IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Het leven van de eerste gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het leven van de eerste gemeente

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Misschien vinden we in het leven van de eerste gemeente het eigenlijke antwoord op de vraag, waarom het christelijk geloof zich zo snel heeft verbreid in de eerste eeuw. Laten we daarom heel aandachtig luisteren naar dat leven van de eerste gemeente, zoals we dat beschreven vinden in Handelingen 2 :42 - 47.

En zij waren volhardende in de leer der apostelen

De grond van het leven van de eerste gemeente was dus die aparte leer over Jezus. Dr. K. H. Miskotte parafraseert dit aldus: „Zij volhardden in de leer der apostelen…, dat wil niet zeggen: zij hielden vast aan de waarheid daarvan, maar: zij bleven bezig zich door de levende stem der apostelen te laten onderrichten". En dr. C. H. Lindijer konkludeert: „Miskotte's opmerking helpt om „de volharding in de leer van de apostelen" niet als iets stars te zien".

Een tweede opmerking: de eerste gemeente aanvaardde dus duidelijk van God gegeven leraars, die met de Heilige Geest vervuld waren. Ze waren allerminst een babbelende gespreksgroep.

…en in de gemeenschap

Dit (koinoonia) is een centraal woord voor het leven van de eerste gemeente. Ze waren van en voor elkaar, omdat ze van en voor Christus waren. De Geest van Jezus Christus maakte hen tot één levend en groeiend gebouw, tot een tempel, heilig in de Heere, tot een woonstede Gods in de Geest (Ef. 2:21- 22).

Ze scheidden zichzelf niet af van het officiële jodendom. Ze bezochten dagelijks eendrachtig de tempel (vs. 46). Ze begonnen niet meteen met de polemiek, maar zochtert de Joden eerst te winnen door het getuigenis van het Woord en van hun onderlinge liefde. Later wordt de taal scherper. Denk aan de rede van Stephanus. Daarin voltrekt zich duidelijk een breuk: „Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij weerstaat altijd de Heilige Geest". „Gij zijt nu verraders en moordenaars geworden van de Rechtvaardige" (7:51 - 52). Wie zo iets tegen de kerkleiders zegt, scheidt zichzelf daardoor metterdaad af. Hij roept daarmee in feite de ban over zichzelf af; voor Stephanus betekende dat de steniging.

We mogen dus uit het aanvankelijke blijven bezoeken van de tempel niet konkluderen dat afscheiding van een dwalende kerk nooit geoorloofd zou zijn, maar wél dat we tot het uiterste moeten proberen de kerk terug te roepen naar de levende waarheid, naar Christus.

Uit alles blijkt ook dat de onderlinge gemeenschap en niet de tempel voorop stond. Dat is ook op te maken uit de handelwijze van Paulus. Hij bezocht steeds in de eerste plaats de synagoge.Maar wanneer hem niet meer werd toegelaten het Evangelie te verkondigen, scheidde hij zich van de Joden af en ging naar de heidenen. Paulus volgt daarbij dezelfde lijn als Stephanus die hij heeft laten stenigen, en als Jezus Zelf.

… en in de breking van het brood.

Het lijkt mij onjuist dit uitsluitend van de viering van het Avondmaal te verstaan. We komen zulk een duidelijke scheiding tussen het gewone eten én het vieren van het Avondmaal in het N.T. niet tegen. De vroege gemeente kwam bij elkaar om samen in liefde met elkaar te eten en zulk een maaltijd eindigde dan in de viering van het brood. Zie 1 Kor. 11 : 17 - 34. Paulus veroordeelt daar de Korinthiërs, omdat zij wel samenkwamen, maar de gescheidenheid tussen rijken en armen doortrokken tot in die liefdemaaltijden. Hij schrijft dat ze dan maar beter thuis kunnen eten, wanneer ze die gezamenlijke maaltijd niet zien als een vieren van hun onderlinge liefde in de Heere en alleen maar als een gelegenheid om luis honger te stillen (vs. 34). Ook Judas schrijft over dergelijke misbruiken bij de liefdemaaltijden (vs. 12).

We zullen dat moeten zien als onze feestmaaltijden bij bruiloften of jubilea. Maar die eerste gemeente leefde blijkbaar altijd in een feeststemming. Daarom hadden ze er intense behoefte aan om de vreugde met elkaar te delen in gezamenlijke maaltijden, waarbij ze dan met name ook de dood en de opstanding van hun Heere met elkaar vierden in brood en wijn.

…en in de gebeden

Ook het gebed nam een centrale plaats in bij de eerste gemeente. Daarmee waren ze al begonnen meteen na de hemelvaart (1 : 14) in een intense smeking om de neerdaling van de Geest.

En het is duidelijk dat die bidstonden toch niet gecamoufleerde preekstonden waren zoals bij onze kerkelijke bidstonden meestal het geval is. Er moet daar veel spontaniteit geweest zijn. Hoe kan het ook anders bij deze mensen, die zozeer vervuld waren met de Heilige Geest?

Van de andere kant zullen ze ook graag de psalmen hebben voorgelezen, misschien gezongen. Maar de vraag of je die psalmen alleen maar niet-rythmisch zou mogen zingen, speelde toen totaal geen rol.

… en hadden alle dingen gemeenschappelijk

Niet dat ze het privaat-bezit veroordeelden; zie Hand. 5 : 4. Maar ze konden geen armoede bij elkaar zien. Ze konden het niet over hun hart verkrijgen dat een broeder niet voldoende te eten zou hebben en behoorlijke kleding, om dan tegen hem te zeggen: „Ga heen in vrede; word warm en word verzadigd", (Jak. 2 : 16), zonder hem van het nodige te voorzien. Dan verkochten ze nog liever hun bezittingen.

…eendrachtig

Niet dat het allemaal heiligen waren. Dat merken we wel in Hand. 6. Dan dreigt er rassendiskriminatie. Maar daar wordt dan ook meteen een oplossing voor gevonden. Men berust er niet in. De diakenen worden aangesteld.

… met verheuging

Ja, wat waren dat blije mensen! Het was een plezier onder hen te verkeren. De vreugde om de Heere, levend in hun midden, straalde uit heel hun omgang met elkaar. Ja, daar moest wel veel aantrekkingskracht van uitgaan. We zoeken immers allemaal de vreugde. We houden niet van zwartgallige mensen.

… en eenvoud des harten

Wat een verademing moet het zijn geweest om in zulk een gemeente te mogen leven, waar er geen gewichtigdoenerij is; waar je niet voortdurend moet letten op de titels en strepen, waar ieder op staat; waar je ongedwongen, zonder allerlei plichtplegingen, bij elkaar kunt zijn; waar men je woorden niet voortdurend op een dogmatisch of bevindelijk weegschaaltje plaatst; waar je heel eenvoudig, met je eigen woorden, je dankbaarheid kunt uitspreken over de enige troost in leven en sterven nl. dat je je het eigendom weet van Jezus Christus door genade en geloof alleen; waar men je niet een ingewikkelde weg voorschrijft, voordat je eindelijk mag getuigen dat je een kind van God bent, waar je niet telkens hoeft te dansen naar de pijpen en hobby's van iemand die zichzelf aan de gemeente wil opleggen; waar de Geest des Heeren aanwezig is en met Hem de vrijheid (2 Kor. 3:17).

ONZE VRAAG:

Is dat nu niet meer mogelijk? Maar ik heb het zelf meegemaakt in Brazilië, nl. in de gemeente van Rio de Janeiro, die mij na mijn breuk met de R.-K. Kerk met zoveel liefde heeft opgevangen. Ik denk nog altijd met heimwee aan die mooie tijd terug.

En ik heb die gemeenschap ook ervaren in de gemeenten van Chili, met name in de „pinkster"-gemeenten aldaar. Ik proefde daar diezelfde vreugde en eenvoud des harten van de gemeente van Hand 2.

Ik geef toe: het valt niet mee. Wij zijn zozeer belast en beladen met allerlei zware tradities, dat we die maar moeilijk aan de voeten van Jezus kunnen neerleggen. Maar nog altijd is er dezelfde Geest als van het begin. En „Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in eeuwigheid" (Hebr. 13:8). Hij is bij machte om door Zijn Woord en door Zijn Geest bij ons die geest te herstellen van gemeenschap, van eendrachtig gebed van vreugde en eenvoud des harten. Laten wij Hem daarom eendrachtig bidden.


Hierbij f 1315, - voor de Nieuwe Testamenten in Brazilië. Het is de opbrengst van onze „Oud Papieraktie" van ons Zendingsfonds in Schoonhoven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1980

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Het leven van de eerste gemeente

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1980

In de Rechte Straat | 32 Pagina's