IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

VRAGEN OVER DE GEMEENSCHAP DER GERINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN OVER DE GEMEENSCHAP DER GERINGEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met br. Schouten (u kent hem van zijn getuigenis in ERS, mei '81) besprak ik deze gedachte van de gemeenschap der geringen. Allerlei vragen kwamen bij ons naar boven. We zochten tastend naar een antwoord daarop. We willen die vragen en onze voorlopige antwoorden graag ook aan u voorleggen, opdat ook u die biddend overwegen kunt.

Hoe moet je zulk een gedachte (zulk een beleving) verbreiden?

Dat is misschien wel de moeilijkste vraag. Een vuur moet aangestoken worden en brandende gehouden worden. Maar hoe doe je dat?

De beste manier is natuurlijk het gesprek. Maar ik kan persoonlijk slechts enkele mensen bereiken. Is misschien een tijdschriftje b.v. dat vier maal per jaar verschijnt, iets? Gestencild of gedrukt? In zulk een blad zouden dan christenen uit verschillende kerken en kringen die gedachte telkens op nieuwe wijze vanuit de Bijbel kunnen belichten.

Voelt u voor zulk een tijdschriftje? Schrijf ons dan. (We kunnen niet telkens de IRS daarvoor gebruiken, want we moeten het eerste doel van IRS voor ogen blijven houden: het getuigend gesprek met Rome; ook al zult u het ermee eens zijn dat van ons, reformatorische christenen, veel meer getuigeniskracht zou uitgaan, wanneer wij niet meer zozeer zouden vertrouwen op de „paarden" van onze menselijke capaciteit, niet op ónze paarde-kracht, maar uitsluitend op de kracht van de Heere).

Moet je de „stillen in den lande" bij elkaar roepen?

Landelijk, regionaal? Wij meenden dat dit een innerlijke tegenstrijdigheid is. Misschien in een konferentie gedurende een weekend of langer?

Is de naam: „Gemeenschap der geringen" wel goed?

Die naam is mij vanaf het begin te binnen geschoten. Het is moeilijk voor mij om die nu nog te veranderen, ofschoon ik van de andere kant hem graag voor een betere inruil. Wie heeft daaromtrent suggesties? Maar een naam doet er ook weer niet zoveel toe. Het is immers een beweging, die we beogen, niet een organisatie. Wanneer we als zodanig b.v. in een konferentie samenkomen, dan betekent dat niet: „Kijk, daar zijn de stillen in den lande bij elkaar", maar wel: „Daar willen christenen samen zoeken naar die stilheid voor Gods aangezicht. Ze willen die voor het eerst beleven of hun stilheid, hun besef van geringheid, daar laten verdiepen in gemeenschap met anderen, door Bijbelstudie, onderlinge gemeenschap en gebed".

En als een „stille in den lande" nu eens gekozen wordt tot synodevoorzitter?

Het was br. Schouten die deze heel konkrete vraag opperde. Moet hij dan zeggen: nee, want dat is in strijd met de stilheid waarnaar ik verlang?

Wij meenden te moeten antwoorden: ja, hij moet die positie juist wél aanvaarden. Want de stilheid voor Gods aangezicht, het ootmoedig denken over jezelf en het volkomen vertrouwen in de kracht die de Heere schenken wil, hebben niets met je uiterlijke burgerlijke of kerkelijke belangrijke positie te maken. Het is een zaak van het hart, van het innerlijk van de mens.

En juist zulk een stille in den lande zou een synode kunnen leiden tot een lofzang op Gods genade, tot een gezamenlijke verootmoediging van de kerken die deze synodeleden hebben afgevaardigd. Denkt u maar aan ds. Andrew Murray die zes keer synode-voorzitter is geweest.

Dus deze beweging is op geen enkele wijze gekant tegen kerkelijke strukturen?

Nee, juist niet, want dan zou zij (geestelijk) geweld tegenover (geestelijk) geweld plaatsen. En dat is in strijd met het wezenlijke karakter van de gemeenschap der geringen.

Deze beweging moet juist als een geestelijke kracht doordringen onder de leden van allerlei kerken en groepen en hen open maken voor elkaar. Een echte stille in den lande is blij als hij ergens dienen kan met zijn ootmoedige liefde.

Zijn er nog veel van zulke stillen in den lande?

Dat weten wij niet. Maar br. Schouten merkte terecht op: „Het is beter ons af te vragen hoeveel koren er nog is onder het kaf dan hoeveel kaf onder het koren". De liefde hoopt alle dingen.

Hoe bereik je deze stillen?

Wij hopen dat zij bij het lezen van deze lektuur zichzelf, maar vooral hun stille goede Herder, zullen herkennen; dus dat ze zullen zeggen: ,Ja, dat is óók een wezenlijk punt van het Evangelie. Zo heeft Jezus Zichzelf geopenbaard als de zachtmoedige en nederige van hart, als de Koning rijdende op een ezel. Zó bevind ik mij ook voor Gods aangezicht nl. als een zondaar, een zwak mens, maar die zich verlost weet door Jezus Christus alleen en die weet dat de kracht Gods hem ter beschikking staat door de Heilige Geest".

Bij sommigen kan dat besef vaag aanwezig zijn geweest als een smeulend vuur, dat echter gewekt wordt door het Woord Gods en de Heilige Geest.

Anderen zullen het nog niet ervaren hebben, maar wel ermee instemmen:, Ja, dat is het wat wij nodig hebben. Deze bescheidenheid, deze ootmoed, kan de boodschap van het Evangelie aantrekkelijk maken voor de Jood én voor de Griek (de niet-Jood)".

Wat kan nog méér het gevolg zijn van deze beweging?

Dat weten we niet. Dat ligt in Gods hand. Maar één van de eerste dingen die we hopen, is dat door deze beweging de christenen dichter naar elkaar toekomen en de eenheid onder de hopeloos verscheurde kerken bevorderd wordt. Is de grondoorzaak van die verdeeldheid niet deze: dat we niet van onze eigen persoonlijke of kerkelijke troon willen komen en dat we op geen enkele wijze eigen ongelijk willen erkennen of althans de mogelijkheid daarvan onder ogen willen zien? Daardoor blijven de scheidsmuren onder ons hoog opgericht. Alleen de nederigheid kan die muren afbreken.

Is deze beweging nieuw?

Nee, ze duikt telkens weer op in de kerkgeschiedenis. Franciscus van Assisi leefde met zijn armoede-ideaal uit dezelfde inspiratie. Dat is ook de geest van het bekende boek van Thomas a Kempis: „De navolging van Christus". De titel van het tweede hoofdstuk luidt: „Van het gering denken van zichzelf'. Daarin komt ook zijn beroemde gezegde voor: „Ama nesciri et pro nihilo reputari = houd ervan om onbekend te zijn en voor niets geacht te worden". Van nature hebben we allemaal de neiging om de aandacht op ons te vestigen, om in de publiciteit te staan en een grote naam te maken en een goede reputatie op te bouwen. Christus roept ons echter op tot dienende nederigheid. Hij heeft de Zijnen de voeten gewassen en vraagt ook van ons om zulke nederige diensten aan elkaar te verrichten.

(Wel meen ik dat Thomas a Kempis te sterk doorslaat naar de ascetische richting, maar met zijn grond-bezieling ben ik het helemaal eens).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

VRAGEN OVER DE GEMEENSCHAP DER GERINGEN

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's