IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Protestantse misverstanden over de herdoop van prinsen Irene

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Protestantse misverstanden over de herdoop van prinsen Irene

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In verschillende protestantse bladen heeft men zich nogal heftig gekeerd tegen de herdoop van Prinses Irene. Ik kan deze verontwaardiging volkomen delen voor wat de geheimzinnigheid van die herdoop, alsmede voor wat het feit betreft, dat die herdoop in het geheim heeft plaatsgehad in Rome.

Er zijn echter ook andere reakties in deze zin, dat men de kardinaal verwijt, dat hij daardoor het kerk-zijn van de reformatorische kerken in twijfel zou hebben getrokken. Vooral De Protestant maakt zich daar nog al druk over. „Ons dunkt dat het moderamen van de hervormde kerk deze punten wel eens pittiger had mogen onderstrepen. Wanneer een kardinaal zozeer inbreuk maakt op ons kerk- en volk-zijn, dan is dat namelijk héél erg. De grondslagen van ons kerkzijn zijn aangetast — immers de doop is een pijler van onze protestantse kerken" (De Protestant, 16 mei '64).

Neen, dit is beslist onjuist. Deze betekenis heeft deze herdoop niet.

Immers de r.k. kerk erkent ELKE doop, mits die aan de voorwaarden die de r.k. kerk op grond van de Bijbel meent te moeten stellen aan de bediening van de Doop, vervuld zijn. „De bedienaar van het privaat doopsel in stervensgevaar (c. 759 § 1) is iedereen, hetzij man of vrouw of ketter of ongelovige, als maar de vereiste materie, vorm en intentie aanwezig zijn" (Het Kerkelijk Recht, Dr. H. Groessen, 1958, p. 383).

Zulk een privaatdoop is alleen geoorloofd in stervensgevaar, maar is altijd geldig, als aan de vereiste voorwaarden is voldaan.

Die voorwaarden zijn:

1) de juiste intentie, d.w.z. de algemene bedoeling om met die doop te doen wat Christus, of de Kerk van Christus, of nog algemener wat de christenen met die doop bedoelen. Persoonlijk behoeft men dus helemaal niet in Christus of in het christendom te geloven. Daarom kan zelfs een heiden geldig de doop toedienen, wanneer hij deze bedoeling heeft;

2) het gebruik van de trinitarische formule: „Ik doop u in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes";

3) er moet zoveel water worden gebruikt, dat het water werkelijk vloeit. Wanneer een predikant het kind besprenkelt en de druppels water blijven onbeweeglijk op het hoofd van het kind zitten, dan is de doop niet geldig volgens de r.k. kerk.

Als het watr maar gevloeid heeft

En het is op grond van de laatste bepaling dat een doop in een protestantse kerk meestal onder voorwaarde wordt herdoopt, omdat men immers in de meeste gevallen onmogelijk kan vaststellen, of de predikant voldoende water heeft gebruikt zodat de druppels niet op hun plaats zijn gebleven.

Dat heeft dus niets te maken met de al of niet erkenning van een niet r.-katholieke gemeenschap als kerk.

Immers als de r.k. kerk de doop die door een heiden, een getuige van Jehova of een mormoon als geldig erkent, omdat die doop aan de bovenvermelde vereisten voldeed, dan erkent de r.k. kerk daardoor nog niet het heidendom of de getuigen van Jehova of de mormonen als kerk.

De Protestant reageert dus duidelijk vanuit een volkomen onjuist inzicht in de r.k. doopsopvatting.

De eeuwige betekenis van bewegende druppels

Wil men Regen de voorwaardelijke herdoop van protestanten iets zeggen, dan moet men zich keren tegen de petieterige opvatting, alsof God naar een paar druppeltjes water zit te kijken, of die al of niet zich van hun plaats bewegen op het hoofdje van het kind. Blijven ze onbeweeglijk zitten, dan sluit God dit kind voor altijd uit de hemel, wanneer het komt te sterven, voordat het tot bewustzijn komt. Bewegen ze, dan opent God opeens zijn Vaderarmen en mag het kind Zijn heerlijkheid binnengaan.

Ik heb tegen deze opvatting geschreven in „Onder hetzelfde Kruis". De Bazuin van 4 juli 1959 viel mij daarop aan, en noemde dat een „te goedkoop protest" tegen Rome. Maar op 22 febr. 1964 schreef De Bazuin naar aanleiding van de herdoop van Prinses Irene:

„In een verder perspektief zullen theologen dan groter helderheid moeten brengen in de vraag naar de betekenis van onze — soms stellig scrupuleuze — zorg, of het doopwater werkelijk wel gevloeid heeft, enz."

Nu De Bazuin ook mijn protest heeft overgenomen, meen ik te mogen veronderstellen, dat De Bazuin mijn protest van destijds niet meer zo goedkoop vindt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1964

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Protestantse misverstanden over de herdoop van prinsen Irene

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1964

In de Rechte Straat | 32 Pagina's