IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

EEN WONDER DAT IK GERED BEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN WONDER DAT IK GERED BEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn naam is Jean Bos en ik werd in 1951 geboren als tweede van drie zonen. Doordat ik volledig blind ben - evenals mijn jongere broer trouwens - waren mijn ouders genoodzaakt ons op zeer jonge leeftijd reeds naar een internaat te brengen. Eerst gingen wij naar het Blindeninstituut Ganspoel te Huldenberg, vervolgens naar Sint-Lambrechts-Woluwe, waar ik mijn studies beëindigde. In 1987 trouwde ik met Niesje Stelwagen, die uit Nederland afkomstig is. Nu wonen wij met onze dochter Saskia te Hasselt en zijn er lid van de plaatselijke evangelische gemeente; sedert 1971 werk ik bij de N.V. Philips te Hasselt.

Dit is het wonderlijke verhaal van mijn redding:

Het gebeurde op een zondagmiddag in september, als ik mij niet vergis was het 1962. De trein van Leuven naar Brussel zat al overvol, maar toch wurmde het groepje leerlingen van het instituut Woluwe zich er nog bij. We stonden in het portaaltje als haringen in een ton, ik met mijn rug naar de deur gekeerd. Mijn vingers speelden wat onachtzaam met iets dat zich achter mij bevond en het gevolg laat zich raden. Plots zwaaide de deur open en ik zou dit voorval niet hebben overleefd, als niet een oudere medeleerling de helderheid van geest had gehad om naar voren te stormen, mijn in een reflex uitgestoken hand te grijpen, mij naar binnen te trekken en de deur weer te sluiten, dit alles op gevaar van zijn eigen leven. Dit was een wonder en u begrijpt dat ik deze geschiedenis nooit vergeet, net zomin als Louis, de man die voor mij zijn leven waagde.

We schrijven juni 1973; in Genk liep een evangelisatiecampagne, maar ik had er geen flauw benul van wat dat was, of dat zoiets zelfs bestond. Een collega die wist dat ik van muziek hield, nodigde mij uit voor een optreden van zijn koor. Ik kende de koormuziek nauwelijks, maar besloot toch op zijn verzoek in te gaan. Die bewuste avond na werktijd ging ik met hem mee naar huis en onder de maaltijd werd me verteld dat het optreden doorging in een protestantse kerk. Ik voelde mij een beetje genomen en niet erg op mijn gemak, want dat er iets in een kerk te doen was, tot daar nog aan toe, maar een protestantse kerk, dat zag ik echt niet zo zitten. Met naar de kerk gaan deed je alleen je ouders een plezier, zo dacht ik erover, maar ja, belofte maakt schuld en dus ging ik mee.

Ik weet nu al lang niet meer wat die avond door het koor gezongen werd, maar wat gezegd werd, is me bijgebleven, omdat het zo bekend klonk en toch nieuw en vernieuwend was. Er werd gesproken over schuldvergeving en een persoonlijke relatie met God. De uitdrukking "Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld" was mij genoegzaam bekend, maar daar werd me haarscherp duidelijk, dat Jezus Christus gestorven was, niet zomaar voor de zonden der wereld in het algemeen, maar ook voor die van ons allemaal persoonlijk. Ik kwam oog in oog met God te staan, niet als Straffer van degenen die niet braaf zijn, maar als Redder van zondaars. De wereld werd verkleind tot mijn persoontje en zonde was plots niets meer of minder dan mijn onoverkomelijke schuld. Maar op dat moment kwam die barmhartige God ook liefdevol naast mij staan in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon.

Enkele dagen later ben ik teruggegaan en toen mochten de engelen in de hemel feestvieren, omdat een dwalende zondaar door de Heiland gevonden werd. Nu hoor ik niet meer tot een zaligmakende kerk, maar tot een kerk van zondaars, die door niets anders dan het kruis van Golgotha zalig geworden zijn. God is zo dichtbij, dat ik niet een groot aantal mensen nodig heb die voor mij ten beste zouden spreken; niet zogenaamde heiligen die gestorven zijn, maar Jezus, de Opgewekte, is mijn Voorspraak, want Hij stierf voor mij.

Er moet, als ik gestorven ben, niet meer gebeden worden voor mijn zieleheil; Jezus Christus is uit de doden opgewekt, Hij is de opstanding en het leven en wie in Hem gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven. Hij heeft gezegd: "Ik leef en gij zult leven". Indien ik zondig, behoef ik de zonden niet meer te vertellen aan een zogenaamde "plaatsvervanger" van Christus; die man is, wie het ook zij, evenals ik een zondaar. Door Jezus Christus mag ik zelf tot God gaan en Hem mijn zonden belijden, want Hij is getrouw en rechtvaardig om ze te vergeven.

Ik behoef me ook niet uit te sloven om de hemel te verdienen; de kleinste misser zou dat werk allemaal tenietdoen. Christus heeft op het kruis uitgeroepen: "Het is volbracht!". Hij geeft ons het eeuwige leven en daarbovenop nog de genade om goede werken te mogen en kunnen doen, die Hij tevoren heeft bereid. Er is ook niet meer de angst voor de verschrikking van het laatste oordeel; aan het kruis heeft Jezus Gods oordeel over mijn zonden gedragen - Hij is het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld - en dat betekent voor mij vrede met God en het vooruitzicht eens in Zijn eeuwige heerlijkheid te mogen thuiskomen. Er was weer een wonder geschied, groter nog dan het eerste.

In 1986 leerde ik Niesje kennen; zij werd in 1950 geboren in Friesland, studeerde in Groningen en werkte tot aan ons huwelijk bij de Evangelische Omroep te Hilversum. De Heere heeft ons bij elkaar gebracht op een wijze, zoals Hij alleen dat kan. Met dankbaarheid denken wij aan de broeders en zusters die ons een helpende hand hebben toegestoken, zowel vóór als na ons huwelijk. Moge de Heere het hun overvloedig vergelden.

In 1989 werd Saskia geboren en kwam zij ons geluk nog vergroten. Het is ons verlangen de tijd die ons op aarde nog gegund wordt, tot Zijn eer te leven en voor Saskia een voorbeeld te zijn dat haar zal aansporen om zelf ook de Heere te volgen.

Ik zou graag willen eindigen met een wens: Dat de scholier die mij zowat 30 jaar terug voor een wisse dood behoed heeft, ook zelf door Christus gered moge worden vari de eeuwige dood. Moge de God die wonderen werkt, ook in zijn leven dit wonder verrichten!

Jean en Niesje Bos-Stelwagen

Meeuwenlaan 15

3500 - Hasselt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

EEN WONDER DAT IK GERED BEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's