Kerstmis

Door engelen geduid en door een ster gewezen,
Kwaamt G'eenmaal tot ons neder in de nacht.
Gij werd op aard gezien, en daarna haar ontrezen,
Bezit Gij thans, als Lam geslacht, de Allerhoogste Macht.

Dat laatste zouden wij vandaag niet zeggen, Here.
Want zelfs wat kerk heet, nam de macht in eigen hand.
Schaars telt men geld, in bloed, nog voor de Waarheid neder,
Maar houdt 't gevaarlijkst rif voor te bezeilen strand.

Zo toont Gij tòch vandaag de waarheid voor Uw woorden,
Want niets van wat er woelt en stoelt ontging Uw waakzaam oog.
Gij hebt altijd genoeg gezegd voor hen die horend hoorden;
Waar 't horen en het zien vergaat, daar knippert brauw en boog.

Gij zult hen troosten, Heer, die gaarne niet versagen.
Zond gij in zorgzaamheid ons niet de Trooster neer?
Wij moeten nog een weinig tijds door aangevochten dagen;
Dat is niet onverdiend — en daarna: Nimmer meer.

Wormer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen