IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

predik het evangelie aan alle kreatuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

predik het evangelie aan alle kreatuur

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Steeds weer zullen wij ons moeten bezinnen op nieuwe wegen, hoe wij aan deze oproep van Christus gehoor kunnen geven. De liefde is kreatief, is vindingrijk. Wanneer je gelooft dat miljoenen in deze wereld en in ons eigen land voor eeuwig dreigen verloren te gaan, dan mag en kun je daarin niet berusten. En wanneer je bemerkt hebt dat bepaalde methoden om de medemensen te bereiken, niet aanslaan, dan mag je daar niet zo maar uit gemakzucht mee doorgaan. Daarom zijn wij bv. gestopt met onze aparte evangelisatieuitgave „Op weg naar Damascus". De reakties van rooms-katholieken daarop waren te gering in verhouding tot de kosten. Nu zijn we gestart met iets anders nl. een verkondiging van het Evangelie via advertenties in r.-k. bladen. Ik ben op dat idee gekomen in Guatemala. Daar ontmoette ik een bekeerde Griek, Spiros Zodhiates, die geen andere mogelijkheid zag om zijn landgenoten te bereiken dan via advertenties. Er is nl. geen godsdienstvrijheid in Griekenland. (We hopen daarover binnen afzienbare tijd een artikel te publiceren, nu de mogelijkheid in zicht komt, dat Griekenland lid wordt van de EEG).

Deze advertentiecampagne is enorm aangeslagen. In allerlei landen is dat systeem overgenomen. Het hoofdbureau is in de V.S. en heeft een jaarlijkse begroting van 200 miljoen dollar.

Begin september was br. Zodhiates bij ons en toonde ons vol vreugde een Arabische krant, die in Jeruzalem verschijnt, waarin hij een serie advertenties is begonnen. Dat lijkt zonder meer een wonder! Waarschijnlijk voor het eerst in de geschiedenis van Jeruzalem wordt op duidelijke wijze gewezen op Christus, de grote Zoon van Israël, de Zaligmaker voor verloren zondaars, die tot geloof in Hem komen, zowel „Joden als Grieken".

Maar goed, ook wij zijn gestart met zulk een serie in „De Limburger". In de eerste advertentie hebben we een gratis Bijbelcursus aangeboden. De tekst van de tweede advertentie, die intussen verschenen is, laten we hieronder volgen:

Aan de eerste, die hierop reageerde, hebben we in een brief, die we in dit nummer afdrukken, verder ontvouwd wat geloven volgens de Bijbel is.

Mogen wij ook deze aktie in uw gebeden aanbevelen?

Zeer geachte heer K.,

Graag wil ik proberen een duidelijk antwoord te geven op de vraag: Wat is geloven. Ik meen dat het dan het beste is eerst na te gaan:

Hoe ontstaat het geloot?

Geloof ontstaat, wanneer wij tot God naderen. God is als een vuur, dat warmte verspreidt. Zo schenkt God ook de warmte van het geloof aan hen, die dicht bij dit eeuwige Vuur komen staan.

Maar hoe kunnen wij God vinden, zo zal dan meteen een volgende vraag luiden. We kunnen God enigszins kennen uit Zijn schepping. „Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid" (Rom. 1:2 SV = Statenvertaling). „Van de schepping der wereld af wordt Zijn onzichtbaar wezen door de rede in Zijn werken aanschouwd, Zijn eeuwige macht namelijk en Zijn godheid" (WV = Willibrordvertaling).

Méér dan een doorschouwen van de eeuwige macht en van de godheid van God is het niet. Langs die weg kom je nooit tot een persoonlijk kennen van God. Je ziet dan slechts Zijn voetsporen in Zijn schepping, de zoom van Zijn blinkende kleed, meer niet.

Wil je God direkt ontmoeten, dan is dat alleen maar mogelijk daar, waar Hij Zichzelf heeft willen openbaren in de volheid van Zijn majesteit en liefde, dat is in Zijn Woord, in de Heilige Schrift.

Dat is dan ook de reden, waarom wij meteen in onze eerste boodschap een gratis Bijbelcursus hebben aangeboden.

God vind je niet door studie

Ja, dat moet ik er wel meteen aan toevoegen. Je kunt niet een diploma Godskennnis verwerven door een schriftelijke cursus.

God leer je alleen maar kennen door je hart. Te moet je oor te luisteren leggen op de Bijbel. Je moet Zijn woorden met je hart indrinken.

Waarom dan toch een Bijbelcursus? Omdat God tot ons wil spreken via Zijn kinderen. Althans, dat is de weg, die Hij gewoonlijk daarbij bewandelt. God treedt ons meestal tegemoet in en door de gemeenschap van hen, die reeds tot geloof in Hem zijn gekomen.

In zulk een Bijbelcursus kom je in aanraking met een gemeenschap van gelovige mensen. Zulk een cursus is meestal wel door slechts één persoon geschreven. Maar hij heeft op zijn beurt weer geluisterd naar wat de gelovigen in heden en verleden gezegd hebben over zulk een Bijbelgedeelte; ook al geeft hij dat alles dan op zijn eigen wijze weer.

Dat betekent niet dat je zo'n Bijbelcursus als onfeilbaar moet beschouwen. Nee, je moet het zelfstandig onderzoeken. Ieder die met een oprecht hart de Bijbel gaat lezen, wordt daardoor meteen ook zelf in meerdere of mindere mate ingeschakeld in die gemeenschap van gelovigen. Pa-ulus zegt dat allemaal heel mooi in Ef. 3:14-19 en Ef. 4:11-16. U moet dat maar eens nalezen en overdenken. Dan is ook bij u dat proces begonnen van het rijpen naar de volle kennis van Christus, en wordt ook u in staat gesteld om met ons mee te denken over de lengte en breedte, de hoogte en diepte van de liefde van Christus, die alle kennis te boven gaat (Ef. 3:19).

De spiegel van Gods wet

God is een God van onverbiddelijke waarheid. Hij haat alle leugen. Daarom is Hij ook volstrekt betrouwbaar in Zijn beloften aan ons.

Maar daarom wil God ook dat wij eerlijk zijn tegenover Hem (en daarom tegenover onszelf).

Wij hebben allemaal de neiging om onszelf te bedriegen. We stellen ons mooier voor dan we zijn. We spiegelen ons in een beeld dat we van onszelf gemaakt hebben, maar dat niet beantwoordt aan de werkelijkheid.

Zo leven wij echter in de schijn en in de leugen. God wil dat onwaarachtige beeld, dat we van onszelf gevormd hebben, verbrijzelen. Hij houdt ons de spiegel van Zijn wet voor. En als we daarin kijken, dan blijft er niets meer van ons over.

Want die wet eist van ons dat we God liefhebben met geheel onze ziel, met geheel ons verstand, met geheel ons hart en met al onze krachten; en dat we de naaste liefhebben als onszelf.

Dat kan en wil niemand van ons. En als we het dan eens in een idealistische bui proberen, dan zullen we spoedig bemerken, dat we er niet in slagen.

En dan neemt onze weerzin tegen God toe. We gaan God de schuld geven. Wij zouden wel goed willen, maar God heeft ons slecht gemaakt.

Velen zijn dan zo kwaad op God, dat ze Hem voor goed de rug toekeren. Maar enkelen blijven God zoeken. Er is een ontwakend vertrouwen in hen, dat God zelf in hen heeft gelegd. Ze voelen aan, dat God nooit, op geen enkele wijze, de schuld kan zijn van onze zonde. Ze zoeken verder in het Woord Gods. Ze vragen om raad bij oprechte gelovigen. En zo naderen ze steeds dichter tot God.

Ze gaan steeds meer God zien als een verterend vuur, als een machtige en heilige God. Daarom is er van de ene kant een neiging in hen om weg te vluchten van die God. Maar een onverklaarbare macht houdt hen aan God geboeid. Ze kunnen niet meer van Hem loskomen. Steeds meer zien ze eigen schuld en zondigheid. Maar ook steeds meer gaan ze de barmhartige liefde Gods zien in Jezus Christus.

Overgave aan Christus

Eerst was Christus slechts een woord of een koud leerstuk voor hen. Maar langzamerhand gaan ze Hemzelf ontdekken. Ze gaan Hem zien als de goede Herder, die het verloren schaap aan het opzoeken is. Ze horen Zijn stem en beluisteren daarin een oneindige liefde.

Op den duur kunnen ze daar geen weerstand meer aan bieden. Van de ene kant zijn ze tegenover de Heilige God, in de spiegel van Zijn volmaakte wet, steeds meer hun eigen zondigheid en verlorenheid gaan zien. Van de andere kant openbaart Christus Zich steeds meer aan hen ais hun Zaligmaker, die in hun plaats al hun schuld en verlorenheid gedragen en weggenomen heeft.

U gaat tegelijk zien, dat u, door u in gelovig vertrouwen aan Christus over te geven, God verheerlijkt. U gaat zien dat God grootgemaakt wil worden als de God van de genade.

En dan wordt dat wonder in u voltooid. Uit het diepste van uw hart maakt zich die stem los, die zegt: „Ja, Heere, ik geloof in Uw onbegrijpelijke barmhartige liefde voor mij, een verloren zondaar". En dan stroomt ook de blijde heilszekerheid in u. U verheugt u over de vrede, die u nu met God hebt, over uw verzoening met de hemelse Vader, maar bovenal over de eer, die u aldus door uw geloofsvertrouwen toebrengt aan de God van de genadige belofte in Jezus Christus, Zijn Zoon.

U ziet dus dat het geloof een gave van God is. God bewerkt dat geloof in ons door Zijn Woord en door Zijn Heilige Geest.

Daarom zal een gelovige zich nooit verhovaardigen over zijn geloof. Hij is alleen maar onuitsprekelijk dankbaar jegens de Heere, die dit geloof in hem tot stand heeft gebracht, waardoor hij met heel zijn hart gelovig 'ja' heeft gezegd tot de belovende en genadige God.

Ik hoop dat aldus voor u wat duidelijker geworden is wat geloven is. Graag ben ik bereid verdere vragen te beantwoorden.

Inmiddels met vriendelijke groeten,

P.S.

Eergister heb ik mijn brief een beetje haastig afgesloten, omdat ik naar België moest. Het leek mij echter goed nog wat nabeschouwingen toe te voegen aan mijn vorige uiteenzetting.

1. Misschien zult u vragen: Maar, als we dan zo zeker mogen zijn van de vergeving der zonden door het geloof in Christus, waarom heeft Hij ons dan in het Onze Vader leren bidden: Vergeef ons onze schulden?

Christus heeft ons dat niet geleerd, opdat we zouden gaan twijfelen aan de vergeving. Zo is die bede beslist niet bedoeld.

Immers, voortdurend verkondigt Hij ons, dat wie in Hem gelooft, zeker mag zijn van het eeuwige leven en van de vergeving der zonden. Zie bv. Joh. 6:47.

In die bede drukken wij dan ook niet onze twijfel uit over de vergeving der zonde, maar ons berouw daarover. Het spijt ons zo diep, dat we die God, die we liefhebben, toch telkens weer tegenstaan door de overtreding van Zijn geboden, ook al is dat in schijnbaar nog zo geringe zaken. We zouden zo graag zijn zoals Jezus, zo vol zichzelf vergetende en zichzelf wegschenkende liefde, en we slagen er maar niet in. We verlangen naar die volmaaktheid, niet om onszelf daarmee te sieren en ermee te pronken, maar eenvoudig omdat we weten dat Christus, die Zich geheel voor ons heeft gegeven, zulk een weerzin tegen de zonde heeft.

Vervolgens drukken we in die bede ook onze verwondering uit over die vergeving der zonde, waarop we geen enkel recht hebben en waarvan we toch uit genade zeker mogen zijn.

2. Misschien komt nog een andere vraag bij u naar boven: Maar, als je dan zo zeker bent van de vergeving der zonden en van het eeuwige leven, waarom leef je dan niet maar raak?

Als u mijn uiteenzetting goed hebt gelezen, zult u wel reeds gemerkt hebben, dat dit eigenlijk niet kan. De ervaring van de vergeving der zonden grijpt je zo diep aan, dat je nooit tot zulk een konklusie kunt komen.

Je krijgt immers die vergeving slechts door de gelovige overgave aan Christus. Door dat geloof word je heel diep één met Hem. Zijn leven, sterven en opstanding wordt het jouwe.

Je doorleeft dan Zijn sterven voor mijn zonden. Golgotha wordt dan je eigen Golgotha. Paulus zegt dat zó: „Ik ben met Christus gekruisigd" (Gal. 2:20). Door die eenheid met Christus ervaar je ook in jezelf de haat van Christus tegen de zonde, mijn zonde. Je maakt Zijn worsteling tegen die zonde mee. Je wordt in Zijn dood gedoopt, ondergedompeld (Rom. 6:3). Je zinkt a.h.w. met Christus weg in die dood.

Die dood van Christus betekende een radikale breuk met de zonde. Christus heeft op Golgotha voor goed afgerekend met de zonde. Maar welk een vreselijke macht die zonde heeft betekend, kunnen we zien aan dat ontzettende kruislijden en sterven, aan het misvormde en ontzielde lichaam van de Zoon van God.

En wanneer ik dat innerlijk doorleefd heb met Christus, die ik met mijn gehele hart heb liefgekregen, hoe zou ik het dan ooit op een akkoordje kunnen gooien met de zonde, die mijn Geliefde op zulk een verschrikkelijke manier heeft doen lijden en sterven? Dat is een geestelijke onmogelijkheid.

Ik moet er echter meteen aan toevoegen, dat de zonde nog steeds als een macht in mij huist. Maar ik kan daar nooit in berusten. Dat beschrijft Paulus in Gal. 5:16-25. Hij noemt die zondige macht in ons „het vlees". „Want het vlees begeert tegen de Geest en de Geest tegen het vlees en deze staan tegen elkander".

3. Door het geloof ben ik echter ook één met de opgestane Heiland. Zo doorleef ik ook Zijn overwinning op de macht van de zonde en van de dood. Zo sta ik ook in Zijn kracht op tot het nieuwe leven. Hij schenkt mij het overwinningsleven als een vrucht van de Heilige Geest, die Hij in mij doet wonen (Gal. 5:22).

Ik hoop dat door deze nabeschouwing nóg duidelijker voor u zal zijn geworden, welk een rijkdom er schuil gaat achter dat eenvoudige woordje „geloven", dat we in de Bijbel zo vaak tegenkomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

predik het evangelie aan alle kreatuur

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's