IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Boetegebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boetegebed

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schuldbelijdenis van de r.k. kerk

O Heer, Jezus Christus, in" een geest van boetvaardigheid en met verbrijzeld hart komen wij voor uw heilig aangezicht.

Gij hebt ons verlost en tot leden van uw Kerk gemaakt. Maar wij dragen er mede schuld aan, dat uw Kerk verzwakt werd door scheuringen en tweedracht en dat haar heilig aangezicht op aarde door vlekken en rimpels werd geschonden. Zo belijden wij heden onze schuld aan alles wat uw heilige Kerk tegen uw wil moest ondergaan en nog steeds ondergaat:

Vrome mensen, die U zochten, konden U niet meer vinden daar, waar Gij alleen te vinden zijt: in uw heilige Kerk. Wij erkennen ons daarin medeschuldig en roepen: Onze schuld!

Ernstige mensen, die bewogen werden door vrees en liefde voor uw heilige majesteit en berouw hadden over hun zonden, meenden dat het diepe en volle weten van de macht der zonde niet bij de gelovigen in uw heilige Kerk te vinden was. Wij erkennen ons daaraan medeschuldig en roepen het uit: Onze schuld!

Mensen, die in uw heilige Kerk, die de rots der waarheid en de toevlucht voor het heil is, naar de troost van de blijde Boodschap zochten, gingen onvervuld van haar weg. Ootmoedig erkennen wij voor allen die er schuld aan hebben: Onze schuld!

Verlaten mensen, die in uw heilige Kerk bergende en beschermende liefde zochten, voelden zich alleen gelaten, of zelfs gegriefd en teruggestoten. Wij betreuren dit en roepen voor hen die daaraan schuld hebben: Onze schuld!

Jonge en sterke mensen, die in uw heilige Kerk, die toch alleen werkelijk vrijmaakt, de vrijheid der kinderen Gods zochten, voelden zich in het nauw gedreven en onvrij. Wij hebben daar ook schuld aan door ons gebrek aan geduld en goedheid. Daarom belijden wij: Door onze schuld!

Christenen, die gedoopt zijn in uw heilige Naam, herkenden uw beeld niet meer in het aanschijn van uw heilige Bruid, de katholieke Kerk. Wij allen zijn mede in gebreke gebleven en roepen: Onze schuld, onze grote schuld!

Daarom bidden wij U, o Heer, dat Gij weer wilt goedmaken, wat wij door lauwheid, traagheid, hardheid van hart, gebrek aan inzicht en valse ijver hebben stukgemaakt. Laat ons de ganse volheid van uw heilige waarheid uitstralen, die uw heilige, katholieke Kerk bewaart en die zij van dag tot dag steeds meer verwezenlijken moet, opdat uw Koninkrijk tot ons kome; Gij die leeft en regeert in alle eeuwigheid. Amen.

Vertaald uit: „Laudate", Gebet- und Gesangbuch für das Bistum Meiszen.

Schuldbelijdenis van de reformatie

God, wij verootmoedigen ons voor U.

Wat hebben wij gedaan met de Bijbel, die Gij door de reformatie opnieuw voor ons geopend hebt? Wij hebben elkander bekogeld met uw heilige woorden. Wij zijn elkaar te lijf gegaan met teksten, waarin uw liefde nog lag te parelen. Wij hebben elkander verketterd, verdacht gemaakt, lichtvaardig veroordeeld. Wij hebben uw heilige, geheimnisvolle Lichaam uit elkaar gereten. Wij zijn uiteen gevallen in allerlei richtingen.

Wij belijden onze schuld, onze nameloze schuld. Schaamrood staan wij voor uw aangezicht.

Gij hebt ons overladen met uw rijkdommen. Gij hebt ons gevoerd naar de grazige weiden van uw ongebonden Woord. Gij hebt ons verkwikt met uw eeuwige rust.

En wij hebben deze schatten verkwanseld, of wij hebben ze weer bedolven onder het vuil en de stof van allerlei menselijke tradities. Onze sleur heeft de glans van uw Woord weer gedoofd. Daarom kunnen wij zo moeilijk aan de zoekenden de weg wijzen naar U. Daarom is de kracht uit ons getuigenis weggenomen, — indien wij tenminste nog getuigen.

Here, onze God, wij klagen ons voor U aan. Vergeef de zonden van ons en van onze vaderen. Vergeef onze liefdeloosheid jegens elkander. Vergeef onze zelfvoldaanheid, onze jaloersheid, nijd en wraakzucht. Vergeef onze trots, onze eigenwaan, de minachting van de broeders.

Heer, Gij hebt alle recht om ons te verwerpen van voor uw ogen. Al te lang hebben wij U getergd.

Maar neen, daar is vergeving altijd bij U geweest. Uw welbehagen zal nooit van ons wijken, want Jezus, de Zoon van uw eeuwige liefde, heeft ons vrijgekocht met zijn dierbaar bloed. Wij zijn nu de schapen van zijn weide. En Gij zult ons nooit vanuit zijn goede herdershanden vandaan rukken om ons ten prooi te werpen aan de wilde dieren van de duisternis.

Wij zijn ontrouw geweest, maar Gij blijft trouw aan uw belofte. Wij wankelen altijd weer, maar uw Woord staat vast als de bergen. Wij worden heen en weer geslingerd tussen licht en duisternis, tussen liefde en haat, maar Gij zijt altijd dezelfde: Ik ben die Ik ben!

Wij bidden U, Here, onze God, stort uw Heilige Geest weer in al zijn volheid over ons uit. Wij hebben al te zeer uw Geest in ons gedoofd. De oorspronkelijke gloed is teruggezonken tot een onbeduidend smeulen. Maar Gij kunt de vlam weer aanwakkeren. Here, laat ons weer uitzinnig worden door de gloed des Geestes die in ons brandt. Zalf ons met uw Geest om aan armen het Evangelie te brengen, om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren.

Wij bidden ook voor de rooms-katholieke kerk. Open hun harten voor de blijde Boodschap van Jezus, de enige en volkomen Zaligmaker. Leg de warmte van de liefde in onze stem, als wij voor hen getuigen van uw heil.

God, wij hebben U tòch lief. Ons ondankbare leven schijnt soms het tegendeel aan te duiden. Maar toch, Vader, hunkeren wij naar uw aangezicht. Diep in ons is er zo'n heimwee naar U. Moge uw Koninkrijk dan spoedig komen. Zend uw Zoon weder naar deze wereld. Voltooi de tijden. Voeg weldra de laatste geroepene toe tot de gemeente die zalig wordt. En neem ons mee naar het eeuwige bruiloftsfeest met het Lam, dat voor ons geslacht is. Daar zullen wij niet meer zondigen. Daar zullen we U met reine lippen kunnen prijzen tot in de eeuwen der eeuwen. Maranatha, Here Jezus, kom! Ja, kom spoedig! Amen.

Uit: „Moeder, ik klaag u aan", 4e druk, p. 198-201

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1962

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Boetegebed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1962

In de Rechte Straat | 32 Pagina's