ontvangen slechts een deelname aan Zijn levende Geest, Door die Geest zullen ze gesterkt worden voor hun taak: getuigen te zijn van het unieke werk van Christus als enige Middelaar tussen God en de mensen (1 Tim. 2:5). Die Geest zal ook hen leiden en troosten.

Vanwaar komt de Geest?

In Joh. 3:8 vergelijkt Jezus de Geest met de wind d.i. lucht die door verborgen natuurkrachten in beweging wordt gebracht. „De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet vanwaar hij komt of waar hij heen gaat; zo is eenieder die uit de Geest geboren is".

Dat herinnert ons aan het visioen, van Ezechiël over de dorre doodsbeenderen. Ezechiël krijgt daar deze opdracht: „Profeteer tot de geest; profeteer, mensenkind! en zeg tot de geest: Zo zegt de Here HERE: Gij Geest! kom aan van de vier winden (= windstreken), en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden" (Ez. 37:9). En in vers 14 spreekt de Here dan tot Zijn volk: „Ik zal Mijn Geest in u geven en gij zult leven".

Het lijkt mij, dat Jezus hier wil uitbeelden, wat Hij trouwens reeds duidelijk in Zijn afscheidsrede had gezegd, dat de Heilige Geest (niet alleen, uit de Vader, maar ook) uit Hem voortkomt, zoals ook de adem die Hij uitblies over de apostelen, uit Hem voortkwam.

Een eerste konklusie

Wanneer de eigenlijke roeping van de apostelen bestaat in het getuigen zijn van Christus, dan kunnen we volledig begrijpen, dat de Schrift steeds er de nadruk op legt, dat Jezus Christus als Middelaar een enige en onherhaalbare roeping heeft gehad en dat Hij door Zijn kruisoffer eens en voor goed de Zijnen met God verzoend heeft. Dan begrijpen we ook, dat de leer van Trente dat de r.k. mis een „waar en echt verzoeningsoffer" is, een zeer ernstige en voor elk kind van God pijnlijke afdwaling is en dat daarom de Heidelbergse Katechismus zo fel kan zijn in de afwijzing van de mis.

Het Middelaarschap van Christus is enig en onvervangbaar en wij mogen Hem niets van die eer roven door op een of andere manier dat Middelaarschap te willen voortzetten.

Wij weten natuurlijk heel goed, dat de r.k. kerk niets wil afdoen van de eer van Christus. Integendeel. Zij meent dat de eer van Christus juist vergroot wordt doordat in de mis elke dag opnieuw Zijn offer aan God wordt opgedragen door middel van de r.k. priesters. Maar wij hebben het al dikwijls gezegd: Niet wij moeten met onze goed bedoelde menselijke redeneringen uitmaken, hoe God gediend moet worden. Dat heeft God zelf uit te maken, en wát God wil, kunnen we alleen vinden in de Bijbel en niet in onze menselijke rede. En juist de Bijbel spreekt in klare taal over het éne, volmaakte offer van Christus, dat op geen enkele wijze herhaald kan worden, ook niet door een opnieuwtegenwoordigstelling in die zin, dat daardoor een echt en waar offer zou plaatsvinden.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Gij zijt Petros

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's