U bent een AFGEVALLEN rank !

„Ik heb deernis met uw afval, want ook u bent nu een afgevallen rank van Jezus. God geve u de genade van de terugkeer naar de Heilige Kerk.

God heeft u de onwaardeerbare, de hoogste waardigheid als priester gegeven. U kunt brood en wijn veranderen in het lichaam en bloed van Christus.

O Eerwaarde, keer toch terug, dan is er feest in de hemel, heeft Jezus gezegd, maar voor u nog groter feest. Dat kan ik u in de naam van Jezus zelf zeggen.."

J. 't H. de V. te H.

EEN GEDEELTE UIT ONS ANTWOORD :

Mijn hartelijkste dank voor uw brief. Ik waardeer het zeer, dat u zich de moeite wilde getroosten om mij een brief te schrijven, waarin u mij oproept tot terugkeer naar de r.k. kerk. Ik zie dat u een oprecht mens bent. Hartelijk dank ook voor uw gebeden.

Ik hoop, dat ook u het kunt aanvaarden, indien ik onomwonden mijn volstrekte overtuiging aan u kenbaar maak….

Ga weg, satan, terug!

U noemt mij een afgevallen rank van Jezus, omdat ik de r.k. kerk verlaten heb. Dat is nu juist een van de verschrikkelijke aanmatigingen van de r.k. kerk, dat zij er u, en zovele anderen, ertoe heeft gebracht, dat u haar zoudt vereenzelvigen met Jezus Christus.

Jezus heeft Zichzelf echter nooit met een bepaalde kerk of met een bepaalde mens willen vereenzelvigen. Ook niet met Petrus.

Alleen als wij getrouw het Woord van Christus verkondigen, alleen dan spreekt Christus door ons, alleen dàn vereenzelvigt Hij zich enigszins met ons. Alleen dan gaan de woorden op: „Wie naar u luistert, luistert naar Mij; en wie u verstoot, verstoot Mij" (Luk. 10:16).

Dat Jezus dit met die woorden bedoeld heeft, blijkt duidelijk uit zijn houding ten opzichte van Petrus. Wanneer Petrus zegt: „Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God", dan antwoordt Jezus: „Gij zijt Petros en op deze petra (steenrots) zal Ik mijn Kerk bouwen" (Matth. 16:16, 18). - Wanneer echter Petrus enkele ogenblikken later Christus ervan probeert af te houden om de weg van de kruisdood te gaan, dan zegt Jezus tegen Petrus: „Ga weg, satan, terug" (Matt. 16:23).

Als Christus dit voorbeeld gaf ten overstaan van Petrus, dan moeten wij dat voorbeeld van Christus toch zeker volgen ten overstaan van hen die zich de opvolgers van Petrus noemen, de pausen. Wanneer de pausen in hun dogma's lijnrecht ingaan tegen de grondwaarheden van het Evangelie des kruises, dan moeten ook wij hen een halt toeroepen: „Ga weg, terug!"

Openlijk verzet van Paulus tegen Petrus

Paulus heeft dit voorbeeld van Christus opgevolgd. Toen Petrus meeheulde met de christenen uit de Joden, die beweerden dat wij het eeuwige leven moesten verdienen door het vervullen van de werken, die de wet voorschrijft, heeft Paulus hem openlijk terecht gewezen. „Maar toen Petrus in Antiochië kwam, heb ik mij openlijk tegen hem verzet, want het ongelijk was aan zijn kant…. Toen ik zag dat zij niet de rechte weg van het ware Evangelie gingen, zei ik tot Kefas, waar allen bij waren…." (Gal. 2:11-14).

Paulus zegt: „Weest mijn navolgers, zoals ik het van Christus ben" (1 Kor. 11:1). Dus moeten ook wij tegen Petrus, en zeker tegen hen die beweren de opvolgers van Petrus te zijn, ons openlijk verzetten, wanneer „zij niet meer de rechte weg van het ware Evangelie gaan". Ook hierin moeten wij navolgers zijn van Christus en van Paulus die ook zo tegenover Petrus optraden.

Wij mogen niet zo maar de dwalingen slikken, die de pausen ons onder bedreiging van doodzonde en hel willen opdringen. Paulus ging ook niet voor de dwaalleraars opzij, ook al bekleedden ze nog zo'n hoge plaats. „Geen ogenblik zijn wij voor hen in onderworpenheid geweken, opdat de waarheid van het Evangelie bij u behouden zou blijven" (Gal. 2:5). Wanneer wij ons aan uitspraken van mensen onderwerpen, terwijl wij innerlijk overtuigd zijn, dat zij in tegenspraak zijn met het ware Evangelie, dan is dat een valse nederigheid, die, vaak onbewust, uit gemakzucht voortkomt. Want het was ook voor Paulus veel gemakkelijker geweest, als hij gezwegen had en als hij met Paulus mee was gegaan in zijn „veinzerij…., uit vrees voor de mannen uit de Besnijdenis" (Gal. 2:12, 13). „Wat mij betreft, broeders, waarom zou men mij vervolgen, als ik nog de besnijdenis predikte? Dan was het immers afgelopen met de ergernis van het kruis?" (Gal. 5:11).

En in navolging van Christus en van Paulus willen ook wij, de grote familiekring van In De Rechte Straat, onverschrokken op de bres staan voor het ware Evangelie, ook al valt het niet mee om op te roeien tegen de oekumenistische stroom van onze tijd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen