IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

'En la Calle Recta' geeft steun

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'En la Calle Recta' geeft steun

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al jaren ontvang ik En la Calle Recta (IRS). Steeds weer tref ik daar nieuwe dingen aan. die mij helpen bij mijn pastorale werk in mijn gemeente. Wij hebben evangelisatieposten in zeer armoedige streken. Maar desondanks trachten onze gemeenteleden steeds anderen te winnen door te getuigen van het wonderbare werk van Gods genade in Christus. We hebben zodoende al 10 evangelisatieposten kunnen stichten. Wij zijn dan ook erg blij met En la Calle Recta en met uw boeken in het Spaans. Hierbij ingesloten een check. Het is niet veel, maar we geven het met de liefde van heel ons hart.

Guayaquil (Ecuador) Pedro H. Castillo Franco

Bekommering

Bekommering (bekommernis) is de toestand van een mens, die onder de invloed van het Woord Gods en onder de beademing van de Heilige Geest is gekomen, maar nog niet (of althans tijdelijk niet) de zekerheid heeft dat hij in genade door God is aangenomen.

Het is de toestand die ontstaat na de eerste aanraking der liefde: "Gij hebt Mij het hart genomen, Mijn zuster. Mijn bruid; gij hebt Mij het hart genomen, met een van uw ogen, met een keten van uw hals" (Hooglied 4:9). De Vulgaat vertaalde: "Vulnerasti cor meum = Gij hebt Mijn hart gewond met een blik uit uw ogen".

Victor Hugo beschrijft dat moment dat een jongen en een meisje "in elkaar vallen", op een, wel een beetje romantische, maar toch ook reële manier in "De Ellendigen"("Les Misérables", 1862):

"Argeloos liep hij langs de bank, het meisje keek op en hun blikken ontmoetten elkaar.

Wat lag er die dag in de blik van het meisje? Marius had het niet kunnen zeggen. Het was niets en het was alles. Het was een raadselachtige flits.

Zij sloeg de ogen neer en hij liep door. Wat hij daareven gezien had, was niet de argeloze blik van een kind, het was een mysterieuze diepte, die zich een ogenblik had getoond en weer gesloten werd.

Voor elk meisje breekt de dag aan, waarop haar blik zo is. Wee degene die erdoor getroffen wordt.

Die eerste blik van een vrouw die zichzelf nog niet kent, is als het aanbreken van de morgen in de natuur. Het is het ontwaken van iets stralends dat nog niet zichtbaar wordt. Het is een soort ongerichte tederheid, die zich toevallig openbaart en wachtende is" (p. 209-210).

"Het meisje ging hem voorbij en onderwijl keek zij hem aan. Zij keek hem doordringend aan met een milde peinzende blik, waarbij Marius een huivering langs de rug liep" (p. 211).

Wanneer wij getroffen worden door een blik uit de ogen van de liefdevolle God die ons in Christus verschijnt, heeft ook iets dergelijks plaats.

Dan sla je de ogen neer en zegt bij jezelf: Dit kan niet. Deze God met Zijn verblindende schoonheid kan mij niet liefhebben. Want ik ben afzichtelijk vanwege mijn zelfzucht. Ik ben zondig, ik ben zonde; maar Hij is heilig, Hij is de heiligheid zelve.

Prof. dr. M.J.A. de Vrijer beschrijft dit gebeuren aldus: "Hij weet zich in de tegenwoordigheid Gods: een zondaar zonder meer. Mijn zonde. Mijn zonde. Mijn vreselijke zonde. Wie het onberispelijkst is, verfoeit zich in dat loutervuur het zwaarst". "In de spiegel van zielswaarachtigheid vangen zij de stralen der goddelijke waarachtigheid op en er is alleen maar een miljardenheir van stofjes in dat licht, gelijk de stofjes in een zonnebundel, vallend in een donker vertrek. De heiligste mens weet zich de grootste zondaar" (Het ingekeerde leven. Leiden 1938 p. 66-67).

Deze ervaring is, ook volgens prof. de Vrijer, bij elk mens anders. Hij schrijft:

"De ene gelovige leeft dit alles uit in een overstroming van het gevoel; de ander in een overstroming van de wil; de derde in een overstroming van het denken; weer een ander in een simpel leven zonder uiterlijke bijzonderheid; de een blijft bekend in de geschiedenis als een heilige; de ander is alleen bekend bij God en de heilige engelen die zich om zijn bekering verblijdden. De ene gelovige doorleeft die aanvankelijke zaligheid in blijvende geschoktheid en verscheurdheid. Bij andere gelovigen schijnt die levenslange worsteling minder sterk te overwegen, hoewel in dit opzicht wij van de geestelijke strijd van onze naaste meest bitter weinig weten en de uiterlijke evenwichtigheid dikwijls slechts schijn is" (p. 8-9).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

'En la Calle Recta' geeft steun

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's