IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

“Ik heb er nog geen moment spijt van gehad”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

“Ik heb er nog geen moment spijt van gehad”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al jaren organiseren IRS-comités regionale themaavonden en Reformatieherdenkingen. De heer B. Hofman, de heer B. Macdaniël en het echtpaar B. Bout maken deel uit van de comités Gouda en Alblasserwaard en het bezinningscomité Rotterdam- Zevenkamp. “Ik ontvang en deel ook weer uit. Het maakt me dankbaar.”

”Het was een andere tijd”, zegt Macdaniël over de eerste jaren dat hij in het comité Gouda zat. “Ik kan me uit die tijd een avonddienst in de hervormde kerk van Stolwijk herinneren. Het collectegeld werd nog opgehaald met een collectezak aan een stok. Er zaten zo’n 350 mensen in de kerk. Een kleine 200 van hen werden abonnee van het IRS-magazine. Dat komt nu niet meer voor.”

Macdaniël, inmiddels het langstzittende comitélid, sloot zich in 1970 aan bij het comité Gouda. Hij reageerde op een oproep in het IRS-magazine voor nieuwe comitéleden.

Macdaniël: “Ik heb altijd al veel van verenigingen gehouden. In die tijd was er op dat gebied veel minder dan nu.” Ook spraken de lezingen die ds. Hegger, de oprichter van IRS, toen in het hele land hield hem aan. “Een gewezen priester die kwam spreken, dat was bijzonder. Voor protestanten was het toentertijd een onmogelijke zaak dat je als rooms-katholiek priester protestants werd. En dan de gedrevenheid waarmee hij sprak!”

Vriendschap

Enthousiast stak Macdaniël de handen uit de mouwen. Tot 1993 was hij lid van het comité Gouda en daarna van het comité Alblasserwaard. In deze comités vervulde hij al snel na zijn aantreden de rol van voorzitter.

B. Hofman bracht in de jaren 70 regelmatig een lid van het comité Gouda met de auto naar de vergaderingen. Van lieverlee leerde hij hierdoor Macdaniël kennen. Er ontstond een vriendschap. “Macdaniël maakt vrienden, of je wilt of niet”, lacht Hofman.

Uiteindelijk haalde Macdaniël hem begin jaren 80 over om het comité te komen versterken. “Een beslissing waar ik nog geen moment spijt van heb gehad”, zegt Hofman. Ook buiten het werk voor IRS om raakte hij bij comitéleden betrokken. Zo was hij ceremoniemeester op de bruiloft van Macdaniël en zijn vrouw en bij het huwelijk van andere comitéleden.

Schoolgebouw

In 2001 maakten Macdaniël en Hofman deel uit van een vijftal dat het samenwerkingsverband Rotterdam-Zevenkamp oprichtte. Het plan werd gesmeed na een gesprek met trouwe bezoekers van thema- avonden in Maartensdijk. Zij kwamen uit Maassluis en moesten een lange afstand afleggen om deze avonden te kunnen bezoeken. Daarom vroegen ze of er in de buurt van Rotterdam iets op poten gezet kon worden. Hierop begonnen Macdaniël, S. de Vos (comité Alblasserwaard), B. Hofman (Gouda), J. Blijleven (Gouda) en J. Visser (comité Krimpen) met de organisatie van bezinningsavonden in Rotterdam. Een nieuw comité ging van start: bezinningscomité Rotterdam-Zevenkamp.

De eerste periode van comité Rotterdam-Zevenkamp verliep volgens Macdaniël “vrij vlekkeloos.” De avonden werden belegd in een gebouw van de scholengemeenschap Guido de Brès. Toen dat niet langer mogelijk was, werd door bemiddeling van Visser het Wartburg College, locatie Revius, de nieuwe locatie. Macdaniël: “We houden doelbewust bezinningsavonden in een school. Als je een kerkgebouw als locatie hebt, hangt aan de avonden altijd het plaatje van de kerk. Dat willen we voorkomen.”

Persoonlijk

Het interkerkelijke karakter van de avonden vindt Macdaniël belangrijk. “Als wij aan het eind van ons leven voor God verschijnen, wordt ons niet gevraagd van welke kerk we zijn, maar of we van Christus zijn.”

En juist omdat de avonden niet uitgaan van een kerkverband durven bezoekers volgens Macdaniël persoonlijke vragen te stellen. “Daarnaast kunnen zij op zo’n avond anoniem schriftelijke vragen stellen. Ik moet zeggen dat sommige vragen nog mooier zijn dan het onderwerp zelf.”

Zorgvuldig bekijken de comitéleden welke thema’s ze aan bod laten komen en welke predikanten ze daarvoor vragen. Hofman gaat elke avond in het Reformatorisch Dagblad de advertenties met bijeenkomsten langs, om te zien over welke thema’s predikanten elders spreken. Onderwerpen die hun dus blijkbaar goed liggen. Hij noteert deze gegevens. Lange lijsten heeft hij inmiddels verzameld. Hofman: “Als bepaalde predikanten al eerder een onderwerp hebben behandeld, zullen ze sneller komen spreken dan wanneer je hen voor een nieuw onderwerp vraagt.”

Predikanten

Organisatietalent is nodig. Een portie doorzettingsvermogen is eveneens onmisbaar.

Macdaniël: “Het komt voor dat pas de 25e predikant die ik opbel zijn komst toezegt.”

Hofman weet inmiddels hoe hij het aan moet pakken. “Als ik een predikant voor een bepaalde avond vraag en hij zegt nee, dan antwoord ik: “Ik heb nog vijf andere data waarop u kunt spreken. Het kan niet zo zijn dat u op al die vijf data niet kunt.” Als die data de predikant echter toch niet uitkomen, zeg ik: “Dan schuif ik het op naar volgend jaar.” Als hij dan ja zegt, neem ik het jaar daarop contact met hem op. Ik zeg dan: “Ik kom op uw belofte van vorig jaar terug.””

Volgens de comitéleden komt er meestal een vast publiek op de thema-avonden af. Daarnaast neemt iedere predikant zijn eigen aanhang mee. Anderen komen voor het onderwerp.

In al die jaren is het wel eens anders gelopen dan gepland. Macdaniël: “Bezoek je een thema-avond, en dan komt de predikant niet opdagen. Is er brand in de tunnel … Het is niet leuk om dan tegen de aanwezigen te moeten zeggen: “Sorry, jullie kunnen weer naar huis gaan.” Natuurlijk kan ik in zo’n geval wel een Bijbelbespreking voorlezen, maar daar komen ze niet voor.”

Jongelingsvereniging

Hier moet je tegen kunnen, vindt Macdaniël. Als voorzitter moet je over bepaalde gaven beschikken. Bij het openen en sluiten van een avond kun je volgens hem het beste “je hart laten spreken”, maar moet je ook “je hoofd gebruiken.” Niet iedereen vindt dit even gemakkelijk om te doen. “Je moet plankenkoorts overwinnen. Ook dien je vlot te kunnen spreken met de predikant. Je moet het zingen van een psalmvers en de collecte aan kunnen kondigen en de mededelingen op een vlotte manier kunnen brengen.”

Macdaniël heeft hier geen moeite mee. Naar eigen zeggen heeft hij dit geleerd van de voorzitter van de jongelingsvereniging, die hij in zijn jeugd bezocht. Macdaniël: “We leerden daar een inleiding te maken en de avond te openen en te sluiten. Dat ging op een fijne manier. Als iemand bad en het ging niet, omdat hij stilviel, dan gingen de jongens niet zitten lachen.”

Over niet al te lange tijd wil Macdaniël stoppen met het comitéwerk. Het wordt echter steeds lastiger om nieuwe comitéleden, laat staan een nieuwe voorzitter, te vinden. Macdaniël: “Vroeger visten er minder mensen in de vijver. Tegenwoordig heb je zo veel organisaties.”

Nieuwkomers

Onder de nieuwe comitéleden is onder anderen het echtpaar B. Bout, dat ongeveer twee jaar geleden zowel het comité Gouda als het comité Rotterdam-Zevenkamp kwam versterken.

“Door zitting te nemen in de comité’s ontmoet ik weer nieuwe mensen en leer ik nieuwe dingen”, zegt mevrouw J. Bout. “De sfeer op de comitévergaderingen is meestal heel goed. Ik ontvang en deel ook weer uit. Het maakt me dankbaar.”

Het echtpaar Bout is actief en initiatiefrijk. De heer Bout is penningmeester van Rotterdam-Zevenkamp. Hij brandt de geluidsopnamen van de avonden op cd en verzendt ze. Zijn vrouw zorgt voor en na de lezingen voor de boekentafel en de kaartverkoop en verzorgt de geluidsopnamen. Het houdt mevrouw Bout bezig hoe ze jongeren bij de avonden kan betrekken. “Als er jongeren komen, let ik erop dat ik hen welkom heet. De voorzitter doet dat ook. We laten merken dat we het fijn vinden dat ze er zijn.”

Behalve in het comité Rotterdam-Zevenkamp zit het echtpaar Bout ook in het comité Gouda. Mevrouw Bout denkt na over de organisatie van de Reformatieherdenkingen die het comité Gouda verzorgt. Mevrouw Bout: “Graag zouden we wat meer mensen willen bereiken. We hopen dat er meer gemeenten een Reformatieherdenking willen houden. Ik denk dat het goed is om dat wat we van de Heere hebben gekregen, de Reformatie, te herdenken. Soms denk ik: Je zou de herdenkingen in een andere vorm moeten gieten.” Een nieuwe uitdaging voor de toekomst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2010

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

“Ik heb er nog geen moment spijt van gehad”

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2010

In de Rechte Straat | 16 Pagina's