De eeuwige God zij u een woning

Vervuld in Christus

Wat een prachtige zegenwens is dan Deut. 33:27! En we mogen die bede vervuld zien in Jezus Christus. Bij Zijn afscheid zei Hij tegen Zijn apostelen dat ze zich niet moesten laten meeslepen door ontroering, nu Hij van hen zou heengaan. Hij troostte hen aldus: "In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook gij moogt zijn waar Ik ben" (Joh. 14:2,3). Hoe lief, hoe innig, hoe teer zijn deze woorden! Dat is onze Zaligmaker ten voeten uit: altijd aan de anderen denken, aan hen die Hem door de Vader gegeven zijn. Dat mee-voelen met ons spreekt ook heel sterk uit de bede, die Hij richtte tot Zijn Vader: "En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld en Ik kom tot U. Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn gelijk Wij één zijn" (Joh. 17:11).

Uit deze verzen haal ik zomaar wat lieflijkheden:

Christus zorgt voor onze woning

Het was voor ons heel moeilijk om een geschikte woning te vinden. In Velp leek dat onmogelijk. We hadden geïnformeerd. Op dat moment waren er slechts twee kamers te huur.

Iemand die we dat vertelden bij de koffie, reageerde meteen: "Maar ik heb zojuist gehoord dat het huis aan de Dillenburglaan 8 vrij komt". Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Zodoende. U kunt begrijpen hoe dankbaar wij waren voor deze leiding van de Heere.

En nu zegt Jezus tegen de Zijnen, tegen u en mij die in Hem geloven: "Maak je geen zorgen. In het huis van Mijn Vader is plaats genoeg. En Ik ga daar Zelf een woning voor jou klaar maken. "Wanneer wij straks ontwaken in de eeuwigheid, staat Jezus ons op te wachten. Hij neemt ons bij de hand en voert ons naar de woning, die Hij voor ons heeft uitgekozen en klaargemaakt.

Inwonen bij God Zelf

Natuurlijk is dat geen woning zoals wij die op aarde kennen; gestoffeerd en gemeubileerd. Dat bleek al uit de zegenbede van Mozes: "De eeuwige God zij u een woning", en ook uit het motief, waarom Jezus die woning voor ons bestemd heeft: "opdat gij ook moogt zijn waar Ik ben."

Wat een vooruitzicht! Wat een liefde van Christus! Wat een barmhartigheid van de Vader, Die Zichzelf aanbiedt om onze woning te zijn in en door Christus! De Allerheiligste schrikt er niet voor terug om ons, zondige mensen, bij Hem te laten inwonen; óns die vanwege onze ikzucht nog steeds weigeren om de eenheid waarom Christus heeft gebeden, te verwezenlijken.

Maar dan zijn we voor altijd uit de macht van de zonde vandaan gehaald. Dan zijn we de kroon op het werk van Jezus Christus.

Genade, genade, genade!!!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen