IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

DE GEMEENTE, OASE VAN VREDE?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE GEMEENTE, OASE VAN VREDE?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ja, zo is de gemeente van Christus wél bedoeld. Want Christus is onze vrede. Hij heeft het mogelijk gemaakt dat er in de wereld van elkaar bevechtende mensen een stille rustplek is, waar we in liefde met elkaar kunnen samenwonen. En dat is Zijn gemeente. Hij heeft het zelfs mogelijk gemaakt dat in die gemeente de eeuwenoude vijandschap tussen Joden en niet-Joden wordt opgeheven. „Want Hij is onze vrede, Die deze beiden één heeft gemaakt en de middel muur des afscheidsels (de tussenmuur die scheiding maakte) gebroken hebbende… opdat Hij die twee in Zichzelf tot een nieuwe mens zou scheppen, vrede makende" (Ef. 2 : 14 - 15).

Christus is onze vrede

Inderdaad, dat wonder van de vrede tussen mensen kan alleen Hij tot stand brengen. Want van nature zijn wij allen geneigd om elkander te haten. Dat heeft de geschiedenis van het mensdom in zijn vele oorlogen voldoende bewezen.

Daarom hebben de engelen boven Bethlehem dan ook niet de vrede uitgezongen voor „de mensen van goeden wille", maar voor de mensen, in wie God welbehagen heeft. Want met al onze zogenaamde goede wil kunnen wij het diep in ons gewortelde kwaad niet uitroeien. Dat kan alleen door een genadig ingrijpen van Boven.

In Kol. 1 : 19-20 beschrijft Paulus dat Christus in Wie al de volheid der godheid lichamelijk woont, de vrede tot stand heeft gebracht door het bloed van het kruis en daardoor allen die in Hem geloven, één heeft gemaakt door de verzoening met God. Vandaar ook de voortdurende vermaning: Beleef nu ook onder elkaar deze vrede, die Christus heeft verwezenlijkt in u, o.a.: Rom. 12 : 18, 2 Kor. 13: 11, 1 Thess. 5:13.

Uitweiden over de fouten van anderen

Maar zijn de gemeenten zulk een oase van vrede? Jammer genoeg vaak niet. In sommige plaatselijke gemeenten is misschien niet een openlijke oorlog van groepen tegen elkaar, maar wel een stille, koude oorlog. En in elk geval is er bij veel kerken niet die positieve warmte van de weldadige vrede van Christus. We moeten dat met veel spijt konstateren.

En hoe vaak tref je daar niet een verheerlijking aan van de eigen kerk of groep? Dan worden op de preekstoel de fouten en afdwalingen van de andere kerken en kringen breed uitgemeten. En dan vraag ik mij af: Is dat de bedoeling van Chris tus, dat ook wij elkaar aldus beoorlogen en afkammen? Is het niet beter om die tijd te besteden aan de grootmaking van Christus in plaats van aan dat uitweiden over de verkeerdheden van anderen die niet aanwezig zijn? En kweek je zo niet onvermijdelijk een gevoel van zelfvoldaanheid bij de hoorders: „Wat zijn wij dan toch heel wat beter dan die anderen, die er zo van langs kregen"? Zou het niet juister zijn geweest die tijd te besteden aan zelfonderzoek? Het kwaad, de zonde, huist toch immers in ons aller hart?

Zijn wij geroepen om te getuigen of om af te tuigen?

Mag ik één voorbeeld geven? Iemand zegde zijn abonnement op ons blad op en vermeldde als reden: „Het karakter van een getuigend gesprek met Rome draagt het al lang niet meer". Heeft deze schrijver enig inzicht in de moeilijke vraag, hoe wij de rooms-katholieken moeten benaderen? Weet hij hoezeer wij die vraag voortdurend in het gebed aan de Heere voorleggen?

Een mevrouw die als gevolg van 0112e advertentiecampagne in De Limburger regelmatig onze samenkomsten had bezocht en zich had geabonneerd op IRS, was diep geschokt door ons juli-augustusnummer, waarin wij met zoveel klem de Mariaverering hadden afgewezen. Zij schreef dat ze daarom besloten had niet meer onze samenkomsten in Maastricht te bezoeken, maar toch nog het abonnement op IRS aan te houden vanwege de vele artikelen, waarin het Evangelie positief vanuit de Bijbel wordt verklaard.

Kan deze protestantse abonnement-opzegger dan begrijpen dat ik dat niet zo maar naast me neer kan en mag leggen? Ik moet mij dan de vraag stellen: Doe ik het dan wel goed?

Ons blad mag nooit tot doel hebben aan te tonen, hoezeer wij, protestanten, gelijk hebben en hoe stevig de roomsen er naast zijn. Dan is het geen blad voor het getuigend, maar voor het aftuigend gesprek met rooms-katholieken.

Deze protestantse abonnement-opzegger schrijft ook nog: „Mijn vrouw komt zelf uit de Katholieke Kerk". Mijn antwoord luidt: Ikzelf ook. Maar wij, gewezen rooms-katholieken, moeten er voor oppassen dat wij niet, door voortdurend de fouten van de R.-K Kerk naar voren te halen, onszelf willen rechtvaardigen, d. w.z. willen aantonen dat onze breuk met onze vroegere kerk terecht is geweest. Dan vervallen we tot de negatieve houding van de renegaat.

Zou het niet beter zijn geweest, wanneer deze vrouw van de abonnement-opzegger in ons blad haar getuigenis had gegeven, waarin ze zou verteld hebben, hoe ze tot de vreugde in Christus als haar enige en volkomen Zaligmaker is gekomen en hoe ze als gevolg daarvan gemeend heeft met haar kerk te moeten breken? Ik meen nog altijd dat zulk een getuigenis de rooms-katholieke lezers méér zal boeien en méér zal trekken, dan een voortdurende uiteenzetting van de dwalingen van Rome.

Okkult?

Als tweede reden geeft hij aan: „de steeds sterker wordende interesse voor de Pinkstergeest. Ik zeg bewust niet: Heilige Geest, omdat er in die kringen vaak een werking is van andergeesten. Het verhaal over Lydia deed de deur dicht. Hier is duidelijk sprake van een zich lvoortdrijven door okkulte machten. Als zijschrijft: - „ Plotseling merkte ik iets als een stem dimijn borstkas woorden sprak in de één of andere vreemde taal" enz. - …

Allerlei dingen zoals de druk in de borst en het luisteren naar de eigen stem kan men vinden een medium van een spiritistische seance. Het is niet de zachte leiding van de Heilige Geest, een gedreven worden door andere machten".

Kommentaan

1. Lydia zegt juist dat het niet haar eigen stem was, maar iets dat haar overkwam. Het is niet korrekt om iemand woorden in de mond te leggen, die zij juist afwijst.

2. Dat er in de gelovige een stem is van Iemand anders, leert Paulus heel uitdrukkelijk: „En aangezien gij kinderen zijt, zo heeft God de Geest Zijns Zoons uitgezonden in de harten, Die roept: Abba! Vader!" (Gal. 4 : 6).

3. De leiding van de Heilige Geest kän zacht zijn, maar kan ook met grote kracht gepaard gaan. Dat leert de Bijbel ons in de vele uitdrukkingen: De Geest „viel op iemand, werd in iemand uitgestort, uitgegoten". Dat leert Christus Zelf, die in Joh. 7 : 37 - 39 de werking van de Heilige Geest in de harten der gelovigen vergelijkt met „stromen van levend water". Dat zegt Jezus ook voor de hemelvaart: „Gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes" (Hand. 1 : 8). Dus niet: „de zachtheid" van de Geest.

4. Paulus schrijft: „Ik wil wel dat gij allen in vreemde talen spreekt" (1 Kor. 14 : 5). Is het dan juist dat men iemand die dat doet, dan maar vergelijkt met een medium van een spritistische seance. Paulus dankt God, omdat hij méér dan de Korinthiërs in tongen bad. Moeten we dan Paulus ook niet vergelijken met een spiritistisch medium?

5. Lydia stelt in haar boek niet zich zelf, maar Christus centraal. Het hele boek is één grote lofprijzing van haar Zaligmaker. Als zij dan desondanks nog gedreven zou zijn door okkulte machten, wie van ons kan dan nog zekerheid hebben? De Bijbel leert juist dat we in de Naam van Jezus altijd veilig kunnen zijn. Dat zou dan dus niet het geval zijn. We zouden dan nooit kunnen weten of we door de duivel of door de Heilige Geest gedreven worden. Gelukkig is dat echter niet waar. In Christus hebben wij alle rust.

6. Ik ben helemaal teruggegaan naar de grondtekst, het Grieks, om vanuit de Bijbel aan te tonen dat een dergelijke ervaring als het bidden in tongen bijbels kan zijn. Als we zelfs niet op de tekst van de Bijbel kunnen vertrouwen, wat is dan onze zekerheid? De menselijke traditie van een bepaalde kerk of kring? Dan had ik even goed rooms-katholiek kunnen blijven, want in die kerk werd juist de traditie in feite boven de Schrift gesteld

7. Is het overeenkomstig de liefde, wanneer wij een medemens die voortdurend getuigt van Christus, niet alleen met woorden, maar ook in een leven van toewij ding aan de verwaarloosde kinderen in Jeruzalem, veroordelen en voorstellen als iemand die gedreven is door okkulte machten en haar vergelijken met een medium van een spiritistische seance?

8. Behalve twee negatieve geluiden heb ik verder vele blijken van instemming ontvangen met de inhoud van het oktobernummer, ook van theologen. Over het algemeen publiceer ik die liever niet in ons blad, omdat het zo licht lijkt op eigenroem.

Intens verdrietig

Ik vind het zo intens verdrietig, wanneer wij, christenen, elkaar aldus beoorlogen. Waarom toch altijd weer dat harde oordelen over de harten van anderen? Kunnen wij ons dan op geen enkele manier onderscheiden van de mensen van de wereld? Paulus noemt als vrucht van de Geest: „Liefde, blijdschap, vrede" (Gal. 5 : 22). Moeten wij ons niet ernstig afvragen of wij die Geest wel bezitten, wanneer wij juist tweedracht, bitterheid, achterdocht, vijandschap en afgunst teweegbrengen (Gal. 5 : 19 - 20)? Immers, aan de vruchten kent men de boom, heeft Jezus gezegd.

Terwijl ik dit schrijf, vraag ik me af: Ben ik nu niet zelf weer te scherp tegenover deze abonnement-opzegger? Ik meen van niet. Paulus keert zich toch immers ook met grote bewogenheid tegen hen die de vrede in de gemeente verstoren en die anderen die de naam van Christus belijden, op lichtvaardige gronden van zich afstoten.

„ Groet elkander met een kus der liefde. Vrede zij u allen die in Christus Jezus zijt" (1 Petr. 5 : 14).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

DE GEMEENTE, OASE VAN VREDE?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

In de Rechte Straat | 32 Pagina's