IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

ONVOLKOMEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONVOLKOMEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden, want wij kennen ten dele" (l Kor. 13).

Aan al het aardse kleeft het onvolkomene. Zelfs ons innigste kennen van de Heere is slechts stukwerk. In de ontmoeting met Hem hijgen we naar Zijn volheid en diepte. We willen meer van Hem weten, altijd meer. We willen Hem omvatten, omvangen.

Dat kan niet anders, want dat is eigen aan elke liefde.

Liefde wil doordringen in de ander; echter wel zó dat je de ander in zijn/haar eigenheid blijft bevestigen.

Diezelfde trek heeft ook de liefde tot God. Wanneer je één keer al is het ook maar een druppel gedronken hebt uit de beker van Zijn heerlijkheid, dan verlang je die heerlijkheid met volle teugen binnen te halen.

Wanneer je Zijn liefde gezien en geproefd hebt, wil je daarin verzinken. Dan wil je verwonderend en aanbiddend verwijlen in dat levende paleis van licht en leven.

En tegelijk bevestig je de eigenheid van God. Je wilt Hem omhelzen én sidderend voor Hem terugdeinzen.

Je wilt uitroepen: "O God, ik heb U zo lief om uw eigen lieflijkheid. U bent een en al verrukking voor mij. O trek mij naar U toe, haal mij binnen in U".

En tegelijk herhaal je vol ontzag: "Hoe groot zijt Gij! Hoe groot zijt Gij!".

Die spanning naar God toe ontspruit aan dat "kennen ten dele". We vinden dat ook terug in Hosea 6:3: "Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen om de Heere te kennen".

"Dan zullen wij kennen, - jagen naar het kennen van Jahwe" (Vert. Prof. Gispen).

"Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden" (v. 10).

Wat bedoelt Paulus met het volmaakte (to teleion) dat komen zal? Daarmee bedoelt hij de komende aioon, de bedeling die aanbreekt met de wederkomst van Christus. Hij beschrijft die voleinding der tijden in 1 Kor. 14:24 e.v.: "Daarna zal het einde (telos) zijn". "To teleion" van I Kor. 13:10 kunnen we dus ook vertalen: "datgene wat met het einde, het doel, te maken heeft".

Aan het einde der tijden zal Christus alles af maken. Hij is met dat "afmaken" begonnen, toen Hij aan het kruis proklameerde: "Het is volbracht - tetelesthai" (Joh. 19:30). Door Zijn verzoenende lijden en sterven had Hij de grondslag gelegd voor Zijn voltooiende werk. Op die heilige basis zou Hij voortbouwen met als einddoel: "opdat God zij alles in allen" (1 Kor. 15:28).

Over die tijd van de voleinding van alle dingen schrijft Paulus: "Nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben" (v. 12).

Ik moet erop wijzen dat Paulus in het eerste gedeelte van deze zin het eenvoudige woord "ginooskoo" voor 'kennen' gebruikt, maar in het tweede gedeelte gebruikt hij het woord "epignoosomai". Het voorzetsel 'epi' betekent 'op'. Je zou het dus zo kunnen omschrijven: "Maar dan zal ik supra-kennen met een kennis die boven op het ten dele kennen van nu komt".

Paulus zegt: God kent mij nu al met die epi-gnoosis, met die supra-kennis. Maar dan zal ook ik God kennen met een dergelijke supra-kennis.

Natuurlijk kunnen wij God ook dan niet omvatten. Dat zegt de Bijbel meerdere malen. Maar het zal wel een direkte kennis zijn, niet meer "door een spiegel in een duistere rede, maar aangezicht tot aangezicht".

Broeder, zuster, die dit leest: Eens zal dit geschieden. Eens valt dit onvolkomene weg. Eens zullen wij mogen opgaan naar en in de Geliefde. Dan is ons kennen geen stukwerk meer. Dan zal de tempel van ons lichaam beven, wanneer de wolk van Zijn heerlijkheid ons geheel vervullen zal (zie Jes. 6:4).

Mede-kind Gods, straks zullen u en ik ons mogen verliezen in Hem, terwijl we tegelijk ons volkomen zullen hervinden in Hem. Want ook de Heere heeft ons waarachtig lief en dat betekent dat ook Hij ons in onze eigenheid houden wil.

De Heere wil dat wij tegenover Hem blijven staan, geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, maar niet als een deel van Hem. Hij wiljuist vanuit dat eigene van ons, door Hem herschapen, 'ik' horen: "Ik heb U lief; ik heb U lief uit de grond van mijn ganse wezen zoals het door U bedoeld was, toen U de mens schiep".

Dat kennen in de tijd van de volkomenheid zal zo totaal anders zijn. dat Paulus van het kennen van nu zegt dat het te niet gedaan zal worden. Wat moet dat dan niet een onvoorstelbare zaligheid zijn!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

ONVOLKOMEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's