Onderzoek de geesten of ze wel van God komen

Dat is de titel van een brochure van mgr. Gijsen, gericht tegen de „Mariënburggroep". Wie dat zijn, beschrijft mgr. Gijsen aldus:

Een groep priesters en leken, die sinds jaar en dag niet-onbelangrijkefuncties bekleden in Kerk maatschappij, heeft in oktober 1983 onder de titel„ Getuigen van de Geest die in ons leeft" een tbladzijden tellende tekst ondertekend, waarin op nauwelijks mis te verstane wijze af standgenomwordt van het beleid zoals dat momenteel ten aanzien van de katholieke Kerk in Nederland door pausJohannes Paulus II gevoerd wordt en door de Nederlandse bisschoppen aanvaard is. De rvan hun distantie ligt in hetfeit, dat zij van mening zijn dat dit beleid een ernstige belemmerinvormt voorde realisering van een huns inziens juiste en noodzakelijke ontwikkeling van het leveals christen en als Kerk, zoals deze met name in ons land sinds de zestiger jaren op gang gekomwas en allengs doorgevoerd werd.

De 44 ondertekenaars - naar de plaats van samenkomsten ter voorbereiding van hun stu„Mariënburg-groep "genoemd- zijn allereerst 12 dekens uit alle bisdommen, die reeds jarenlaeen gespreksgroep vormen alsmede enigepriesters en leken met een jarenlange ervaring en inop pastoraal, katechetisch en oecumenisch terrein. Daarnaast is er onder hen een twaalftal holeraren en andere verantwoordelijken van diverse universiteiten en hogescholen. Tenslotte hezich een aantal politici en leidende representanten van diverse sociale organisaties bij dezeaangesloten alsmede enkele figuren uit de wereld van de media. Gebleken is inmiddels, dat odiverse andere hooggeplaatste en invloedrijke functionarissen uit Kerk en samenleving zicinhoudelijk in de gepubliceerde tekst herkennen, al hebben zij hun namen niet eronder geplaaDit geeft aan het stuk een grootgewicht. Het is niet de weergave van een mening van deze of genvan een willekeurigegroep geëmotioneerde malcontenten. Opgrond van langdurige reflecties oheersende situatie - de brochure werd tweejaar lang voorbereid- hebben gezaghebbende menweloverwogen en zich bewust van hun verantwoordelijkheid voor velen alsook van de draagwivan hun spreken hun visie verwoord. Gebleken is reeds dat velen in den lande deze visie del

Onderzoek de geesten of ze wel van Rome komen

Dat is in het kort het antwoord van mgr. Gijsen, want hij antwoordt slechts met citaten uit officiële uitspraken van de pausen of van door hen goedgekeurde uitspraken van concilies.

Maar nergens staat in de Bijbel dat we kunnen weten of bepaalde geesten uit God zijn, ja of nee, door hun uitspraken te leggen naast die van de pausen. De Heilige Geest heeft Zich slechts gebonden aan wat Christus heeft gezegd, maar niet aan allerlei uitspraken van pausen: „Hij zal Mij verheerlijken, omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft" (Joh. 16 : 14, R.-K. Vertaling). Er staat niet: „Hij zal de pausen verheerlijken, omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van hen heeft ontvangen".

Mgr. Gijsen citeert wel Bijbelteksten, maar hij bemerkt blijkbaar zelf niet dat die juist in tegenspraak zijn met de pretenties van de pausen als plaatsbekleders van Christus op aarde. Hij schrijft: (Joh. 6 : 15):„ Christus aanvaardtgeen aards koningschap Maar hoe kan de paus dan Zijn plaatsbekleder zijn, die juist wél een aards koningschap heeft aanvaard?

Het woord van mensen tegenover het Woord van God

Een van zijn bezwaren tegen de Mariënburgers formuleert mgr. Gijsen aldus: „ Zij veronderstellen kennelijk dat er meer en wellicht andere waarheid en waarden te vinden dan in de katholieke kerk " (pag. 11).

En dat is volgens mgr. Gijsen in strijd met de uitspraken van het Tweede Vatikaanse Concilie. Maar daarom is dat Tweede Vatikaanse Concilie dan ook in strijd met de Schrift b.v. Ef. 3:18, waar Paulus schrijft dat we slechts „samen met alle heiligen" (dus niet: samen met dê pausen) de volle heerlijkheid van Christus en van Zijn liefde kunnen kennen.

Mag de R.-K. Kerk, mag mgr. Gijsen, zo lijnrecht ingaan tegen wat de Schrift zegt? Zijn hun woorden belangrijker dan het Woord van God?

Onvoorwaardelijke onderwerping aan mensen?

Mgr. Gijsen roept op tot gehoorzaamheid aan de paus en via de paus tot gehoorzaamheid aan hemzelf. „Deze geloofsgehoorzaamheid is een deugd, die men zich nederigheid en met erkenning van de offers die zij vraagt, moet eigen maken. Zij houdt het dóórtrekken in van het „ja-woord" dat men aan Christus geeft, naar de onderwerping - „vaverstand en wil" zoals 'Lumen Gentium' nr. 25 (= Dogmatische Constitutie over de Kerk, vahet Tweede Vat. Concilie. HJH) - aan de uitspraken en bepalingen van paus en bisschopp(pag. 12).

De Schrift waarschuwt juist voor de mensen: „Ook al is elk mens een leugenaar, God is waarachtig" (Rom. 3 : 4, R.-K. Vert.). Er staat niet: „Ook al is elk mens een leugenaar, de paus is waarachtig, en dus ook mgr. Gijsen, omdat die de paus blind volgt".

Van Christus staat geschreven dat Hij Zich aan niemand toevertrouwde: „Maar Jezus van Zijn kant had geen vertrouwen in hen, omdat Hij allen kende. Hij wist wat er in de mens stak" (Joh. 2 : 24-25, R.-K. Vert.). Hoe kan het dan Zijn bedoeling zijn dat wij ons met ons verstand en onze wil onvoorwaardelijk overgeven aan een mens in Rome, die beweert dat hij van Christus een absoluut gezag over alle christenen heeft gekregen? Jezus vertrouwt ons toe aan de Heilige Geest, de Waarachtige, maar niet aan de mensen, die allemaal slecht zijn, volgens de uitspraak van Christus in Lukas 11 : 13.

Het Celibaat

Mgr. Gijsen onderstreept het celibaat, de verplichting van de priesters om ongehuwd te zijn. „Wie daarom blijkt - met de hulp van Gods genade - niet te (kunnen) levvanuit een algeheel onthecht-zijn, kan het priesterschap van Christus leerling niet ten vowaarmaken. De Kerk heeft dit… voor het westen „vertaald" in de celibaatsverplichting voopriesters" (pag. 13).

Naar aanleiding daarvan deze vragen aan mgr. Gijsen:

1. U laat zich op de foto's bijna altijd afbeelden met de pijp in de mond. En dat, terwijl door overheidsinstanties voortdurend gewaarschuwd wordt tegen het roken, omdat het bewezen is dat het slecht is voor de gezondheid en een belangrijke oorzaak van een hartinfarct. Is dat een teken van „algeheel onthechtzijn"? Waarom geeft u aldus openlijk een slecht voorbeeld? Waarom gaat u aldus in tegen de waarschuwingen van de overheid?

2. Waar zegt Christus dat iemand die gehuwd is, niet ten volle Zijn leerling kan zijn? En als u dat uit de pauselijke of uit uw eigen duim hebt gezogen, waar haalt u dan het recht vandaan om zulke verplichtingen op eigen gezag aan mensen op te leggen?

3. Waarom die willekeur dat de r.-k. priesters van het oosten wél, en de priesters van het westen niet, mogen trouwen?

4. Het nieuwe r.-k. Kerkelijke Wetboek zegt: „De priesters „worden tot het celibaat, dat een bijzondere gave van God is, verplicht". (Canon 277:1). Dat is een innerlijke tegenspraak. Men kan toch niet verplicht worden… tot een gave! Hoe rijmt u dat met elkaar? 5. De Bijbel roept ons op tot nederigheid. Waarom geeft u geen voorbeeld van nederigheid, doordat u afstand doet van uw mooie gouden ring, uw mijter en staf, uw prachtige gewaden enz.? Waarom ondertekent u met een kruis als een teken van uw bisschopswaardigheid, het kruis waaraan Christus voor onze redding de smadelijke dood stierf?

6. Waarom is iemand die een vrouw met wie hij in een eerbaar huwelijk een gezin sticht, liefheeft, daardoor alleen reeds een onvolmaakt leerling van Christus - en iemand die van een huwelijk afziet, daardoor een volmaakt leerling van Christus, ook al is hij verslaafd aan een pijp met of zonder het genot van een lekker glas wijn?

Geen antwoord van mgr. Gijsen

Wij zonden een copie van dit artikel naar mgr. Gijsen en nodigden hem uit voor een reaktie in ons blad. Natuurlijk antwoordde hij niet. Wanneer je, samen met de paus, meent de waarheid in pacht te hebben, dan kun je niet afdalen tot het gewone volk daar beneden om daarmee een diskussie aan te gaan.

En daarin volgt hij mgr. Simonis. Ook die antwoordde niet op artikelen waarin ik publikaties van hem vanuit de Schrift bestreed, hoewel ik die artikelen van te voren naar hem gezonden had.

Beiden zijn daarin consequent Rooms.

Ik ben om verschillende redenen een geëxcommuniceerde van de R.-K. Kerk. En dat betekent dat je met zulk een gebannene geen communicatie moet onderhouden.

Mgr. Gijsen heeft de catechese helemaal naar zichzelf toegehaald. Alles moet geschieden conform zijn opinies. De (r.-k.) Bazuin publiceerde daarover de spotprent die wij hiernaast afdrukken: Allen die het centrale bureau voor de catechese van het bisdom Roermond binnengaan, komen als even zovele „Gijsen's' eruit. Ze hebben alle persoonlijkheid en eigenheid binnen moeten afleggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen