IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

De onderdelen van de pauselijke macht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De onderdelen van de pauselijke macht

31 minuten leestijd Arcering uitzetten

(vervolg van ons oktobernummer 1965) B. Absolute bestuursmacht

De paus bezit volgens de leer van Rome „de absolute bestuursmacht". Dat wil zeggen: Alle gedoopten moeten zich onvoorwaardelijk aan zijn wetten en besluiten onderwerpen.

Een wet of besluit van de paus bezit uit zichzelf rechtsgeldigheid. Dat is de inhoud van het woordje „absolute" bestuursmacht. De wetten en besluiten van de paus hebben dus niet de bekrachtiging nodig door het college van de kardinalen of de bisschoppen. Hij hoeft hen niet eens te raadplegen.

Men kan de paus ook niet ter verantwoording roepen op grond van de Schrift. Het is een absolute monarchie, die noch door een constitutie noch door enige andere instantie op aarde beperkt wordt.

Wanneer iemand meent, dat een wet of besluit van de paus indruist tegen Gods duidelijke openbaring in de Schrift, dan moet hij zijn verstand het zwijgen opleggen en tot zichzelf zeggen: Mijn verstand is dan blijkbaar niet krachtig genoeg, want de paus heeft gesproken en wat de paus zegt, is waar en is in overeenstemming met de Bijbel; ook al meen ik dan persoonlijk nog zo stellig, dat het tegen de Bijbel ingaat, toch moet ik gehoorzamen. Want wanneer de paus beveelt, dan is het God zelf die door de paus mij beveelt.

Willekeur van leiders of van de geleiden

Hier ligt dan ook het grondverschil tussen Rome en Reformatie. Een protestant zal nooit een uitspraak van een synode zonder meer als bindend aanvaarden. Hij weet zich als mondig christen geroepen om dergelijke uitspraken steeds te toetsen aan de Bijbel. Dit beginsel van het vrije onderzoek kan dan wel ten gevolge van onze zondigheid ontaarden tot willekeur van de kerkleden, en zodoende tot de protestantse verdeeldheid, maar het beginsel van de absolute macht van de kerkleiding kan tengevolge van diezelfde zondigheid ontaarden in een andere willekeur, n.1. van het machtsmisbruik. De vraag die zich dan stelt is: Welke willekeur heeft meer lijden veroorzaakt, maar vooral: welk beginsel heeft Christus voor Zijn Kerk bedoeld?

900.000.000 en 1

Ook de gedoopten, die niet behoren tot de r.k. kerk, dus ook de protestanten, moeten zich onvoorwaardelijk onderwerpen aan het gezag van de paus. Dus de ongeveer 900.000.000 gedoopte christenen, die thans in deze wereld leven, mogen hun stem niet verheffen tegen een wet of besluit van de paus, wanneer dat het terrein van geloof en zeden betreft. Want ook de niet-rooms-gedoopten vallen volgens de r.k. leer evengoed onder de absolute bestuursmacht van de paus. De wetten van de paus zijn voor het grootste gedeelte vastgelegd in de Codex Iuris Canonici, het r.k. kerkelijke wetboek. De besluiten van de pausen kunt u vinden in allerlei ,,motu proprio's" enzovoort.

De Codex bevat 2414 canones, die vaak weer onderverdeeld zijn in paragrafen en paragraafjes. Allemaal samen zijn zij de uitdrukking van de wil van de paus, want ze hebben slechts rechtsgeldigheid doordat en zolang ze door de paus zijn bekrachtigd.

Ik kan slechts een paar punten uit dat wetboek van de pausen lichten en om de lezers een idee te geven, hoe diep deze wetten soms ingrijpen in het persoonlijke leven van de mens, wil ik enkele pauselijke bepalingen beschrijven op het gebied van het huwelijks- en gezinsleven.

1 HET GEMENGDE HUWELIJKSRECHT

Volgens de r.k. leer hebben de pausen de bevoegdheid om vast te stellen, wanneer een huwelijk van gedoopten geldig is en wanneer niet. Op het concilie van Trente is voorgesteld en de toenmalige paus heeft dat bekrachtigd, dat een huwelijk van gedoopten, behoudens bepaalde noodgevallen, slechts geldig is, wanneer het gesloten wordt ten overstaan van de pastoor en twee getuigen. Wanneer dus een protestant bijvoorbeeld weigerde zijn huwelijk te laten sluiten voor de pastoor en twee getuigen, — wat hij natuuriijk niet kon doen krachtens zijn gewetensovertuiging — dan was zijn eventuele huwelijk ongeldig voor God. Echter: „Door een verklaring van 4 nov. 1741 besliste Benedictus XIV voor Nederland (enige plaatsen uitgezonderd), dat de huwelijken tussen andersdenkenden onderling, alsmede tussen katholieken en andersdenkenden gesloten (gemengd huwelijk), geldig zouden zijn, al werden ze buiten de tegenwoordigheid van de pastoor en twee getuigen aangegaan. Deze verklaring van Benedictus XIV werd door latere pausen tot verschillende landen uitgestrekt" (Dr. H. Groessen, „Het Kerkelijk Recht", no. 576).

De protestanten in Nederland hebben het dus aan Benedictus XIV te danken, dat hun onderlinge huwelijken sindsdien geen concubinaten meer zijn, maar echte huwelijken.

Pius X grijpt in

Benedictus XIV had dus ook goedgevonden dat een huwelijk tussen een r. katholiek en een protestant toch geldig zou zijn, wanneer het niet zou gesloten worden t.o.v. de pastoor en twee getuigen. Maar Pius X wilde daar niet van weten. In zijn dekreet van 2 aug. 1907 bepaalde hij, dat zulke gemengde huwelijken voortaan ongeldig zouden zijn. Deze paus, die intussen heilig is verklaard(!!!), heeft daardoor onnoemelijk veel leed teweeggebracht in de harten van miljoenen gemengd gehuwden. De paus had er n.1. aan toegevoegd, dat zulk een gemengd huwelijk slechts dan mocht gesloten worden voor de pastoor en twee getuigen, wanneer ook de protestantse partner wilde beloven, dat de eventuele kinderen rooms zouden worden gedoopt en opgevoed. Kon de protestantse partner dat niet met zijn geweten overeenbrengen, dan stonden deze jongelui voor de keuze: ofwel hun liefde offeren op het altaar van de absolute pauselijke bestuursmacht en van hun voorgenomen huwelijk afzien, ofwel buiten de r.k. kerk trouwen, maar dan zou zulk een huwelijk voor een overtuigd r. katholiek slechts een zondige samenleving zijn.

Nieuwe willekeur

Het Kerkelijk wetboek, dat op 19 mei 1918 door Benedictus XV werd afgekondigd, nam de bepaling van Pius X over, maar verklaarde, dat „kinderen van niet-katholieke ouders, die wel katholiek gedoopt zijn, maar van kindsbeen af in ketterij, scheuring, heidendom of buiten elke godsdienst zijn opgegroeid, wanneer zij trouwen met een niet-katholiek", niet gebonden zijn aan die bepaling en dus een geldig huwelijk kunnen sluiten buiten de r.k. kerk. Pius XII heeft echter deze mildere regeling weer opgeheven door zijn Motu Proprio van 1 aug. 1948, zodat sindsdien ook dergelijke huwelijken weer ongeldig zijn.

Het concilie heeft over het gemengde hu welijksrecht willen spreken, maar Paulus VI heeft de beslissing aan zich ge trokken. Hoe zal zijn beslissing uitvallen? De 900 miljoen gedoopten van heel de wereld kunen niets anders doen dan gelaten afwachten. En wat hij ook zal beslissen, volgens de r.k. leer zal men zonder enig protest zijn beslissing moeten aanvaarden. „Absolute bestuursmacht"!!

2. MOEDER EN KIND

Stel het volgende geval:

Een aanstaande moeder is ernstig ziek. De doktoren hebben alles geprobeerd, maar ze hebben de ziekte niet kunnen overwinnen. Nu is er nog maar één mogelijkheid n.1. dat het kind verwijderd wordt. Dan sterft het kind, als gevolg van dit ingrijpen, maar als de doktoren niet ingrijpen, sterft het kind evengoed, maar dan samen met de moeder.

Wat moeten de doktoren doen? Deze laatste mogelijkheid proberen, of koelbloedig moeder en kind samen de dood laten ingaan?

Het lijkt mij, dat zo goed als elk mens daar niet lang over hoeft na te denken en meteen zal zeggen: Natuurlijk moeten de doktoren die laatste kans aangrijpen, want het is beter dat althans de moeder blijft leven dan dat beiden sterven. „Mis", zegt echter de paus, „de moeder mag niet aldus gered worden. Ze moet met haar kind de dood in".

En dat zegt niet één of andere barbaarse paus uit de middeleeuwen, maar dat heeft Paulus VI gezegd op 4 oktober van het jaar 1964 (negentienhonderd-vieren-zestig) in een toespraak tot de „New England Obstetrical and Gynecological Society". Vertaling van die toespraak is te vinden in Kath. Archief van 9 april 1965 kol. 440-442). Paulus VI haalde daarbij een uitspraak aan van Pius XII, die precies eender luidde.

Denk u even in:

Daar ligt een moeder op haar ziekbed. Ze is in verwachting, laten we maar wat zeggen, van haar achtste kindje. De doktoren hebben verwoed gevochten om het leven van moeder en kind te behouden. Ze hebben er consulten over gehouden, maar ze zijn het er allen over eens: Er is nog, slechts één mogelijkhe d, en dat is de verwijdering van het kind.

Heel hun instinkt als geneesheer zegt: „Ja, we moeten dat doen. Zo behouden we althans de moeder". Maar ze zijn r.katholiek en de paus zegt: Het mag niet. Daarom moeten ze de moeder voor hun ogen zien sterven, enkel omdat de paus hun gewetens en daardoor hun handen als geneesheren gebonden heeft.

Daar ligt die moeder. Als ieder mens hunkert ook zij naar het leven. En als moeder wil ze bij haar overige zeven kinderen blijven, want die hebben haar hulp nog helemaal nodig. En als vrouw, die haar man liefheeft, verlangt ze om bij hem te blijven, nog een beetje te genieten van het geluk van het huwelijk en met hem de zorg voor de opvoeding van de kinderen te delen.

Maar vanuit Rome klinkt een stem: Neen, u moet sterven.

Daar staat die man in de kracht van zijn leven. Hij doorlijdt psychisch veel intenser de smart van de aanstaande scheiding dan zijn vrouw, die reeds ver moeid is door koorts cn pijn. Hij wil zijn vrouw vasthouden. Hij wil haar niet als een prooi overgeven aan de ontbinding, aan de verwoesting van de dood. Hij wil niet dat de zon van zijn leven, waarmee hij één ziel, één vlees, was, voor altijd zal wegzinken achter de horizont van dit aardse leven.

Maar vanuit Rome klinkt het doodvonnis over zijn vrouw: Zij moet sterven.

En daar zijn dan de kinderen. De jongste twee, de oudste veertien jaar. Moeder wil ze nog eenmaal zien, voordat ze het bevel van de paus opvolgt en sterft. Als de kinderen 't wisten, dat ze hun moeder gingen verliezen, enkel omdat de paus dit zo had beslist, zouden ze dan niet schreien, almaar door schreien? Zouden ze, als ze in Rome woonden, niet kruipen aan de voeten van de paus en hem smeken: O laat moeder toch leven; we kunnen haar niet missen; we zijn nog zo jong en zo hulpeloos; we houden zo van moeder.

Ook dan zou onverbiddelijk deze stem klinken: „Jullie moeder moet toch sterven. Ik bezit de „absolute bestuursmacht"."

Onmenselijk

In het r.k. blad „Ter Discussie" (het nummer over humanisme) staat een artikel van dr. F. Sierksma over deze uitspraak van Paulus VI. Hij zegt daarin o.a.: „Dit verbod is naar mijn mening onbiologisch, onmenselijk en innerlijk tegenstrijdig..... Onbiologisch en onmenselijk is het, omdat men toestaat, dat een man zijn levenspartner en kinderen hun moeder verliezen". „Van God zou een buitenstaander meer consideratie hebben verwacht met een huwelijk en een gezin, die een soci'ale, menselijke eenheid vormen in tegenstelling met een ongeboren kind" (p. 53).

Het is bedroevend, dat dit protest van een humanist tegen dit onmenselijk optreden van de pausen in onze tijd door — voorzover mij bekend — geen enkel protestants blad werd overgenomen. Wat is de reden daarvan? Onverschilligheid? Angst om in zo duidelijke taal in te gaan tegen Rome? Of, en dat lijkt mij het meest aannemelijk, omdat een protestant maar niet kan geloven, dat een gekultiveerd mens, zoals de paus toch is, er zulke vreemde meningen nog op na kan houden in onze tijd. In dit laatste geval raad ik aan om dan zelf maar eens bovenvermeld nummer van Katholiek Archief na te slaan, of de tekst zoals die verschenen is in Oss. Rom. van 4 okt. 1964.

Waarom?

Vanzelfsprekend zult u nu vragen: Maar op welke gronden meent de paus, dat hij dit vreselijke verbod voor de doktoren moet uitvaardigen?

De paus grondt zijn mening op de volgende redenering: Het doel heiligt niet de middelen. Welnu het wegnemen van een ongeboren kind veroorzaakt direkt de dood van dit kind, en is dus moord. Dus mag men dit ingrijpen niet toepassen, omdat men dan een mens (n.1. het kind) zou vermoorden om een goed doel, n.1. het redden van de moeder, te bereiken.

Zo op het eerste gezicht lijkt deze redenering te kloppen als een bus. Je denkt: daar is geen speld tussen te krijgen.

Maar... het blijft een menselijke redenering. En hoe durft men, op grond van een koude redenering, praktisch een doodvonnis uitspreken over een ander mens, n.1. de moeder? Hoe durft een paus het geweten van de doktoren belasten met zijn menselijke redenering, zodat zij werkeloos moeten toezien, hoe de dood deze vrouw in de bloei van haar leven wegrukt? Hoe durft hij, op grond van zijn redenering, een man weduwnaar en kinderen moederloos maken?

Moet hier niet het harde woord worden aangehaald van 2 Petr. 2:3, waar gesproken wordt over hen, die „met verzonnen redeneringen u als koopwaar behandelen". De eerbied voor de menselijke persoonlijkheid vergt immers, dat wij zulke diep-persoonlijke beslissingen aan de betrokkenen zelf overlaten.

De godin van de Rede

Tijdens de Franse revolutie heeft men in de Notre Dame een altaar opgericht ter ere van de godin van de rede. Wat doen de pausen anders dan de rede (hun eigen rede) als een godin vereren, wanneer zij op het altaar van die rede zelfs mensenoffers laten brengen? Ook al zijn ze misschien bezield met de beste bedoelingen — wij blijven daarbuiten —, toch is dit in feite een offeren van mensenlevens aan de rede.

Waarom kunnen de pausen het oordeel over zulke diepingrijpende dingen niet overlaten aan de mensen wie het aangaat: die vrouw en die man? Waarom moet de paus op dit gebied weer doordringen en er een demonstratie geven van zijn „absolute bestuursmacht"? Want ook al geef ik meteen toe, dat de pausen zulk een vreselijke wet niet bewust als een machtsdemonstratie hebben bedoeld, toch lijkt mij dat elke dieptepsycholoog dit zo vanuit het onderbewustzijn zal duiden.

De denkers van beroep

En vervolgens: zijn de pausen, na zoveel eeuwen van geschiedenis van de filosofie, nog niet overtuigd van de zwakte en beperktheid van de menselijke rede? De filosofen, de denkers van beroep, hebben elkaar op alle punten tegengesproken. Het is immers al een oud spreekwoord: „Er is niets zo onzinnig of het is ooit wel door een of andere filosoof beweerd".

En dan komt een paus in 1964 nog beweren: Maar mijn rede is áf, en mijn redenering klopt als een bus, en dus: moeder, u moet sterven.

Redenering tegenover redenering

Bovendien: tegenover bijna elke menselijke redenering kan men weer een andere redenering stellen.

Zo zou ik in het onderhavige geval dit aan de paus kunnen antwoorden: U vergeet, dat het ongeboren kind een dubbele staat heeft. Het heeft de staat van een mens met eigen menselijke rechten. En daar baseert u uw redenering op. Maar het ongeboren kind heeft ook de staat: deel te zijn van het lichaam van de moeder, waarmee het verbonden is.

En het is toch ook met andere lichaamsdelen zo, dat wij b.v. een arm niet zonder reden mogen afsnijden, maar dat dit wel geoorloofd en zelfs geboden is, wanneer dat nodig is om ons leven te redden. En zoals men de noodzakelijke amputatie van een arm geen „verminking" mag noemen, zo mag men evenmin zulk een noodzakelijk ingrijpen een „moord" van het kind noemen.

Ik wil nu helemaal niet beweren, dat mijn redenering klopt als een bus en dat ik de paus daarmee schaakmat heb gezet, — ik wilde daarmee alleen aantonen: tegenover bijna elke menselijke redenering kun je weer een andere redenering stellen. En daarom mogen wij met onze eigen menselijke redeneringen de gewetens van anderen niet belasten. Elk mens heeft zijn eigen geweten. God vraagt later aan elk mens persoonlijk rekenschap. Elk kind Gods is mondig en moet in vrijheid zijn beslissingen nemen onder de ogen van zijn hemelse Vader.

Een exceptioneel geval

Misschien zal een of andere verwoede oecumenicus zeggen: Maar blaast u dat geval niet een beetje op? Het komt toch immers maar zelden voor, dat zulk een ingrijpen als laatste mogelijkheid overblijft.

Goed, maar al zouden er maar duizend moeders zijn geweest, die vanaf Pius XII tot nu toe enkel vanwege dit pauselijk verbod de dood zijn ingegaan, dan is dat al veel te veel. Als ergens op de wereld puur door menselijke wreedheid ineens duizend vrouwen zouden worden vermoord, dan zou het wereldgeweten daar fel op reageren. En als eenzelfde aantal vrouwen, aanstaande moeders, onschuldig, enkel op grond van deze pauselijke bepaling, maar verspreid over 25 jaar, sterven, dan zou men daarover moeten zwijgen.

En vervolgens gaat het om het beginsel. Wanneer wij zonder protest aanvaarden, dat een mens die zich de plaatsbekleder van Christus noemt, aldus met zijn rede kan beslissen over dood en leven van andere mensen, dan heeft de heerschappij van de anti-christ reeds een aanvang genomen. Dan zijn althans de voorlopers van de anti-christ reeds bezig met de grondvesting van zijn komende rijk.

3. HET CELIBAAT

Het beleid van de pausen inzake het celibaat is een van de meest sprekende voorbeelden van de pauselijke willekeur op dit gebied. In zeer krasse bewoordingen heeft Joannes XXIII dat uitgedrukt in zijn bekende gesprek met de Franse theoloog Et. Gilson, o.a. ook aangehaald in .,Over de priester" uitg. De Fontein, Utrecht, p. 261. Joannes XXIII heeft tot Gilson gezegd:

„Op zichzelf is het (de afschaffing van het celibaat) niet onmogelijk. Het kerkelijk celibaat is geen dogma. De Schrift stelt het niet verplichtend. Het is zelfs gemakkelijk. We nemen een pen, ondertekenen een akte en morgen kunnen de priesters die het willen, trouwen. Maar wij kunnen het niet. Het celibaat is een offer dat de Kerk zichzelf heeft opgelegd, vrij. edelmoedig, heldhaftig. Ik heb het onlangs nog tot de kardinalen gezegd: Moeten we het aanvaarden, dat men weldra niet meer kan spreken over: Unam, sanctam, castam ecclesiam? (= één, heilige, kuise kerk) — We kunnen het niet".

Enkele opmerkingen

Het eerste wat ik hierbij zou willen opmerken, is dit: Merkt u het besef van „absolute bestuursmacht": We nemen een pen, ondertekenen een akte en de zaak is o.k.

Vervolgens wil ik wijzen op de motivering, waarom de paus meent dit met te kunnen doen: Dan zou men niet meer kunnen spreken over één, heilige, KUISE Kerk. Wat een dwaasheid! Een kerk met gehuwde ambtsdragers is dus een onkuise kerk.

Punt 1. Getrouwde protestantse waarnemers, steekt dat in uw zak.

Punt 2: Dat is in tegenspraak met de officiële leer van de r.k. kerk, die immers steeds heeft verklaard, althans in de laatste tientallen jaren, dat het huwelijk heilig is. Hoe kan dan de kerk ineens niet meer heilig en kuis zijn, wanneer de ambtsdragers getrouwd zijn.

Is dit niet met twee monden spreken: Een mond voor de leken ,die nu eenmaal niet buiten het huwelijk kunnen en niet de „edelmoedigheid en heldhaftigheid" kunnen opbrengen van de r.k. priesters; en 'n andere mond voor de priesters om hen ertoe te brengen de last van het celibaat te blijven dragen door te werken op hun eergevoel: „Jullie zijn edelmoedig en heldhaftig", — en door geringschattend over het huwelijk te spreken: „Het huwelijk van de ambtsdragers zou een van de eretitels van onze kerk wegnemen. Ze zou niet meer een KUISE Kerk genoemd kunnen worden."

Wie is de kerk?

In de derde plaats: Joannes XXIII zei: „De Kerk heeft zichzelf het offer van het celibaat VRIJ opgelegd".

Wie bedoelt Joannes met „de Kerk"? Dat zijn niet de 500 miljoen r. katholieken van de wereld. Er is nooit naar hun mening gevraagd. En als ik de publikaties in allerlei Nederlandse r.k. bladen beluister, dan krijg ik beslist de indruk, dat de meerderheid van de Nederlandse r. katholieken graag aan hun priesters de vrijheid zouden willen geven om te trouwen, wanneer het blijkt dat de celibaatsgelofte voor hen een marteling is geworden. Zo barmhartig zijn de Nederlandse r. katholieken wel, althans de meerderheid van hen. Het zou interessant zijn, wanneer de Nederlandse bisschoppen zulk een opiniepeiling eens aandurfden.

Vrij?

Hij kan er ook niet mee bedoelen de ongeveer 400.000 r.k. priesters. Ook naar hun mening is nooit gevraagd. Hun mening is echter desondanks enigszins openbaar geworden. In Italië alleen al zijn er, volgens de r.k. Herderkorrespondenz, 15.000 priesters, die de r.k. kerk verlaten hebben, voor het grootste gedeelte vanwege moeilijkheden met het celibaat.

In Italië zijn er 52.000 priesters. Dat betekent dus een kleine 30%, die de toog over de haag hebben gegooid.

Als we ditzelfde percentage aanhouden voor de priesters in de andere landen, dan zou dat betekenen, dat er zo'n slordige 120.000 priesters OPENLIJK gebroken hebben met hun celibaatsgelofte.

Ik vermoed echter, dat in andere landen dat percentage niet zo hoog is. In Nederland is het waarschijnlijk nog geen 5%, die openlijk met het celibaat gebroken hebben.

Die mening van de priesters is nog op een andere manier openbaar geworden. Het is n.1. bekend geworden, dat er in Rome op dit moment ongeveer 10.000 aanvragen liggen van priesters, die ontslag van hun celibaatsgelofte verzoeken. Dat betekent, dat er nog duizenden andere priesters zijn, die wel graag zouden willen trouwen. Want wanneer een priester zulk een aanvrage bij Rome indient, dan verbrandt hij de schepen achter zich in deze zin, dat hij daardoor de mogelijkheid van het maken van carrière in de kerkelijke hiërarchie uitsluit. Hij zal b.v. in elk geval geen bisschop meer kunnen worden, want het staat voor goed op zijn fiche in Rome: „een twijfelachtig celibaatsgeval".

„De kerk, dat ben Ik"

„De Kerk heeft zichzelf de celibaatsverplichting VRIJ opgelegd", zo zei Joannes XXIII. Nogmaals wie is die Kerk?

Dat zijn dan hoogstens de 2500 concilievaders, de bisschoppen van de wereld. Maar ook dat is niet volledig waar. Want Paulus VI heeft niet toegelaten, dat deze concilievaders openlijk zouden diskussiëren over dit onderwerp. Tenslotte is ook hun mening niet eens gevraagd. Integendeel, toen zij er hun mening over wilden zeggen, werd hun het zwijgen opgelegd.

Elijft over: „De Kerk" is de paus zelf. Zoals ook Lodewijk XIV zei: „L'état, c'est moi" (de staat, dat ben ik), zo zeggen ook de pausen althans in de praktijk (men beweert dat Pius IX dat ook letterlijk zo heeft gezegd): „De Kerk, dat ben ik".

Daarom zullen we het niet anders kunnen zien dan zo: De pausen omhangen zichzelf met het aureool van „de edelmoedigheid en heldhaftigheid" van het offer van het celibaat. Nogmaals niet bewust; dat wil ik niet beweren. Maar er zijn bepaalde dingen van het onderbewustzijn, die voor bijna elke buitenstaander doorzichtig zijn, behalve voor de persoon zelf.

Zo is het toch ook het geval met moeder en kind. De pausen omhangen daarmee zichzelf met het aureool van „bewaker van de zeden, hoogste zedelijke instantie op de wereld". Ja, maar ten koste van de dood van die aanstaande moeders en van het verdriet van de man en de kinderen die zij achterlaten.

Ik meen dat dat ook de diepe zin is van de woorden van Christus over de schriftgeleerden en farizeeën: „Zij binden zware lasten bijeen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren." Men kan dat niet letterlijk opvatten, want Jezus zegt in diezelfde rede: „Wee u, schriftgeleerden en farizeeën, gij huichelaars, want gij geeft tienden van de munt, de dille en de komijn en gij hebt het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en de trouw" (Mat. 23:4 , 23).

De farizeeën waren zeer plichtsgetrouwe mensen, die een streng leven leidden. Behalve dat ze een tiende van hun inkomen gaven, vastten ze ook twee keer per week.

Geen klaarbewuste huichelarij

Maar dat alles werd verzoet door de eer die ze ontvingen. Jezus zegt van hen: „Wanneer gij dan aalmoezen geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars doen in de synagogen en op de straten, om door de mensen geroemd te worden. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds" (Mat. 6:2, 5,16). Ik geloof niet, dat Jezus deze mensen allemaal klaarbewuste huichelarij heeft willen verwijten. Hij heeft het verborgene in ons zondige mensenhart, het onderbewuste streefleven, aan het licht willen brengen. En dat is het, wat ik ook aan de pausen zou willen vragen: Onderzoek uzelf toch eens, ook in de onbewuste of vaag-bewuste roerselen van uw ziel. Laat het u volkomen onberoerd, wanneer u zo in triomf wordt rondgedragen temidden van een juichende menigte? U bent toch zeker ook een mens zoals wij allen zijn, doortrokken van de drang om iets te betekenen, zelfs voor God. „Gij zult aan God gelijk zijn", zo fluisterde de oude slang in het paradijs, en wij, mensen, zijn voor die influistering bezweken. De gave eerste mensen die zo uit de hand van God waren voortgekomen, grepen naar de verboden vrucht. Hoe moeilijk moet het dan niet zijn voor u, pausen? En het is zeker daarom, dat Jezus niet heeft willen weten van de glorie van een hiërarchie in Zijn Kerk.

Maar wat helpen zulke verzuchtingen vanuit een Rechte Straat-je, dat hier verschijnt. De paus gaat rustig zijn gang. Hij bezit immers „de absolute bestuursmacht". Hij behoeft zich van kritiek binnen of buiten zijn kerk niets aan te trekken, ja moreel wèl, maar juridisch niet. Zo is het op het tweede Vatikaanse concilie nog eens uitdrukkelijk vastgesteld.

Barmhartigheid en geen offerande

Maar we hopen dan toch, dat meerdere r. katholieken door het lezen van deze artikelen tot een kritisch oordeel komen over de geweldige, de onbeperkte, de absolute macht, die hun kerk aan die éne man in Rome toeschrijft en dat ze vanuit die kritiek doorstoten tot de Christus der Schriften, die tot de farizeeën gezegd heeft: „Gaat heen en leert wat het betekent: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande" (Mat. 9:13). Joannes XXIII erkent uitdrukkelijk, dat het offer van het celibaat niet door Christus is opgelegd. Dan zou ik willen zeggen: Paus, ga dan heen en leer wat het wil zeggen: Christus heeft niet het offer gewild van het celibaat, maar barmhartigheid. Vreselijk zal eenmaal het oordeel Gods zijn over u, die zo onbarmhartig optreedt tegenover priesters, die in ontzettende gewetensnood verkeren vanwege het offer van het celibaat.

 

4. PAUS KEGELT ONS MENU

Na het afsluiten van de kopij ontvingen we nog van ds J. E. F. Dresselhuis uit Edmonton (Canada) een folder, die aan alle passagiers van de C.P.A.L. wordt uitgereikt. Daarop staat een dokument van Rome afgedrukt, gevolgd door vertalingen daarvan in het Engels, Frans, Spaans, Portugees, Italiaans en Duits. Een afdruk van dit dokument alsmede een vertaling in het Nederlands laten wij hieronder volgen.

DE HEILIGE CONGREGATIE VAN HET CONCILIE heeft bet verzoekft van de aartsbisschop van Vancouver in overweging genomen, en verdeze ontheffing van de wet van de onthouding van vlees voor een periode vijf jaar.

Rome, 1 juli 1964

Een paar opmerkingen:

1. Wat is dit toch ver af van de geest van het Evangelie. Kunt u zich Christus stellen, die er een bureau op na houdt, dat beslist over ontheffingen van en die hijzelf,gemaakt heeft?

2. Waar staat ergens in de Bijbel, dat wij op bepaalde dagen geen vlees zouden mogen eten? Waar vinden we ergens een uitspraak van Jezus, die aan de ambtsdragers in de kerk het recht geeft om zich te bemoeien met het menu van de gelovigen?

3. Waarom wordt deze ontheffing slechts voor een periode van vijf jaar gegeven? Om toch telkens weer te laten voelen, dat de paus de „absolute macht" heeft, ook over onze maaltijden? Of omdat er telkens betaald moet worden voor deze gunst van de paus? Ik heb al heel wat gevlogen, maar ik heb bij nog geen enkele luchtvaartmaatschappij zulk een kaart gekregen, waarop deze gunst van de paus werd vermeld. Het lijkt mij, dat deze Canadese luchtvaartmaatschappij wel wat naar Rome zal zenden als tegenprestatie voor deze service, die zij thans, dank zij de paus, aan haar passagiers kan verlenen.

4. Ik wil wijzen op de strafrede die Christus gehouden heeft tegen de schriftgeleerden en farizeeën (Mat. 23) o.a. op dit verwijt dat Jezus tot hen richt: „Blinde leiders, die de mug uitzift en de kameel doorslikt."

En verder: „De Geest zegt nadrukkelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, omdat zij gehoor geven aan dwaalgeesten en demonische beweringen, verleid door huichelachtige leugensprekers, wier geweten als met een brandijzer is toegeschroeid. Deze lieden verwerpen het huwelijk en het gebruik van bepaalde spijzen, ofschoon God ze heeft geschapen om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen,, die de waarheid erkend hebben. Want al wat God geschapen heeft, is goed, en niets is verwerpelijk dat in dank wordt aanvaard: het wordt geheiligd door het woord van God en het gebed" (1 Tim. 4:1-5 r.k. vert.)

Zien zij dan niet dat hun verbod van het huwelijk in bepaalde omstandigheden en van bepaalde spijzen op sommige dagen duidelijk ingaat tegen de Bijbel? Begrijpt de paus dan niet dat hij geen recht heeft om met zijn absolute macht door te dringen in de slaapkamers van de gehuwden en in de keukens van de gelovigen om daar het menu vast te stellen? Dit is toch niet de vrijheid, die Jezus Christus, Gods Zoon, voor ons heeft willen kopen met zijn kostbaar Bloed.

5. Men zal wel weer zeggen: Wat onoecumenisch om al die dingen te publiceren. Maar is het dan niet onoecumenisch om zulke dingen te doen en nog wel in onze oecumenische tijd. Let op de datum van het stuk uit Rome: 1 juli 1964.In De Tijd v.n 14 jan. lazen we in een artikel: „Vishandel vreest Rome": „Er heerst bezorgdheid onder de 1500 vishandelaren in ons land. Zij vrezen, dat hun omzet aanzienlijk zal dalen, zodra de kerk zal toestaan, dat voortaan ook op vrijdag vlees op tafel komt. De Rotterdamse vishandelaar Piet de Vlaam heeft zich tot tolk gemaakt van de algemene verontrusting onder zijn collega's door een telegram te zenden aan de bisschop van Rotterdam".

De Tijd schrijft hierover: „Het eeuwenoude verbod van het vleesverbruik op vrijdag, is inmiddels van alle zin beroofd en daarom terecht op de helling". Wij hopen dat ons artikel ertoe zal bijdragen, opdat dit verbod, waarvan de overtreding als een doodzonde werd beschouwd met als straf de hel, spoedig zal worden opgeheven.

(Wordt vervolgd).

WAT IS EEN ABSOLUTE MONARCH ?

Het concilie heeft vastgelegd, dat de paus in zijn uitspraken en beslissingen niet ter verantwoording kan geroepen worden noch op grond van de Bijbel noch op grond van een tegenovergestelde mening van de overgrote meerderheid van de r. katholieken gezamenlijk of van de bisschoppen afzonderlijk. Hij kan wel de bisschoppen raadplegen, maar hoeft het niet. Hij kan, volkomen onafhankelijk van wie dan ook, elke beslissing nemen en de r. katholieken verplichten om die beslissing te gehoorzamen.

Toch is de paus, volgens Hans Küng in De Tijd van 18 dec. 1965, geen absolute monarch.

 

Onze vraag: 1. Wat is dan een absolute monarchh 2. Noem eens één persoon in de wereldgeschiedenis, die zichzelf een nog grotere, nog meer absolute en omvangrijke macht heeft toegekend dan de paush

DEBAT OF GESPREK ?

Naar aanleiding van een bericht in de Belfast Telegraph dat er een conferentie van Rooms Katholieken en Protestanten zou plaats hebben in Ierland, merkt de Evangelical Presbyterian op:

Het is juist dat de Protestantse Hervormers veel gebruik maakten van debatten met R.K. priesters. Zo was er b.v. in 1536 een groot debat in de Kathedraal te Lausanne over belangrijke onderwerpen zoals rechtvaardiging alleen door het geloof. Gezegd wordt dat in de drie maanden die volgden meer dan 200 priesters en monniken de Kerk van Rome verlieten.. Maar wie hoorde ooit van een enkele bekering als resultaat van al die discussies van onze oecumenische protestanten met Rome in de laatste jarenh Zou dit zelfs wel gewenst worden? (I.C.N.)

LEKTUUR REFORMATIE—ROME

H. J. Hegger: „Mijn weg naar het licht", f 3.50; „Onder hetzelfde Kruis", ƒ 3,95; „Moeder ik klaag u aan" f 1,75; „Jezus boeide mij", f 6,90; ,.lk zag Gods heerlijkheid" f 4,50; „Kort, maar krachtig", 35 cent; „Hoe kom ik tot rust", 75 cent. Deze boeken kunnen besteld worden op de Wartburg

TIJD IS GELD

U kunt geld verdienen voor onze arbeid. Hoe? Door steeds op uw giro's precies te schrijven, waarvoor uw betaling bestemd is. Wanneer u er niets op zet, dan wordt het voor ons personeel een hele uitzoekerij. Het kan b.v. een gift zijn, maar het kan ook een betaling zijn van boeken, lepeltjes of grammofoonplaten, die u bij ons hebt besteld, of de betaling van het abonnement of misschien nog iets anders. U weet dat allemaal. Dus voor u is het een kwestie van 15 seconden om dat even erbij te schrijven. Maar ons personeel kan er minutenlang mee bezig zijn. Kostbare tijd wordt zo verkwist. En tijd is geld, dat door ons betaald moet worden. Geld dat we voor betere doeleinden zouden kunnen gebruiken. Zoudt u zo vriendelijk willen zijn? U hebt daar vast niet aan gedacht in het verleden, wanneer u dat tot nog toe niet hebt gedaan. Hartelijk dank alvast.

Wie heeft een TWEEDEHANDS TRAPLOPER

Een van de twee traplopers van de Wartburg is totaal versleten. Er zitten al grote gaten in. Nu dachten wij: Misschien is er een van onze abonnees, de b.v. uit een oud huis verhuist naar een nieuw. Dan zitten ze dikwijls met traplopers, die ze in het nieuwe huis niet meer gebruiken kunnen. U kunt er ons dan echter een plezier mee doen. Maar......die traploper moet dan ongeveer 8 meter zijn.Wij wachten met spanning af.

GEZONDE ZELFSPOT

Dit staaltje van gezonde roomse zelfspot lazen we in .,De Nieuwe Mijnstreek". „Het concilie houdt zich — hoewel op het nippertje — ook nog bezig met de al zo lang verouderde vasten- en onthoudingswet en de praktijk van de aflaten. Dat is wel nodig. Want wie ziet tegenwoordig nog 't duidelijk verschil tussen vasten en onthouden, wie kan precies vertellen hoe hij vasten moet, wie vast er nog, wie ziet nog enig verband tussen vasten-onthouden en boete doen? Wij voor ons bekennen hier gaarne, dat de vrijdagen voor ons gedurende ons gehele leven hoogtepunten van culinair genot zijn geweest. Want wij zijn altijd bijzondere liefhebbers van visgerechten en zuivelproducten geweest. En als wij in 't verleden dan al boete deden, dan zeker niet op de vrijdagen tijdens de maaltijden. Wij hebben het ook altijd schijnheilig gevonden, wanneer iemand die tot vast en of onthouden verplicht was, zich aan deze op straffe van doodzonde verplichtende wet kon onttrekken wanneer hij op reis was of met een nietkatholiek aan tafel zat of bepaalde arbeid verrichtte of om studieredenen gedispenseerd was.

En wat de aflaten betreft: wat dacht u in het verleden wel verdiend te hebben, wanneer u een aflaat kreeg van zeven jaar en zeven quadragenen? En hoe staat u tegenover de toties quoties-aflaat? Wij willen, zo kort na Allerzielen niemands gevoelens kwetsen. Maar dat onzinnige kerkje-in kerkje-uit lopen wordt door het volgende mopje toch wel aardig aan de kaak gesteld. Sjengske ging met zijn vader op Allerzielen in de parochiekerk volle aflaten verdienen. Zijn vader legde hem uit, dat iedere keer wanneer zij de kerk in- en uitliepen, er een zieltje naar de hemel vloog. Toen zij voor de zoveelste maal de kerk verlieten, vroeg Sjengske: Pap, wieveul höbbe veer d'r noe al laote vleege?"

LIEVER TI'RKS DAN PAAPS

Ergens in den lande. Veel Italiaanse en Turkse arbeiders. Slechts twee ziekenhuizen: één r.k., het ander protestants. De direkteuren overlegden met elkaar. Het is beter dat één van onze huizen de Italianen en een ander de Turken neemt. Dan hebben we maar één tolk nodig. ,,Uitstekend", zei de gereformeerde geneesheer-direkteur, „neemt u dan maar de Italiaanse zieken, dan nemen wij de Turken, want de Italianen zijn toch immers zo goed als allemaal r. katholiek". „Ja, ja", lachte de r.k. collega, „had ik het niet gedacht. U is natuurlijk liever Turks dan paaps".

GESPREKKEN OVER ROME—REFORMATIE

De waarde van dit boek van drs G. Puchinger (uitg. Meinema Delft, 360 bl., prijs f 8,90) bestaat hierin dat het een verzameling interviews is met prominente r. katholieken en protestanten. De zwakte bestaat in het feit, dat het interviews zijn, die uiteraard nooit diepgaande kunnen zijn. Persoonlijk had ik in elk geval nogal wat moeite om dit boek helemaal uit te lezen. Voor verzamelaars van opinies is dit echter een zeer interessant boek.

PROTESTANTEN VOOR ITALIAANSE T.V.

In de Osserv. Rom. van 3 nov. 65 lazen we, dat de Italiaanse televisie een reeks uitzendingen heeft verzorgd onder de titel: „Ontmoetingen met de gescheiden broeders". Eén uitzending over de orthodoxe, één over de anglikaanse, en één over de protestantse kerken.

Een van onze Italiaanse ex-priesters, die wij in de maand oktober hebben opgevangen, had de uitzending gezien over de protestanten. Er werd een viering van het Avondmaal geprojekteerd, waarbij een dimonee uitleg gaf.

SPREEKBEURTEN DS HEGGER

2 febr. Woersche Verlaat, Ned. Herv. kerk, 7.45 uur; 8 febr. Nieuwland kerk?? uur??; 16 febr. Dalfsen, geref. kerk (vrijgem.); 17 febr. Rijnsburg, geref. kerk, 8 uur; 24 febr. Ameide, Ned. herv. kerk, 7.30 uur; 22 febr. Moordrecht, Ned. herv. kerk. evang.

N.B. Hen die spreekbeurten aanvragen, wordt vriendelijk verzocht om minstens twee weken vóór de eerste van de maand, waarin de spreekbeurt plaats heeft, aan ons tijd en plaats van de samenkomst op te geven, opdat we het in ons blad kunnen publiceren.

BRIEVEN AAN DE REDAKTIE

Tot nog toe hebben wij meestal brieven die aan ons gericht werden en die wij belangrijk vonden voor opname in ons blad, gepubliceerd met slechts de vermelding van de initialen van de schrijvers. Het is echter interessanter om de namen voluit te laten volgen. Laten we daarom dit afspreken: Als u brieven schrijft aan de redaktie, dan houdt dat tevens in, dat u ons het recht geeft om uw brief geheel of gedeeltelijk in ons blad af te drukken met de vermelding van uw naam en woonplaats voluit. Indien w daar bezwaar tegen hebt, dan verzoeken we u om dat steeds in de brief te vermelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1966

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

De onderdelen van de pauselijke macht

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1966

In de Rechte Straat | 32 Pagina's