IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

DE HEERE OORDEELT MIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE HEERE OORDEELT MIJ

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het voorafgaande artikel heb ik op basis van verstandelijk inzicht aangetoond dat het oordeel van andere mensen ons niet méér noch minder maakt. We blijven wat we zijn. Daar kan het goed- of afkeurende oordeel van anderen niets aan veranderen.

Paulus voegt daar echter een geestelijke diepte-dimensie aan toe. In 1 Kor. 2:15 zegt hij dat de geestelijke mens alles beoordeelt, terwijl hijzelf door niemand beoordeeld wordt. (Er staat in het Grieks anakrinei, dat samengesteld is uit krinoo, dat „oordelen, beoordelen" betekent, en ana dat „van boven" of „opnieuw, wéér" betekent en in feite dus een versterking van het werkwoord aangeeft). Hoe moeten we dat verstaan? Ik meen dat Paulus hier uitgaat van v. 10: „Doch God heeft (het) ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods". Wij hebben deze Geest in ons (v. 12) en dus zijn wij door die Geest in staat alle dingen te beoordelen.

Betekent dat nu dat wij ons niets van het oordeel van anderen, met name ook niets van het oordeel van mede-gelovigen, behoeven aan te trekken? Nee, zo mogen we dat niet verstaan. Dat blijkt b.v. uit het steeds weer herhaalde: „Wie een oor heeft, die hore naar wat de Geest tot de gemeenten zegt" in Openb. 2 en 3. „Tot de gemeenten", dus niet slechts tot de enkelingen. En ook uit 1 Kor. 14 : 29 blijkt dat het oordeel van de met Geest vervulde gemeente uitgaat boven het oordeel van de afzonderlijke met Geest vervulde gelovige.

Ik dacht dat we het zó moeten zien: Wanneer anderen mij attent maken op bepaalde onjuiste gedragingen (zondige gewoonten), dan moet ik dat serieus nemen. Wanneer ze b.v. zeggen: „Ik vind dat u te veel toegeeft aan uw geldingsdrang; u plaatst uzelf veel te veel in het middelpunt; u kunt niet echt luisteren naar een ander; u bent zo gauw op uw teentjes getrapt; enz." - dan mag ik mij daar niet met een beroep op 1 Kor. 2:15 van af maken.

Maar wat moet ik dan met die opmerkingen en vermaningen doen? Ik moet ze naar de Heere brengen en ze aan Hem voorleggen. Hij heeft het laatste en beslissende woord. Dat zegt Paulus in 1 Kor. 4 : 3-4:, Ja, ik oordeel ook mijzelf niet… maar die mij oordeelt, is de Heere".

Als ik dat doe, dan is er alle kans dat de Heere tegen mij zegt: „Inderdaad, Herman, daar hebben ze wel een beetje gelijk in. Je bent echt nog niet helemaal afgestorven aan je zondige „ik". Let op dat of dat punt wat meer in de toekomst. Ik zal je daarin bijstaan".

Als je je door de Heere laat beoordelen, dan geeft dat een diepe rust. Hij is eerlijk. Hij zal je zondigheid heus niet erger maken dan ze is. Hij zal heel zeker ook soms tegen je zeggen: „Die gemene bedoeling die men je toeschreef, zit er bij jou beslist niet achter. Daarvoor ken Ik je te goed". Maar Hij zal dan meestal wel aangeven, waarom anderen jou die gemene bedoeling toeschreven. En dat zal dan heel vaak gebaseerd zijn op bepaalde zondige gedragingen van je.

Maar de Heere zegt alles met een warme en teergevoelige liefde. Hij wrijft je niet de wet onder de neus. Je weet dan immers dat je onder de genade staat en niet onder de wet, dus dat je rechtstreeks onder Hem staat, je lieve Zaligmaker, die Zijn leven heeft gegeven om jou vrij te kopen.

Dus nog eens: bespreek alles met de Heere! Dan wordt alles anders. Dan ben je vrij en toch gebonden, gebonden aan Zijn liefde-wil. Dan jaag je naar Zijn volmaaktheid en ben je tevens rustig, omdat je weet dat je reeds in Hem volmaakt bent. Dan jaag je naar die volmaaktheid, echter zonder gejaagdheid. Dan rust je in Hem, echter zonder te berusten in je zonde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

DE HEERE OORDEELT MIJ

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's