IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

De Zwarte Dood

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zwarte Dood

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

"De schepping van dit boek ontstond uit een verlangen om erachter te komen wat de uitwerking op de maatschappij was van de dodelijkste ramp in de geschreven geschiedenis - dat wil zeggen, van de Zwarte Dood in de periode 1348-1350, die naar schatting een derde deel van de bevolking tussen India en IJsland het leven kostte". Aldus begint Barbara Tuchman haar boek "De Waanzinnige 14de eeuw" (uitg. Elsevier - Amsterdam 744 blz. f 29,50).

Maar bij haar onderzoekingen bemerkte zij dat in diezelfde eeuw vele andere donkere krachten werkzaam zijn geweest, zodat het bijna niet mogelijk was de uitwerking van het verschijnsel van de Zwarte Dood geïsoleerd (afzonderlijk) na te gaan. Die krachten waren: "oorlog (met name de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland), belastingen, roversbenden, wanbestuur, opstand en scheuring in de kerk"(p. 11).

Wat ons als lezers van IRS vooral interesseert, is de vraag: Hoe funktioneerde de (r.-k.) kerk in die tijd? Was zij een licht in die donkere eeuw? Waren de pausen een rots in die woeste branding? Wezen zij de sidderende mensheid de weg van Gods Woord?

De pausen in Avignon

In diezelfde eeuw hebben de pausen gedurende ongeveer 70 jaar niet in Rome, maar in Avignon (Frankrijk) geresideerd. Ik citeer: "De verhuizing had plaats toen onder invloed van Fiiips de Schone een Franse paus, Clemens V, werd gekozen. Hij ging niet naar Rome om de Heilige Stoel te bezetten, voornamelijk omdat hij represailles van Italiaanse zijde vreesde voor de manier waarop de Fransen Bonifatius behandeld hadden, maar volgens de Italianen was de werkelijke reden het feit dat hij een Franse maîtresse onderhield, de beeldschone gravin van Périgord, dochter van de graaf van Foix. In 1309 installeerde hij zich in Avignon in de Provence bij de monding van de Rhöne. Dit was binnen Frans gebied, technisch gesproken evenwel niet in Frankrijk, omdat de Provence een leengoed van het Koninkrijk van Napels en Sicilië was.

Daarna werd Avignon in wezen een wereldlijke staat onder de zes Franse pausen die elkaar opvolgden, vol overdadige pracht en praal, vol grootse culturele trekpleisters en ongebreidelde simonie - dat wil zeggen, het verkopen van hoge ambten. Doordat het pausdom in achting was gedaald door de verwijdering van de Heilige Stoel uit Rome en omdat het als werktuig van Frankrijk werd beschouwd, trachtte men aanzien en macht te verwerven volgens wereldlijke maatstaven.

Men concentreerde zich op financiële zaken en op organisatie en centralisatie van iedere handeling van het pauselijk bestuur die geld kon opleveren. Behalve de regelmatige inkomsten uit tienden en annaten van de geestelijkheid en de ontvangsten uit de pauselijke leengoederen, was welhaast alles voor geld te koop, elk ambt, elke benoeming, elke voordracht of bevordering, elke dispensatie van bepaalde regels, elke uitspraak van de Rota of een beslissing over een vermeende aanspraak, ieder pardon, iedere aflaat en absolutie, al datgene wat de Kerk bezat of vertegenwoordigde, van een kardinaalshoed tot een relikwie van een pelgrim. Bovendien eigende het pausdom zich een gedeelte van alle vrijwillige giften, schenkingen en gaven op het altaar toe. Men ontving Pieterspenningen uit Engeland en uit andere koninkrijken. Men verkocht extra aflaten in jubileumjaren en hief speciale belasting voor kruistochten, die voortdurend werden aangekondigd, maar zelden doorgang vonden. De eens zo grote stuwkracht was verwaterd en het enthousiasme voor de heilige oorlog bestond voornamelijk nog slechts in woorden.(p.47).

De god van de kerk was de Mammon

Voor geld was elke dispensatie te koop: het wettigen van kinderen, van wie het merendeel nakomelingen van priesters en prelaten was, het delen van een lijk ten behoeve van het geliefde gebruik het lichaam op twee ot meer plaatsen te begraven, het recht van nonnen om twee dienstmaagden te hebben, het recht van een bekeerde jood om zijn onbekeerde ouders te bezoeken, het recht om te trouwen binnen de verboden bloedverwantschapsgrenzen (met een variabele schaal voor het te betalen geldbedrag voor de tweede, derde en vierde graad), het recht handel te drijven met de ongelovige moslim (waarvoor een bedrag werd geëist voor elk schip, afhankelijk van de grootte van de lading) en het recht gestolen goederen tot een bepaalde waarde te ontvangen.

Jacht op relikwieën

Het boek geeft uiterste details. Dat maakt het soms wel eens wat taai, maar bet bewijst wel de degelijke studie, die eraan ten grondslag ligt.

Wie zijn echte vader ook mag zijn geweest, Karei bezat ten volle de hartstocht van de Valois voor aankopen en luxe. Hij was al bezig met de verbouwing van Vincennes tot zomerpaleis en zou er spoedig nog drie of vier laten bouwen of verwerven.

Hij had de beroemde chef-kok Taillevent in dienst, die geroosterde zwaan en pauw opdiende met de veren weer op het lijf geschikt en de vergulde bek en poten rustend in een toepasselijk landschap van gesponnen suiker en gekleurd gebak. Hij verzamelde kostbare voorwerpen en met edelstenen bezette relikwieschrijnen waarin een stukje van de staf van Mozes, het bovenste deel van het hoofd van Johannes de Doper, het flesje met melk van de Heilige Maagd, de windsels van het kindje Jezus en stukjes van diverse instrumenten die bij de kruisiging waren gebruikt, waaronder de doornenkroon en een stukje hout van het Ware Kruis, konden worden geplaatst, hetgeen zich allemaal in de koninklijke kapel bevond. Bij zijn dood zou hij 47 met juwelen bezette gouden kronen en 63 volledige kapeluitrustingen bezitten, waaronder priestergewaden, altaarstukken, kelken, liturgische boeken en gouden kruisbeelden.(p.275).

Jodenhaat

Om hun apartheid duidelijk te maken, gaf Innocentius II in 12 15 het bevel dat zij een insigne moesten dragen, meestal in de vorm van een wiel of een rond lapje van geel vilt, dat een geldstuk zou voorstellen. Het was nu eens groen, dan weer rood met wit en werd door zowel mannen als vrouwen gedragen vanaf de leeftijd tussen zeven en veertien. In de strijd tegen elke ketterij en afvalligheid dwong de kerk in de dertiende eeuw de mohammedanen, veroordeelde ketters en, door een of andere spitsvondigheid in de leer, de prostituées hetzelfde insigne te dragen. Later werd er nog een hoed met een punt die veel weg had van een hoorn en die de duivel moest voorstellen, aan toegevoegd om de joden nog beter te kunnen onderscheiden.(p. 138).

Het voorbeeld van de priesters

Maar bovenal stoorden de mensen zich aan de ongeschiktheid van de priesters. Als een priester van het bisschoppelijk gezag een vergunning kon kopen om er een concubine op na te houden, hoe was het dan mogelijk dat hij zich beter toegang tot God zou verschaffen dan de gewone zondaar? Priesters werden zo snel verliefd dat een man die overspel biechtte aan de biechtvader niet mocht vertellen hoe de partner heette, opdat de geestelijke niet in verleiding zou worden gebracht om zelf misbruik te maken van haar zwakheid.

De corruptheid en de wellust van de priester waren gewoonlijk een gevolg van het feit dat hij werd onderbetaald, waardoor hij genoodzaakt was zijn diensten te verkopen; zelfs de eucharistie zou de communicant kunnen worden onthouden tenzij hij een gift deed, hetgeen het ritueel tot een farce maakte. Judas, zei men, verkocht het lichaam van Christus voor dertig zilverlingen; de priesters deden dit thans dagelijks voor een stuiver.(p.327).

In 1367 werden wereldse geestelijken berispt voor het dragen van korte, strakke wambuizen met lange met bont of zijde gevoerde mouwen, kostbare ringen en gordels, geborduurde beurzen, messen die op zwaarden leken, gekleurde laarzen.

De voorname prelaten uit adelijke families waren even hoogmoedig als hun gelijken onder de leken, kleedden hun gevolg in uniform en reisden met edellieden, schrijvers, valkeniers, stalknechten, boodschappers, pages, keukenpersoneel, voerlieden en kruiers. (p. 328).

Een pauselijk gezant zaait dood en verderf

Om de Kerkelijke Staat te heroveren, overreedde kardinaal Robert van Genève, de pauselijk gezant in Italië, paus Gregorius XI om mannen uit Bretagne te huren, de kwaadaardigsten onder de huurlingen, met het bijkomend motief dat zij dan uit de buurt van Avignon werden verwijderd. In mei 1376 staken zij de Alpen over naar Lombardije, verderf zaaiend over Italië met hun zwaarden die waren gezegend en gewijd door de kardinaal-gezant. Zij slaagden er echter niet in Bologna, de hoeksteen van de pauselijke staten, te veroveren en leden verscheidene nederlagen tegen de Florentijnen, tot grote woede van hun opdrachtgever. Met de woede van een veroveraar die zich getrotseerd ziet, besloot kardinaal Robert een gruwelijk voorbeeld te stellen en vond die gelegenheid in Cesena, een stad aan de oostkust tussen Ravenna en Rimini. Toen de Bretonse manschappen die daar gelegerd waren zich voorraden toeeigenden zonder ervoor te betalen, veroorzaakten zij een gewapende opstand van de burgers. Kardinaal Robert beloofde de mannen van Cesena clementie en legde daarvoor een eed op zijn kardinaalshoed af; toen haalde hij hen over de wapens neer te leggen en wist hun vertrouwen te winnen door vijftig gijzelaars te vragen en die onmiddellijk weer vrij te laten als bewijs van goede wil.

Daarna riep hij zijn huurlingen, onder wie Hawkwood, bijeen vanuit een nabijgelegen stad en beval hen iedereen om te brengen 'omdat het recht zijn loop diende te hebben'. Toen hij op bezwaren stuitte, hield hij voet bij stuk en riep: 'Sangueetsangue!' (Bloed en meer bloed!), hetgeen zijn opvatting van recht was.

Hij werd gehoorzaamd. Drie dagen en drie nachten lang, beginnend op 3 februari 1377, hielden de soldaten hun slachting, terwijl de poorten van de stad waren gesloten. 'Alle pleinen lagen vol doden'. Honderden mensen, die trachtten te ontkomen, verdronken in de gracht, nadat zij door meedogenloze zwaarden waren teruggedrongen. Vrouwen werden gegrepen om te worden verkracht, op kinderen werd een losgeld gezet en na de slachtpartij werd er geplunderd, kunstwerken werden vernield, handwerk werd vernietigd 'en wat zij niet konden meenemen, werd verbrand, onbruikbaar gemaakt of op de grond vertrapt'. Het dodencijfer lag tussen 2500 en 5000. Achtduizend vluchtelingen vluchtten uit de geplunderde stad naar Rimini, bedelend om aalmoezen. Een generatie later deed de grote prediker Bernardino van Siena zijn gehoor nog steeds huiveren met het gruwelverhaal.(p.363).

De kerkelijke ban gebruikt om Florence financieel te ruïneren.

Intussen werd Florence geëxcommuniceerd door de paus die niet-Florentijnen aanspoorde om te azen op de handel van de volgelvrij verklaarde stad. Haar karavanen van kooplieden mochten worden overvallen, schulden konden niet worden geïnd, klanten waren niet gebonden om zich aan contracten te houden. Florence sloeg terug door kerkelijke bezittingen te onteigenen en de lokale geestelijkheid te dwingen de kerken in weerwil van de ban open te houden.

Hoe kan Christus Zich door hen laten vertegenwoordigen?

Misschien zegt iemand: Maar in de protestantse kerken is toch ook niet alles zuivere koffie. Ook dominees hebben zich misdragen.

Inderdaad, maar de protestanten kennen geen ambtsdrager, die zij betitelen met "plaatsbekleder van Christus op aarde". Dat doet de R.-K. Kerk wél. Daarmee onteert zij Christus. Immers, dan valt de verantwoordelijkheid voor al die misdaden en die schunnigheid van zoveel pausen mede terug op Christus. Hoe kan Hij Zich op aarde laten vertegenwoordigen door zulke lage sujetten? Hoe kan Hij hen alle macht in handen geven? Hoe kan Hij eisen dat Gods kinderen zulke verdorven figuren eren met de naam "Heilige Vader" en voor hen neervallen om hun voeten te kussen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

De Zwarte Dood

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's