IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

OP ZOEK NAAR HET GEHEIM

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OP ZOEK NAAR HET GEHEIM

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Het is één van de meest verbazingwekkende raadselen van de geschiedenis: de snelle wijze, waarop het christelijk geloof zich in alle richtingen van het Romeinse keizerrijk heeft verspreid. Tacitus vertelt hoe in het jaar 64, dat is ongeveer dertig jaar na de dood van Christus, er in Rome reeds een grote menigte christenen was". Aldus dr. W. Aalders in „Wet, tragedie, Evangelie" (p. 344).

Reeds jaren speur ik naar de oplossing van dat raadsel en ben op zoek naar het geheim van die enorme kracht van de eerste christenen. Als we de sleutel tot dat geheim zouden vinden, dan, zo denk ik, openen er zich opnieuw geweldige mogelijkheden, ook voor ons in de twintigste eeuw. Dan zal ook nu nog het Koninkrijk Gods zich met geweld baanbreken (Mat. 11 : 12).

Alleen lijdelijk afwachten?

Er zijn er die meteen mij tegenwerpen: Staak dat zoeken maar, want alles hangt toch immers af van Gods uitverkiezing. Het enige wat we kunnen en mogen doen, is alleen maar afwachten en bidden: „Heere, mocht het nog ooit eens gebeuren".

Ik ben het er wel mee eens dat op de bodem van onze zoekende houding het ootmoedige gebed moet liggen: „Heere, doet Gij het!". Wie denkt op een of andere manier een opwekking te kunnen organiseren, maakt door deze verwaande gedachte alleen reeds een opwekking onmogelijk.

Maar ik ben het er beslist niet mee eens, wanneer men de bijbelse leer van de uitverkiezing gaat gebruiken als argument voor een lijdelijk afwachten. Daarvoor is deze leer mij te heilig. Ik leef uit deze uitverkiezing. Ze zingt in mijn ziel. Ik weet mij daardoor gedragen door de almachtige God. Het is een verrukking te mogen weten- niet met je verstand, maar met je hart- dat het pure genade is, waarom ik nu zo diep één mag zijn met mijn God, mijn Schepper en mijn Zaligmaker. Hij alleen nam het initiatief. Hij kwam naar mij toe, terwijl ik het niet wilde.

Maar ik zou er van gruwen, wanneer ik dit tere geheim zou misbruiken als een voorwendsel om mijn eigen halfheid, mijn gebrek aan levensheiliging en getuigeniskracht, goed te praten.

Er komt geen opwekking meer, want..?

Weer anderen zullen zeggen: „Ik weet uit de Bijbel dat er geen opwekking meer komt. Ik kan het uprecies voorrekenen. Over zoveeljaar gebeurt dit en vervolgens dat. In elk geval komt de Heere binnen zeer korte tijd. Het kostuum dat ik nu draag, zal dan nog niet versleten zijn". Ook ik heb de indruk dat de tijden zich zozeer in hevigheid hebben toegespitst dat Zijn wederkomst zeer nabij moet zijn. Maar dat mag voor mij op geen enkele wijze een excuus zijn om dan maar met de armen over elkaar te gaan zitten afwachten.

Het sociale evangelie?

Op zoek naar dat geheim. „Men heeft dat willen verklaren door in het christendom een sociale beweging te zien, een stroming van verzet tegen de heersende en bezittende klasse, een massale uiting van verlangen naar een rechtvaardiger maatschappelijke orde. Maar er is niets dat zulk een hypothese (veronderstelling, HJH) rechtvaardigt. Er zijn in het oorspronkelijke christelijke geloof geen sociale, politieke of economische motieven aanwijsbaar" (Aalders a.h.w.).

De hervonden sleutel van de Reformatie

Op zoek naar dat geheim. Men heeft in de geschiedenis van het christendom vaak gemeend de sleutel te hebben gevonden.

Zo is die sleutel voor een gedeelte zeker teruggevonden in de Reformatie van de zestiende eeuw. De R-K. Kerk had immers de mensen verwezen naar een weg ter zaligmaking door de werken, precies zoals de Joodse leidslieden dat hadden gedaan in de dagen van Jezus' omwandeling op aarde. Jezus verwijt dat aan hen aldus: „Wee u, gij wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; gijzelf zijt niet ingegaan en die ingingen, hebt gij verhinderd" (Lk. 11 : 52). Die sleutel om in te gaan in het Koninkrijk Gods was niet de wet, maar het geloof. Die sleutel werd reeds duidelijk aangewezen in het Oude Testament, maar de wetgeleerden hadden die sleutel weggenomen en verborgen voor de eenvoudigen. Ze wilden zelf niet langs de weg van het geloof alleen het Koninkrijk binnengaan, maar ze probeerden die weg ook voor anderen te blokkeren.

Precies zo heeft ook de R.-K. Kerk gedaan in de zestiende eeuw. Ze heeft hen die dit Evangelie van de zaligmaking door genade en geloof alleen hadden ontdekt en ervan getuigden, de mond willen snoeren, desnoods met het geweld van de Inquisitie, het vuur van de brandstapels.

Is bevinding de sleutel?

En tóch is die dynamiek van de Reformatie tot stilstand gekomen. Waarom? Zijn er dan meerdere sleutels tot dat Koninkrijk, precies zoals er soms tot grotere beveiliging meerdere sleutels nodig zijn om een brandkast te kunnen openen? Telkens weer heeft men gedacht die aanvullende sleutel(s) te hebben gevonden. De Nadere Reformatie kwam en legde de nadruk op de bevinding. Dat is de sleutel van het geheim, het antwoord op de vraag waarom de kracht van de Reformatie van Luther en Calvijn zo spoedig uitgebloeid leek.

En inderdaad, de leer dat het geloof iets is van het hart, behoort zeker tot die éne grote sleutel. We worden gerechtvaardigd door het geloof alleen; volkomen juist; maar, zo zegt Jakobus, „de duivelen geloven het ook en zij sidderen" (Jak. 2 : 19). Een geloof dat blijft steken in ons verstand, maar niet neerdaalt tot het hart kan ons niet zaligmaken.

…of de volwassendoop?

„De volwassendoop, de Doop op grond van je persoonlijk geloof! dat is de eigenlijke sleutel", zo riepen anderen en ze noemden zelfs hun kerken naar de Doop: baptisten, anabaptisten, wederdopers.

Maar ook dat blijkt niet de sleutel te zijn. Het is reeds de geschiedenis zelf die dat logenstraft. De wederdopers van de tijd van de Reformatie hier in Nederland zijn voor verreweg het grootste gedeelte vrijzinnig geworden. En van de andere kant zien we echt niet een geweldige opwekking uitgaan van de baptisten in Nederland (en in de gehele wereld). Het is op geen stukken na te vergelijken met de explosieve kracht van het christelijk geloof in de eerste tientallen jaren.

De enige beweging die daar wél enigszins mee te vergelijken is, is de „pinksterbeweging in Chili. Die is in 70 jaar tijd uitgegroeid tot 12% van de Chileense bevolking. Zie het artikel van G. Serrano in een volgend nummer.

Maar juist de kerken van die „pinkster'-beweging hebben de kinderdoop (zie hierover IRS juni 1979). Dus ook de volwassendoop kan de sleutel niet zijn.

…of de Geestesgaven?

„De Geestesgaven, vooral het spreken in tongen! dat is het!", zo beweerde de pinksterbeweging. Maar in Nederland blijkt de pinksterbeweging toch niet erg aan te slaan. Ze is bovendien versplinterd in allerlei, vaak elkaar bestrijdende, groepjes. Hier in Velp alleen al zijn er vijf pinkstergroepjes.

Toch heeft ook deze beweging de christenen verder geholpen in hun zoeken naar het geheim. De aandacht die deze pinksterbeweging vroeg voor de Persoon en het werk van de Heilige Geest, is zeer zeker op zichzelf bijbels.

…of de bijbelse vorm van gemeente-zijn?

De terugkeer naar de bijbelse vorm van gemeente-zijn; is dat misschien de sleutel van het geheim?

Nee, beslist niet. Ik schreef daarover in mijn boek: „Zij is Mijn bruid": „Met nadruk wil ik erop wijzen dat ik het „heil" niet verwacht van een verandering van vormen. Dat zou in strijd zijn met de kernboodschap van de Bijbel nl dat alles draait om de verandering van het hart, de metanoia, de vernieuwde en daardoor totaal andere levensinstelling, manier van denken, willen en voelen" (p. 199). Wel heb ik eraan toegevoegd dat kerkelijke strukturen en wetten de doorbraak van een eenmaal door de Geest begonnen opwekking kunnen belemmeren. Het meest duidelijke voorbeeld daarvan is de r.-k. kerkstruktuur met de leer van de onfeilbaarheid van de pausen. Door deze leer wordt een terugkeer naar het Woord Gods verhinderd, terwijl juist de Geest slechts werken wil dóór het Woord alleen.

…of de Maranathaboodschap?

Dit zijn de belangrijkste sleutels die in de loop van de kerkgeschiedenis zijn aangeboden als antwoord op het raadsel van de snelle groei van het christendom in de eerste eeuw. Natuurlijk weet ook ik dat er nog heel wat meer sleutels zijn gepresenteerd. Ik wil er nog één noemen, nl de Maranathaboodschap. Er zijn broeders en zusters, die zich daarvoor helemaal inzetten. Zij menen dat wanneer wij de leer van de opname van de gemeente vóór de grote verdrukking aanvaarden, er een grote opwekking zal komen.

Nu is het zeker waar dat het uitzien naar de wederkomst des Heeren behoort tot de wezenlijke eigenschappen van het waarachtige geloof. Maar je kunt ook leven uit de intense bede: „Maranatha! Heere Jezus, kom!", zonder de theorie aan te hangen dat de gemeente vóór de grote verdrukking door de Heere zal worden weggenomen van de aarde, zodat dan de antichrist vrij spel krijgt.

Maar wat is dan het antwoord?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1980

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

OP ZOEK NAAR HET GEHEIM

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1980

In de Rechte Straat | 32 Pagina's