HET GEESTELIJKE TESTAMENT VAN MARIA

Op 17 juli 1983 sprak de paus tot de menigte op het St. Pietersplein in Rome over dit onderwerp. Hij zei dat de laatste woorden die van Maria staan opgetekend in de Evangeliën, beschouwd moeten worden als haar geestelijke testament. Die laatste woorden luidden: „Zo wat Hij u zal zeggen, doet (dat)" (Joh. 2:5).

De paus citeert dan zijn voorganger, Paulus VI, die gezegd heeft: „Deze woorden van Maria moeten worden beschouwd als een echo van het antwoord door het volk Israël gegeven bij de Sinaï, waarmee de Israëlieten hun instemming betuigden met het Verbond: „Al wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen!" (Ex. 19 : 8; zie ook Ex. 24 : 3, 7 en Deut. 5 : 27), waarmee zij ook het Verbond vernieuwden (zie Joz. 24:24; Ezra 10:12; Neh. 5:12). En deze woorden zijn in wonderbare harmonie met wat de Vader gezegd heeft bij de verheerlijking op de berg: „Hoor naar Hem" (Matth. 17 : 5). Aldus in L'Oss. Rom. van 26 juli 1983.

Kommentaar

Het verblijdt ons zeer dat de pausen meer dan vroeger zich willen baseren op de Schrift.

Maar des te meer verbaast het ons dat ze rustig verder gaan met hun dogma's en religieuze praktijken, die volledig in strijd zijn met het Oude Testament.

Op de Sinaï heeft het gebod geklonken: „Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben". En in heel het O. T. wordt dat geïnterpreteerd als een verbod om kontakt te zoeken met gestorven mensen. Wij zijn dan ook overtuigd dat Maria als vrome Jodin met alle stelligheid het aanroepen van haar, nu zij gestorven is, zou afkeuren.

En het tweede gebod: „Gij zult u geen gesneden beeld noch enige gelijkenis maken (van wat) boven in de hemel is, noch (van wat) onder op de aarde is, noch (van wat) in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen noch hen dienen". Afbeeldingen van wat en wie dan ook, zelfs van God, met de bedoeling om die met religieuze hulde te omringen, zijn duidelijk bij het Verbond van de Sinaï verboden. En Christus, de Zoon van Maria, heeft gezegd: „Meent niet dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden…" (Matth. 5 : 17). Waar menen de pausen dan het recht vandaan te halen om het tweede gebod te ontbinden en de beeldenverering toe te staan? Zij luisteren dan niet naar de laatste woorden van Maria in de Schrift, naar haar geestelijke testament: „Doet alles wat Hij u zeggen zal".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen