IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

WIJ KOMEN HUILEND BIJ GOD AAN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WIJ KOMEN HUILEND BIJ GOD AAN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat hoorde ik ds. Jac. van Dijk zeggen in een preek twee weken voordat de Heere hem tot Zich riep. En hij baseerde dat op Openb. 21 : 4: „En God zal alle tranen van hun ogen afwissen". Dat vertroostte mij heel bijzonder. Ik zag de Heer staan, terwijl ik huilende naar Hem toestrompel. Dan zal Hij voor altijd de tranen uit mijn ogen wegwissen en mij vervullen met onvergankelijke, nimmer eindigende vreugde.

Maar hier op aarde zal het schreien nooit helemaal van ons wijken. Altijd dragen wij tranen met ons mee.

Allereerst om onszelf, wanneer wij tot geloof zijn gekomen. Juist omdat de Heere ons dan zo dicht naar Zich toetrekt, zien wij des te schrijnender de tegenstelling tussen Zijn erbarmende liefde en de zelfzucht die altijd in ons naar omhoog wil komen.

Zeker, ik haat die zelfzucht. Ik heb er een afschuw van. Ik zou zo graag willen zijn als Christus, zo vol zelfvergetende, dienende behulpzaamheid voor de anderen. Ik verlustig mij erin, wanneer ik in mij de liefde ervaar als een vrucht van de Geest (Gal. 5:22).

Maar dat oude, dat „vlees", blijft in mij. „Maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde", zo zucht Paulus in Rom. 7:14.

En dat is het geval met iedere gelovige. Daarom moet Paulus vermanen: „Wandelt door de Geest en volbrengt de begeerlijkheid van het vlees niet. Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander" (Gal. 5:16-17).

Het verdriet mij altijd opnieuw, wanneer ik die macht van de zonde in mij bespeur, die macht die zich verzet tegen God en Zijn gebod.

Ik kan mij daar niet gemakkelijk van afmaken met een dooddoenertje: „Och we zijn allemaal zondaars en de volmaaktheid bereiken we toch niet". Die revolterende stem is in mij, is een deel van mij.

Zeker, we kunnen het Paulus nazeggen: „Ik dan doe dat nu niet meer, maar de zonde die in mij woont" (Rom. 7 : 17). Ik, ik heb door de Geest die in mij is komen wonen, de heerschappij over het huis van mijn ziel helemaal aan Christus overgedragen. Maar desondanks blijft die rebelse vlegel in dat huis voortdurend zijn vuist tegen Christus ballen. „Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet van mijn gemoed en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is" (v. 23).

In die strijd is het voortdurend door Christus dat ik de overwinning behaal, maar het blijft: „Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde" (v. 24-26).

En daarom is er altijd dat schreien in ons, die zelfaanklacht, dat schuld belijden voor het aangezicht van de heilige en genadige God. Maar wij weten dat de Heere telkens weer Zelf de tranen uit onze ogen wist. Hij verzekert ons met de grootste stelligheid dat alles vergeven is, dat wij volkomen rein zijn gewassen door het bloed van het Lam, Zijn Zoon.

Eenmaal zal echter dat schreien voorgoed ophouden. Dan zullen wij louter „geest" zijn. Dan zijn wij niet meer vleselijk, verkocht onder de zonde.

Wat een heerlijkheid zal dat zijn: wanneer God voor de laatste keer onze tranen droogt, wanneer die rebelse vlegel, de oude mens in mij, voorgoed uit mij weggebannen wordt! Dan zullen wij doorstroomd worden met de zuivere liefde van Christus, een liefde zonder enige zelfzuchtige bijbedoeling.

Tranen om de christenen

Wat stellen wij, christenen, elkaar niet vaak teleur! Wat liggen we vaak met elkaar overhoop! Wat een verdeeldheid! Wat doen wij elkaar veel pijn aan!

En de wereld kijkt als lachende derde toe, hoe wij elkaar met de Bijbel trachten neer te slaan. Hoe wordt Gods eer daardoor niet aangetast en aan de Naam van Christus smaadheid toegebracht!

En we doen er allemaal aan mee. Is dat de wet der zonde in ons? Kunnen we niet anders?

Je vindt die verdeeldheid overal: onder de kerkmensen, de meer vrije groepen, ja onder de pinkstermensen die beweren dat ze vervuld zijn met de éénmakende Geest, vind je die verdeeldheid nog het ergste. (Zie het boek „Pinksteren in beweging", op p. 18 in dit nummer).

Daarom is er geen opwekking in Nederland. Laten wij smeken: „O Heere, naar al Uw gerechtigheden, laat toch Uw toorn en Uw grimmigheid afgekeerd worden van LTw stad Jeruzalem, Uw heilige Berg; want om onze zonden en om de ongerechtigheden van onze vaderen zijn Jeruzalem en Uw volk tot versmaadheid bij allen die rondom ons zijn. O Heere, hoor, o Heere, vergeef!" (Daniël 9).

Zeker, er is ook een eenheid die met de pauselijke knoet wordt afgedwongen. Maar die eenheid is helemaal in strijd met de liefde van de goede Herder. Dat is de eenheid, die bewerkt wordt door de harde huurling.

Tranen om de wereld

Hoe kun je zonder tranen leven, wanneer je weet dat dagelijks minstens 15.000 kinderen, schepselen Gods, sterven van de honger?

…dat tienduizenden vallen in de oorlog tussen Iran en Irak, waar men elkaar in de naam van God afslacht?

…dat overal op de wereld mensen om hun geloofsovertuiging of hun politieke gezindheid gevangen gezet, gemarteld en gedood worden?

…dat één op de vier huwelijken schipbreuk lijdt en het tot echtscheiding komt, terwijl in andere huwelijken man en vrouw als kat en hond leven en hun huis een hel is?

…dat…?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

WIJ KOMEN HUILEND BIJ GOD AAN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's