IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Gods soevereiniteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods soevereiniteit

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is moeilijk onder woorden te brengen, wat ik daarmee bedoel. Ik wil het echter proberen.

De Almachtige, de Overmachtige

Wie de Bijbel leest, althans als hij die onbevangen leest, zal telkens onder de indruk komen van de almacht, ik zou bijna zeggen: van de overmacht van God. God staat volkomen in het middelpunt van de Bijbel. Hij is degene die spreekt, handelt, leidt. Hij omvat alles en allen.

Wel is het zo, dat de mensheid van God is afgeweken in de zonde. Maar dan treedt God weer opnieuw op en zendt Zijn eigen Zoon om Zijn plannen toch door te voeren, „opdat God zij alles in allen" (1 Kor. 15:28).

Hoe groot zijt Gij!

Wanneer men deze volstrekte opperheerschappij van God op zich heeft laten inwerken, dan kan, onder de bewerking van de H. Geest, in onze harten een gevoel van overweldigend ontzag voor God ontstaan. Wij zinken dan neer in aanbidding en roepen dan als maar uit: „Hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!" Dan kunnen we met zulk een intens genoegen de psalmen bidden, waarin Gods naam wordt grootgemaakt. Dan is de lofverheffing onze spijs en onze drank. Dan is het voor ons een genieting om steeds maar weer de Here te huldigen.

Komt, laat ons jubelen!

„Komt, laat ons jubelen voor de HERE. Treedt toe, laten wij ons nederwerpen en ons buigen, knielen voor de HERE, onze Maker; want Hij is onze God, en wij zijn het volk dat Hij weidt, de schapen zijner hand" (Ps. 95).

„De HERE is Koning. De HERE is groot. Verhoogt de HERE, onze God, buigt u neder voor zijn heilige berg, want: Heilig is de HERE, onze God" (Ps. 99).

„Looft de HERE, mijn ziel. HERE, mijn God, Gij zijt zeer groot, Gij hebt U met majesteit en luister bekleed. Ik zal de HERE zingen, zolang ik leef, ik zal mijn God psalmzingen, zolang ik ben. Loof de HERE, mijn ziel. Halleluja" (Ps. 104).

„Hallelujah. Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid" (Ps. 107).

„Ik zal de HERE van ganser harte loven, in de kring der oprechten en in de vergadering. Groot zijn de werken des HEREN. Majesteit en luister is zijn doen, en zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand" (Ps. 111).

Ik ben gering; voor Uw ogen, o God

Ik zou zo nog wel een heel eind kunnen doorgaan met het aanhalen van teksten uit de psalmen, waarin God geprezen wordt in zijn grootheid. Maar leest u zelf maar eens die psalmen. Ze zijn zo wonderbaar mooi.

Wat ik echter zeggen wilde, is dit: Wanneer uw ogen zijn opengegaan voor de grootheid van God, dan beleeft u tegelijk uw eigen nietigheid. U hebt dan een behoefte om steeds weer weg te zinken voor deze grote God. U voelt uzelf gering, nietsbetekenend, voor Zijn ogen.

Vreugde om deze geringheid

En het merkwaardige is, dat dit u geen pijn doet. Wanneer wij ons klein voelen tegenover andere mensen, dan kan dat heel veel pijn doen. Dat is het beruchte minderwaardigheidsgevoel, dat oorzaak kan worden van allerlei psychische kwellingen en zielsziekten.

Maar wanneer wij deze grote God hebben leren kennen als ONZE God in Jezus Christus, de God van het Verbond, waarover de psalmen zingen, dan doet dit besef van onze nietigheid tegenover Hem geen pijn, maar geeft een gevoel van geborgenheid bij Hem. En hoe dieper we onze nietigheid ervaren, des te meer kunnen wij iets beleven van zijn alles overtreffende heerlijkheid.

Een vraag:

Is er in uw leven deze lofprijzing van God? En is de ere-dienst 's zondags in uw gemeente werkelijk een dienst, waarin wij de ere aan God brengen? Wordt er dan gejubeld om Gods majesteit, zoals de psalmen van het Oude Testament dat reeds deden? Is die dienst een feest? — het feest van de verheerlijking van onze, van uw God?

Heilig, heilig, heilig

Een bijzonder aspekt van de soevereiniteit van God is Zijn heiligheid tegenover onze zondigheid.

En ook hier geldt hetzelfde: Hoe dieper wij onze zondigheid ervaren, hoe verblindender voor ons de heiligheid Gods wordt, en: hoe meer wij schouwen in de heiligheid Gods, des te meer zullen wij oog krijgen voor onze zondigheid en die verafschuwen.

Wanneer wij, door Gods Geest verlicht, gezien hebben, hoe Gods heiligheid in Jezus Christus wordt tot barmhartigheid voor ons, dan komt in ons een onweerstaanbaar verlangen op om te roemen in de genade van God. En ook in dit roemen van Gods genade gaan de psalmen ons voor:

Barmhartig is de HERE

„Barmhartig en genadig is de HERE, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid. Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden; maar zo hoog de hemel is boven de aarde, zo machtig is zijn goedertierenheid over wie Hem vrezen. Zover het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons; gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt zich de HERE over wie Hem vrezen" (Ps. 103).

„Genadig is de HERE en rechtvaardig, onze God is een ontfermer" (Ps. 106). „Als Gij, HERE, de ongerechtigheid in gedachtenis houdt, Here, wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. Israël hope op de HERE, want bij de HERE is goedertierenheid, bij Hem is veel verlossing" (Ps. 130).

„Ik zal van de heerlijke luister uwer majesteit en van uw wonderdaden gewagen. Zij zullen spreken van de macht uwer geduchte daden en uw grootheid wil ik vertellen. Zij zullen de roem uwer grote goedheid verkondigen, en jubelen over uw gerechtigheid" (Ps. 145).

„Opdat niemand roeme" (Ef. 2:9)

Vanuit dit besef van de overweldigende grootheid en barmhartigheid Gods wijst de reformatie elke menselijke zelfroem of zelfhandhaving tegenover God af.

Rome kan dan wel antwoorden: Maar Gods soevereiniteit is zo groot, dat deze soevereiniteit niet verminderd, maar juist geaccentueerd wordt door de menselijke mede-werkzaamheid. De mens is geen concurrent van God.

Filosofisch is hier niets tegen te zeggen. Maar wanneer wij ons laten onderwijzen door de Bijbel alleen, door wat God daarin tot ons zegt, dan zullen wij dergelijke gedachten afwijzen.

Smaakt en ziet

Dan zullen wij afwijzen de leer van Trente, dat de begenadigde mens de hemel door zijn goede werken waarlijk verdient, of van Paulus VI, dat Christus de opbouw van het lichaam van de Kerk aan de apostelen en aan de kerkelijke hiërarchie zou hebben toevertrouwd, en de levendmaking van dat lichaam aan de H. Geest.

Vanuit de filosofie zullen wij de idee van een jaloerse God niet kunnen aanvaarden. Maar de Bijbel spreekt zeer duidelijk over God die naijverig is, bv. op de beeldenverering.

Daarom kunnen wij in deze punten ook niet met onze r.k. medemensen gaan redeneren. Dit is een kwestie van „zien". Het is alleen de H. Geest die ons deze visie kan geven op de soevereiniteit Gods. En wij van onze kant kunnen slechts getuigen van deze soevereiniteit, zoals wij die in onze ziel ervaren. En verder wijzen wij op de Bijbel. Lees en zie! „Smaakt en ziet, dat de HERE goed is" (Ps. 34:9).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1966

In de Rechte Straat | 36 Pagina's

Gods soevereiniteit

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1966

In de Rechte Straat | 36 Pagina's