IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

BIJ DE BRONNEN VAN DE LEGENDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BIJ DE BRONNEN VAN DE LEGENDE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In "De Kruisbanier" van 9 febr. 1957 las ik een bijzonder interessant artikel onder de titel 'Bij de Bronnen van de Legende'. De schrijver van dit artikel was Ds. HJ. Hegger. Hij was toen predikant van de kerk te Denderleeuw en tevens eindredakteur van 'De Kruisbanier'. Het is een sprankelend geschreven stukje literatuur, dat ik u niet wil onthouden. Proef zelf maar.

In een legende zit veel bekoring. De fantasie maakt er niet zulke dolle buitelingen als in het sprookje. De legende knoopt altijd aan bij werkelijke plaatsen, personen of gebeurtenissen. Met welk een intense aandacht konden wij vroeger luisteren naar de verhalen van Karei ende Elegast. Je verbeelding zweefde dan over de grote Europese vlakte zoals je die had leren kennen van de landkaart op school, maar bouwde het toneel op met bossen, de huizen en de weiden van je jeugdland.

De legenden kunnen slechts een zelfstandig bestaan leiden zolang hun bronnen niet zijn ontdekt. Meestal leggen zij zelf een rookgordijn over hun oorsprong heen en maken het daardoor de geschiedkundige vorser bijna onmogelijk om ver stroomopwaarts te komen. Ergens zal hij verdrietig blijven steken, waar de rivier van de legende plotselinge stroomversnellingen krijgt, voor zij zich gaat uitstorten onder de overhuiving van een donker oerwoud.

Persoonlijk heb ik twee keer bij de bronnen van een legende gestaan. De eerste keer was tijdens de missie in Steenbergen (N.Br.). In een dorp, dat aan dit stadje grenst, nl. De Welberg, was een bedevaartplaats ontstaan. Een "begenadigd" meisje, Janske Gorissen, zou een verschijning hebben gehad van Maria, en de schilder - ik meen Pieter Geeraerts - had overeenkomstig de aanwijzingen van ons Janske een schildering van de Madonna vervaardigd, waarvoor de mensen nu konden neerknielen en kaarsjes opsteken.

De pastoor van de Welberg voer er wel bij. (Later is ons Janske weer gedesavoueerd. Ze maakte het wat al te bont, doordat ze beweerde de roeping te hebben om de opgestane Christus in Zijn verheerlijking na te volgen en daarom de duurste bontmanteltjes moest dragen. Zie hierover meer in mijn boek: 'Mijn Weg naar het Licht').

Op een avond, zo tegen de schemering, toen de zon hing te sterven in het glas in lood van de kerk, zat een priester te bidden voor het beeld. Zijn gezicht voorovergebogen. weggeborgen in de holte van zijn handen. Zijn ziel was bij Maria, bij zijn hemelse moeder. (Ik zeg dit niet spottend, want, hoe het ook zij, deze priester geloofde oprecht in de macht en de heerlijkheid van de lieflijke Madonna. En voor elk oprecht geloof moeten wij eerbied hebben.) Zachtjes ging de kerkdeur open en Adrienne Verbeeck kwam binnen. Zij had pas nieuwe gummizolen onder haar schoenen, zodat zij vrijwel geruisloos de biddende priester kon naderen. Zij deed het licht aan en zond ook haar smekingen op tot de maagd der maagden. Na enige tijd stond zij weer op, terwijl de priester nog altijd verzonken lag in verering. Weer ging zij geruisloos de kerk uit. Toen zij al bijna in het portaal was, hoorde ze de stoel van de bidder kraken. Ze keek om. Met open mond stond daar de priester naar de brandende lamp te kijken. Toen begon hij druk te gesticuleren. Hij leek wel in extase. Hij kijkt de kerk rond, maar kon niemand zien, want Adrienne stond al te ver onder de donkere lage gewelven bij het portaal. Toen liep hij ineens weg, de sacristie door, naar de pastorie.

De volgende dag kwam vanuit de Welberg het gerucht aanrollen, dat er een wonder was gebeurd.

O.L. Vrouw had zelf de lamp aangestoken voor een priester, die met de handen voor het gezicht meer dan een half uur gebeden had voor haar beeld. Het gerucht holde de ene deur in en de andere weer uit. Het deed de melkbussen van de melkboer bijna kantelen en smeet bij de groenteboer de bananen tussen de patatten.

Het danste van de ene straat naar de andere, tot het eindelijk het huis van Adrienne bereikte. Daar stierf het een roemloze dood tussen de schaterlachende tanden van Adrienne. Want zij begreep meteen, dat zij die wonderdoenster was geweest. En ze had ook teveel waarheidsliefde om dit niet te vertellen, al kostte het haar enige moeite om deze schone legende zo maar stuk te bijten. Haar woorden waren voor dit legende als het zout voor de slak. Ik heb het ook uit haar eigen mond vernomen, en stond dus hier bij de bron van een legende.

In het klooster van Wittem

De andere keer was in ons klooster van Wittem. Ik was toen nog theologisch student.

In de tuin van ons klooster hing tegen de muur een schilderij van O.K. Vrouw van altijddurende Bijstand. De voet van dit schilderij bestond uit zwaar betimmerd hout, dat naar voren sprong, zodat men er twee bloemenvaasjes op kon zetten.

Over dit schilderij vertelde men het volgende. Twintig, dertig, veertig jaar geleden was er een student, die heel slecht kon studeren. Hij was een hopeloos geval. Hij zou op deze manier nooit priester gewijd kunnen worden.

xHij schreef op een briefje zijn smeking om haar hulp bij zijn studie. Toen spijkerde hij dat briefje in de houten voet van dit schilderij en versierde het altijd met bloemen. En het wonder kwam. Hij werd een van de beste studenten van zijn tijd.

Niemand wist echter het precieze jaartal van deze gebeurtenis te noemen. Ook de naam van de student moest door de tijden zijn weggevaagd, zoals de wind de nevels in slierten voor zich uit kan drijven, totdat er tenslotte niets meer van overblijft.

Men zeide dat dit mede te danken was aan de kiese liefde van zijn medestudenten, die de mantel der vergetelheid hadden willen leggen rond zijn vroegere periode van domheid.

In het begin geloofde ik vast aan deze legende. Het was ook zo mooi. Om tranen van in de ogen te krijgen. Het was een voorrecht van de domste student om dit schilderij met bloemen te mogen tooien. Ik zag er echter niemand wijzer door worden.

Langzamerhand begon ik het verhaal toch een beetje vreemd te vinden. Bovendien, als het waar was, dan zou men het gemakkelijk kunnen controleren. Men hoefde slechts die voet open te breken en dan moest men toch minstens de resten van dit briefje aantreffen. Ik sprak er met anderen over. Maar de legende had zichzelf min of meer onaantastbaar gemaakt door te suggereren, dat het een halve heiligschennis zou zijn, wanneer men de naam van deze student zou trachten te achterhalen, en door het openbreken van het hout. Het was een geheim, dat stil en ongeschonden door de eeuwen heen moest gaan.

Maar mijn kritische speurzin liet mij niet los. Ik wist er ook een vrome tint aan te geven. Want, zo redeneerde ik, als het verhaal op waarheid berust, dan moet het gepubliceerd worden tot lof en eer van Maria.

Eindelijk vond ik twee studenten bereid om met mij het waagstuk te ondernemen. Ik moet eerlijk bekennen, dat mijn handen toch trilden, toen ik de beitel op het hout zette en hem met de hamer er in dreef. Maar wij vonden niets, niets, niets. Ook niet iets, wat op een overblijfsel van papier kon duiden. Weer stond ik bij de bron van een legende. Wij hebben de voet weer dicht gespijkerd en het schilderij weer op zijn plaats gehangen.

De legende kan nu weer haar eigen weg gaan. Ze kan nu vertellen, dat eens een student getracht heeft het geheim te ontsluieren, en dat die student door Maria toen verlaten is, want hij is een 'afvallige' priester geworden. Daarmee zou dan deze legende op haar weg door de jaren heen zich zelf versterkt hebben met de dreiging van de vloek, over hem, die tot haar bron tracht door te dringen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1993

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

BIJ DE BRONNEN VAN DE LEGENDE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1993

In de Rechte Straat | 32 Pagina's