IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

De Heilige Geest tegenover de tijdgeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heilige Geest tegenover de tijdgeest

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijdgeest is een merkwaardig verschijnsel. Hoe komt het dat bepaalde zaken „in" zijn? Laat ik eens een paar voorbeelden geven.

Het is „in" dat je tegen Zuid-Afrika bent, tegen de apartheidspolitiek in dat land. J e hoort te beweren dat apartheidspolitiek per se ook rassendiscriminatie is. Een krant in Nederland die zichzelf respekteert, die althans een voldoende aantal abonnees wil bewaren, moet rekening houden met wat op dit moment „in" is. Zulk een krant behoort op gezette tijden duidelijk te laten zien, hoezeer de redaktie gekant is tegen Zuid-Afrika.

Nog een ander voorbeeld. Tijdens de oorlog in Vietnam was het „in" om Amerika te veroordelen vanwege de steun die dat land gaf aan de toenmalige wettige regering. Allerlei protestdemonstraties werden er tegen de VS gehouden. Thans is het voor iedereen duidelijk, hoe verschrikkelijk de situatie in Vietnam is sinds de machtsovername door de communisten. Velen wagen hun leven in kleine bootjes over de ruwe zee om te vluchten uit die verschrikkelijke hel, waar de mensenrechten volkomen met voeten worden getreden. Maar desondanks wordt in de pers nauwelijks aandacht aan die hel besteed en van een protestmars naar het consulaat van Vietnam in Den Haag is helemaal geen sprake.

De Wereldraad van Kerken ijvert ervoor om de boycot tegen Zuid Afrika zo sterk mogelijk doorgevoerd te krijgen. Ze probeert allerlei banken, vooral de Amrobank, daartoe onder druk te zetten. Maar over een boycot van Rusland hoor je niets.

En dat, terwijl het in Zuid Afrika gaat over een kwestie van praktische politiek nl. of je een beleid moet voeren van eigensoortelijke ontwikkeling van de rassen met als praktisch doel het creëren van verschillende thuislanden voor de rassen, die dan later samen een federatie van staten vormen, ofwel een beleid van onmiddellijke integratie van alle rassen. Maar achter het IJzeren Gordijn worden oude cultuurvolken, die eeuwenlang een zelfstandige staatsvorm hebben gekend, onder dwang als satellieten aan Rusland vastgeklonken. En daar nauwelijks enig protest tegen.

In Zuid Afrika is persvrijheid, in Rusland niet. In Zuid Afrika is er een onafhankelijke rechtsspraak, in Rusland niet. Solzjenitsyn schrijft volledig gedokumenteerde boeken over de verschrikkingen van de Russische concentratiekampen. Daarover zwijgt de pers zoveel mogelijk. Maar zodra de politie in Zuid Afrika zich bij relletjes wat onbeheerst heeft gedragen, staat dat de volgende dag op de voorpagina's van de kranten van de wereldpers.

Begrijp me goed: ik wil geen pleidooi voeren voor de apartheidspolitiek van Zuid Afrika. Ik wil niet behoren tot die Nederlanders die het allemaal precies weten te zeggen wat er in andere landen fout of goed is, terwijl diezelfde Nederlanders onmiddellijk de straat op gaan, wanneer van hen een offer in loonmatiging wordt gevraagd om de werkeloosheid te bestrijden. Het gaat mij om dat merkwaardige verschijnsel van die tijdgeest, die vaak zo volkomen onredelijk is. Als iets „in" is, dan is het onbegonnen werk om daar tegenin te gaan. Het is vechten tegen de bierkaai. Dan geldt het oude gezegde: „De een mag een koe stelen en de ander mag nog niet eens tot het hek komen".

De vraag is nu: Hoe komt het dat iets „in" is? Hoe wordt iets of iemand populair? Soms is dat duidelijk aanwijsbaar. Dan zit er een groot kapitaal achter. Holywood kan er bijv. voor zorgen dat de massa weg raakt van John Travolta. Want dat brengt heel wat geld in hun laadje.

Maar meestal is die reden niet zo aanwijsbaar. Dan moet je vaak gissen naar de achtergronden. J e zou je kunnen afvragen: Zijn het de grote persbureaux, die maken dat iets „in" is? Dat geloof ik niet. Die persbureaux willen immers ook geld verdienen. Zij zijn dus zelf afhankelijk van wat „in" is en wat niet „in" is en ze selekteren daarnaar hun berichten.

Nee, dan lijkt het mij eerder voor de hand te liggen dat de tijdgeest sterk wordt beinvloed, misschien wel definitief wordt gevormd door de grote wereldmachten. En ik denk daarbij in de eerste plaats aan de wereldmacht van het communisme. Deze wereldmacht heeft een duidelijke denkrichting, nl. de ideologie van het marxisme. De westerse wereld heeft niet zulk een eigen denkrichting, die geladen is met semi-religieuze kracht.

Zo is het misschien te begrijpen dat alles wat momenteel „in" is, een althans vage pro-marxistische trek heeft. En alles wat maar enigszins riekt naar de VS, wekt overal weerzin. Die wereldmacht van het communisme kan putten uit enorme kapitalen van de communistische landen, vooral van Rusland. Ze kan gebruik maken van de inlichtingendienst en het spionage systeem van die landen.

Allerlei zaken kunnen plotseling „in" zijn. Zelfs Jezus is een tijd lang zeer populair geweest. Denkt u maar aan ,Jesus-Superstar".

En ook in allerlei moderne theologieën dweept men bijna met Jezus, de man van Nazareth. In de bevrijdingstheologieën van Latijns Amerika wordt Hij vaak op één lijn gesteld met Marx. Jezus wordt aldus ook door de communisten geannexeerd en voor hun karretje gespannen.

Maar weet u, wie nooit populair is geweest en dat ook nooit zal worden? Dat is Christus. Hij zal nooit „in" raken. Want Hij gaat radikaal in tegen de tijdgeest. Hij doorlicht die tijdgeest als ten diepste alleen maar kille zelfzucht, zelfaanbidding. Christus laat door Zijn Woord zien, hoe alles in de tijdgeest draait om de mens. De mens is daarbij uitgangspunt, doel en norm. Er is een jaar geweest van de rechten van de vrouw. 1979 is het jaar van het kind. Er is een jaar van het dier. Maar er zal nooit een jaar van God komen. De rechten van God zullen nooit „in" zijn, wel de rechten van de mens.

Jezus, de man van Nazareth, wil men wel op de schouders dragen en de massa wil hem het „hosanna!" toeroepen en naar hem wuiven met palmtakken, mits hij zich voegt naar hun wensen. Hij moet zijn als „een van de goden die voor ons aangezicht gaan" (Ex. 32:1). J e moet hem kunnen ronddragen in triomf als een gouden kalf.

Maar van de Christus der Schriften wil men niets weten, want Hij vraagt dat w sterven aan onszelf, dat wij ons voor God vernederen en erkennen dat wij voc eeuwig schuldig zijn en slechts uit genade, op grond van het verzoenende wei van Christus, gered kunnen worden.

Zulk een prediking van de volstrekte genade gaat radikaal in tegen onze diepst natuur. Wij voelen dat terecht aan als een ontluistering van ons mens-ziji wanneer wij die boodschap voor het eerst horen. En slechts wanneer de Heilig Geest ons verlicht, kunnen wij tegelijk door die boodschap heen horen d geweldige verheffing, die de genade voor de mens betekent. Die Geest doet on zien, hoe wij daardoor deel krijgen aan de goddelijke natuur (2 Petr. 1:4) en ho Hijzelf in onze lichamen wil wonen als in een tempel, zodra wij tot geloof in Christus zijn gekomen.

Daarom staan de tijdgeest en de Heilige Geest li jnrecht tegenover elkaar. Inde brie: aan de Romeinen gaat Paulus daar wat dieper op in. Hij beschrijft daar de vijandschap van het vlees d.i. van onze zondige menselijke natuur tegen de Heilige Geest: „Zij die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, er zij die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest. Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven. Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan God; trouwens, het kan dat ook niet: zij die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen" (Rom. 8: 5-8).

Maar nóg hebben we de vraag niet afdoende beantwoord: Wie vormt de tijdgeest? Wie bepaalt wat op een gegeven ogenblik „in" is?

Ik geloof niet dat we het antwoord daarop uitsluitend in de wereld van de mensen moeten zoeken. Je kunt in de tijdgeest niet een gesloten menselijk-logisch systeem ontdekken. Daarvoor zijn de uitingen van de tijdgeest vaak te bizar, te onsamenhangend, soms ook te beestachtig.

Een ander brein moet er achter schuil gaan. Er moet een giftige slang achter zitten, die al die vuile plannen uitbroedt. En de Bijbel zegt dat ook. We lezen van een Beest dat in de volkerenzee woedt en daaruit opkomt om de laatste strijd aan te binden tegen God en tegen Diens Gezalfde. Hij jaagt de golven van de haat op over de volkerenzee. Hij heeft er een demonisch pleizier in om die golven telkens te doen breken in een woeste branding. Hij verlustigt zich in het opspattende schuim. Hij heeft een eigen demonische logica, die wij niet kunnen volgen en die ons voortdurend voor pijnlijke verrassingen stelt.

De Satan wordt in het Evangelie vanjohannes drie keer (12:31; 14:30 en 16:11) „overste (archoon) van deze wereld" genoemd. We moeten zo iets niet vervluchtigen. De Satan ziet niets liever dan dat we niet of nauwelijks geloven in zijn bestaan. Dan kan hij des te meer ongehinderd zijn lugubere spel spelen en dirigeren van achter de coulissen van het wereldgebeuren.

Paulus waarschuwt ons ook: „Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers dezer wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht" (Ef. 6:12). Ons gevecht gaat ten diepste niet tegen mensen van vlees en bloed, maar tegen een heel leger van boze geesten rondom ons.

Maar Gode zij dank: „In dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad" (Rom. 8:37).

En vlak voor Zijn laatste lijden zegt Jezus: „Nu is het oordeel dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden" 0oh. 12:31). En in Zijn afscheidsrede belooft Hij dat Hij de Heilige Geest van de Vader zenden zal, die Geest die de wereld overtuigen zal „van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is" (Joh. 16:11).

En als Paulus in Ef. 6 de wapenrusting Gods beschrijft, die wij moeten aantrekken om stand te kunnen houden in de strijd tegen de boze geesten, dan noemt hij daar „het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord" en dan roept hij ons op om „te allen tijde te bidden in de Geest".

En daartoe zou ik u, luisteraars, dan ook dringend willen opwekken. Als Johannes de Doper het onderscheid tussen hem en Christus wil aangeven, dan zegt hij: „Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt… zal u met de Heilige Geest en met vuur dopen" (Mat. 3:11). Laat u dan door Christus dopen, onderdompelen in Zijn Heilige Geest. Bidt aanhoudend in die Geest. Adem door het geloof Zijn heilige tegenwoordigheid, Zijn goddelijke kracht, in. Vul uw geestelijke longen met de Heilige Geest. Laat uw eigen geest helemaal doordringen van de Heilige Geest. En dat gebeurt, wanneer u intens en eerbiedig luistert naar het Woord Gods. Dan zult u leren onderscheiden wat van de tijdgeest komt en wat uit de Geest geboren is.

Maar… wilt u die gave van de onderscheiding der geesten (1 Kor. 12:10) in steeds grotere mate ontvangen, dan is het nodig dat u uw eigen logische denken het zwijgen oplegt. Want niet alleen het denken van de demonen gaat onze menselijke logica te boven, zoals we gezien hebben, maar evenzeer het denken van de Heilige Geest. Paulus zegt dat uitdrukkelijk: „Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die van de Geest Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden" (1 Kor. 2:14). En hij werkt die gedachte nog verder uit in 2 Kor. 10: 3-6. Daar roept hij ons op om de schansen, de barricades die wij met onze redeneringen opwerpen tegen de alles te boven gaande kennis van God, als krijgsgevangenen te brengen onder de geloofsgehoorzaamheid aan Christus, zodat wij onvoorwaardelijk bereid zijn te aanvaarden wat de Geest van Christus ons door het Woord zeggen wil.

Ik meen dat dit de eigenlijke oorzaak is van de krachteloosheid van veel christenen en van veel kerken. Ze durven (en willen) niet eenvoudig als een kind achter Christus aan te gaan. Ze vertrouwen zich eerder toe aan de leiding van hun (vrome) vlees. Ze voelen zich veiliger bij allerlei tradities en gewoontes dan bij de aanwijzingen van de Bijbel. En ze hebben altijd wel weer een argumentje klaar om zich in hun eigen loopgraven te kunnen ingraven (om zo, zonder dat zij zich van die bedoeling bewust zijn, buiten schot van het Woord Gods te kunnen blijven). Als de Bijbel een al te grondige verandering van hun levenspatroon zou eisen, dan verschansen ze zich achter dit soort redeneringen: ,Je moet ook weer niet biblicistisch, overgeestelijk en al te radikaal zijn. We hebben toch niet voor niets ons verstand van God gekregen. Je kunt toch niet zo maar terug gaan naar de vorm van geloofsbeleving van de eerste christenen. De Heilige Geest heeft toch immers niet alleen in de Bijbel gewerkt, maar ook in al die eeuwen christendom, die daarna zijn gekomen. Enzovoort". Wat die laatste redenering betreft, precies zo heeft ook de r.-k. kerk altijd beweerd: „De Heilige Geest heeft de (R.-K.) Kerk steeds geleid; daarom zijn de uitspraken van deze kerk de „onmiddellijke" bron, waaruit wij Gods openbaring kunnen kennen, terwijl de Bijbel slechts de „verwijderde" bron is." Ik zie soms maar weinig verschil tussen deze leer van Rome en de praktijk van sommige protestantse kerkleiders. Het lijkt er vaak op dat ook zij de huidige beleving of de huidige belijdenisgeschriften beschouwen als de „onmiddellijke" en de Bijbel als de „verwijderde" norm voor leer en leven, voor denken en doen.

Laten we toch ophouden met die dwaasheid. Laten we ons onvoorwaardelijk overgeven aan wat de Geest door het Woord tot de gemeenten zeggen wil. Dan zullen we soms dingen moeten doen, die voor de wereld dwaasheid zijn, maar in feite goddelijke wijsheid; dingen die voor ons natuurlijke verstand vreemd aandoen en in lijken te gaan tegen onze menselijke logica, maar die in overstemming zijn met een hogere, met een goddelijke logica, de logica van de Heilige Geest. En in de kracht daarvan zullén wij dan in Christus meer dan overwinnaars zijn over de tijdgeest, over de demonische machten die deze verloren wereld regeren om ze naar de vernietiging te leiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 1979

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

De Heilige Geest tegenover de tijdgeest

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 1979

In de Rechte Straat | 32 Pagina's