IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

TOENAME VAN MARIAVERERING?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOENAME VAN MARIAVERERING?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de vorige nummers hebben wij reeds gewezen op de benadrukking van de Mariadevotie door paus Joannes Paulus II. Maar ook zijn voorganger, Joannes Paulus I, die maar enkele weken Paus was, had zich reeds schuldig gemaakt aan soortgelijke uitspraken. Hij zei: „Maria, koningin der apostelen, zal de heldere ster zijn van ons pontificaat". Hij zag in haar „een dageraad van hoop voor de wereld". En dat terwijl Paulus zo duidelijk zegt Christus alleen is „de hoop der heerlijkheid" (Kol. 1:27).

Als deze onbijbelse Mariaverering aldus van hogerhand bevorderd wordt, dan is het te begrijpen dat het er aan de basis, vooral in echte roomse landen, uitbundig aan toe gaat. Dan kunnen we ons voorstellen dat het „Santuario Madonna delle Lacrime" in Syracuse de gelegenheid dat een Mariabeeldje daar 25 jaar geleden zou hebben geweend, aangrijpt om daar propaganda mee te maken. Een „Bestelbon voor religieuze voorwerpen" is in de extra-editie van „De Wenende Lieve Vrouw van Syracuse" (198 nr. 12) aangebracht. Een paar voorbeelden: een authentieke copie van het wonderbeeldje kost ƒ 75,-; een rozenkrans met watjemedaljon ƒ 10,-.

Maar de Heere zegt: „Gij zult u geen gesneden beeld maken. Gij zult u voor die niet buigen noch hen dienen". Aldus Ex. 20: 4-5, waar de Heere de beeldenverering „een misdaad" noemt, die Hij zelfs wil straffen tot in het vierde nageslacht van hen die zich daaraan schuldig maken.

De maker van het beeld in Syracuse

Die man is nu ineens wereldberoemd geworden. Uit zijn hand is een, wat kunst betreft, volkomen waardeloos beeld voortgekomen, waarvoor thans echter miljoenen zich neerbuigen om er godsdienstige hulde aan te brengen. Het bovengenoemde blad schrijft erover:

De brave beeldhouwer Amilcare Santini herinnerde zich nog goed, hoe hij het lievevrouwbeeldje geboetseerd had in een geïnspireerd moment. Het ging vrij vlug, hij werkte er maar drie dagen aan, maar wachtte dan twee jaar vooraleer zijn ontwerp verder ten uitvoer te brengen.

Het beeldje staat eerst enige tijd op een rek in een gewone winkel tussen allerhande voorwerpen. Op zekere dag wordt het dan toevallig, maar zeker op inspiratie van de Maagd der Armen, gekocht door een volksvrouw die er natuurlijk geen flauw vermoeden van heeft, welke eer deze schat in de toekomst zal voorbehouden zijn.

In de arme woonst van eenvoudige werkmensen wordt het aan een naakte muur gehangen. Als huwelijksgeschenk. Niets méér dan dat? Toch wel! Wees gegroet, lief klein, Maria-beeld! Gij werdt uitverkoren voor het wonderlijkste avontuur op aarde. God laat zijn ogen graag rusten op de kleinheid van personen en dingen en hier is alles klein, alles is bescheiden. En Onze-Lieve-Vrouw verhief hier niet de stem, zij heeft zelfs niet gesproken. Zij heeft alleen maar geweend.

Maar het Woord Gods (we citeren uit de r.-k. vertaling) zegt:

„De timmerman bepaalt de maten van het beeld en tekent het uit met de stift; dan bewerkt hij het hout met de beitel en gaat alles na met de passer. Hij maakt het naar het model van een man en geeft het een mooie menselijke vorm om het in een tempel te plaatsen. Hij hakt een ceder om, een linde of een eik, die hij samen met andere bomen heeft gekweekt, of een pijnboom die hijzelfheeft geplant en die door de regen is opgegroeid. De mensen verbranden dat hout om zich er aan te verwarmen; zij leggen er vuur mee aan om brood te bakken; of zij maken er een god uit, waarvoor zij zich neerwerpen, een beeld dat zij aanbidden. Een gedeelte verbranden zij; op een ander deel braden zij het vlees, waarmee zij hun honger stillen; zij verwarmen zich eraan en zeggen: „Ha, lekker warm dat vuur". En van de rest maken zij een god, een beeld dat zij aanbidden. Zij knielen ervoor neer en smeken: „Red ons, want gij zijt onze god". Zij zijn dom en onwetend, want hun ogen zijn verblind, zodat zij niets zien, en hun geest is van inzicht verstoken. Het dringt niet tot hen door, hun begrip reikt niet zo ver dat zij zeggen: „De helft verbranden wij en op houtskool bakken wij brood en braden wij vlees; van de rest maken wij dan een verwerpelijk beeld en voor dat hout knielen wij neer". Wie zich verlaat op zo'n brandbaar stuk hout, wordt misleid door een bedrogen geest. Hij vindt geen redding en vraagt zich niet eens af: Houd ik geen leugen in mijn hand?" 0es. 44: 13-20).

Kerkelijke aanbevelingen van deze „misdaad" (Ex. 20:5).

Die zijn er heel veel. Hoe is dat mogelijk? Wij menen dat de Bijbel duidelijk de verklaring geeft. We hebben nl. gezien dat de Heere vanaf de Sinaï gezegd heeft dat Hij de beeldenverering als een misdaad beschouwt, die Hij zwaar zal straffen zelfs tot in het verre nageslacht. En één van de straffen die de Heere soms over een zondig mens zendt, is de verblinding door een leugengeest. Dat zien wij bv. in 1 Kon. 22:23, waar de profeet Micha zegt: „Nu dan, zie, de Heere heeft een leugengeest in de mond van al deze uw profeten gegeven en de Heere heeft kwaad over u gesproken". Een van die valse profeten slaat dan de profeet des Heeren, Micha, in het gezicht. Zo zal men altijd doen met de ware profeten. De r.-k. kerk zal zich woedend tegen ons keren, wanneer ze zou lezen, hoe wij aldus op grond van de Schrift hun geliefde beeldenverering als „een misdaad" brandmerken.

Maar ook in het NT wordt de verblinding als een straf van God genoemd: „… degenen die verloren gaan, daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden. En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling dat zij de leugen zouden geloven" (2 Thess. 2: 10-11). Wij citeren:

Talrijke boodschappen van de hoogste persoonlijkheden van de Kerk kwamen vanuit gans de wereld. Wij citeren er enkele:

Kardinaal Frings, aartsbisschop van Keulen (Duitsland): „Het nieuws van het mirakuleuze beeldje, bron van genaden, verspreidde zich over heelde were

en het heeft ook ons in Keulen bereikt. Op dit ogenblik zouden wij Onze-Lieve- Vrouw vooral vredvoor de wereld willen vragen".

Kardinaal Wiszynski, primaat van Polen:

„Maria, Maagd van Syracuse, ween niet… Gij zijt het die uiteindelijk toch zult zegevieren"

Mgr. Giuseppe M. Pernicone, bisschop van New York: „ Gelukkig Syracuse, dat uitverkoren werd voor deze mysterieuze en zo belangrijke boodschap, voor alle belangrijke genaden die erop volgden".

Mgr. Anselmo Tlehuutu, bisschop van Saigon:

„Heilige Maagd, wis met uw tranen de tranen van mijn kinderen weg".

Mgr. Pietro Maleddu, apostolisch prefekt te Hingan (China):

„Allerheiligste Maagd, aanvaard het gebed dat ik tot u richt, dat mijn kinderen in Hingan zouden volharden in het geloof ' .

Er kwamen ook boodschappen van de professoren Francesco Carnelutti, Enrico Medi, leerling van Fermi en Marconi, van Renato Ziggiotti, generaal overste van de Salesianen, van talrijke kardinalen, onder wie C. Marcello Mimmi, Federico Tedeschini, Fernando Cento, Kardinaal Confalonieri, Kardinaal Luigi Traglia, kanselier van de Roomse Heilige Kerk.

Paus Pius XII ten slotte, zal in zijn radiotoespraak aan de wereld zeggen:

„Zullen de mensen de verborgen taal van deze tranen begrijpen?"

Ja, de Heilige Vader zelf heeft zich uitgesproken over de waarachtigheid van de tranen van de Madonna van Syracuse. Hij heeft er zelf een aangrijpend kommentaar op gegeven.

En dit hele tijdschrift, waarin op hartstochtelijke wijze wordt opgeroepen tot de „misdaad" van de beeldenverering, is voorzien van de volgende aanbeveling van mgr. Calogero Lauricella, aartsbisschop van Syracuse:

Gaarne verleen ik mijn zegen voor deze publikatie, die gelovigen er wil toe aansporen opnieuw de boodschap te overwegen die O.L. Vrouw vijfentwintig jaar geleden in de vorm van tranen tot de mensheid heeft gericht.

Ik hoop dat ze er zal toe bijdragen om de tranen een waardig antwoord te verlenen: door geestelijke vernieuwing, door trots op het geloof in Jezus Kristus en door trouwe gehechtheid aan de H. Kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1979

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

TOENAME VAN MARIAVERERING?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1979

In de Rechte Straat | 32 Pagina's