IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Het geloof is een gave Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geloof is een gave Gods

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vaak hebben we in ons blad geschreven over het geloof. Dat zou ook niet anders kunnen, willen we de boodschap van de Bijbel getrouw weergeven. „Geloof in Mij", dat vraagt de Heere Jezus voortdurend. Het geloof neemt een centrale plaats in bij de brieven van Paulus. En de brief aan de Hebreeën besteedt een heel hoofdstuk om de kracht en de grootheid van het geloof te bezingen.

Daarom was ik erg blij een boekje te hebben gevonden dat geheel gewijd is aan het geloof als gave van God. De auteur is S. Price, de titel: „Geloof, gave van God", uitg. Gideon - Hoornaar, 166 blz., ƒ 4,—. Het lijkt mij goed eerst uit het boek te citeren:

Wij kunnen het geloof niet maken

„Eén van de grootste problemen is dat we niet zien dat geloof alleen ontvangen kan worden, wanneer God het Zelf in ons hart legt. U hebt geloof of u hebt het niet. U kunt het niet maken… u kunt u er niet toe „opwerken". U kunt een belofte geloven en tegelijkertijd niet het geloof hebben haar u toe te eigenen. Wij hebben altijd gedacht dat we ons een belofte kunnen toeëigenen door erop in te gaan, door haar te accepteren. Daarbij vergeten we echter dat dit soort „geloof" een funktie van het verstand is.

Maar bijbels geloof is geestelijk … warm en vitaal . . het is levend en dynamisch. Het heeft een onweerstaanbare kracht. Het komt van God. Het is een bepaalde gesteldheid van het hart" (p. 15).

„De fout van de meeste mensen is geweest dat ze hun eigen vermogen om te geloven verward hebben met het geloof dat van God komt" (p. 19). „Denk eraan: de daad moet komen door het geloof, niet het geloof door de daad. Dat is het punt. Daarom stappen we zo gemakkelijk over de grens van het geloof dat God schenkt, in het rijk der aanmatiging" (p. 34).

Over geloof kun je niet beschikken

„Ik weet één ding en dat is dat ik uit mijzelf geen geloof kan voortbrengen. In u en mij zijn geen bestanddelen of eigenschappen aanwezig die, hoe men ze ook samenvoegt of vermengt, zelfs maar een mosterdzaadje bijbels geloof kunnen voortbrengen" (p. 94). „De oorsprong en herkomst van het geloof blijft dezelfde. Het komt van God! Er bestaat geen andere oorsprong van het geloof; want het geloof is van God. — Veronderstel dat u geloof kon verkrijgen door de combinatie van enkele geestelijke eigenschappen, die u zou bezitten. Zou dit u helpen in de beproevingen van het leven? — Veronderstel dat geloof iets was, wat u altijd had. Wel, we kennen allen de kracht ervan. Zou het geen gevaarlijk bezit zijn? Veronderstel dat u en ik vanmorgen genoeg geloof hadden om iedere zieke in ons midden te genezen. Als wij zulk een kracht tot onze beschikking hadden, zouden we dan geen gevaar lopen iets tegen Gods wil te doen en het goddelijke plan met een mes te doorkruisen?" (p. 95).

„Genade en geloof zijn zo nauw met elkaar verbonden dat u ze niet scheiden kunt… Zou ik een ogenblik durven beweren dat het geloof, waardoor ik de zoom van Zijn kleed aanraakte en waardoor ik boven mijn lijden uit getrokken werd, het resultaat was van mijn eigen inspanningen? Hoe kwam u aan dat geloof in het uur van de beproeving? Hoe kwam het dat u, toen het verdriet bijna ondraaglijk was, naast het open graf een open hemel zag?" (p. 99-100).

God geeft de maat van liet geloof

„Als het waar is dat geloof „als een mosterdzaadje" in staat is bergen te verplaatsen, zou u dan denken dat God zo'n machtig wapen zo maar in onze handen zou geven? Geloof op zich, zonder afhankelijkheid van God, zou niet alleen gevaarlijk zijn voor onze wandel en gemeenschap met Hem, maar zou ook in de handen van ons, zwakke mensen, een instrument zijn, dat tot onze eigen vernietiging gebruikt zou kunnen worden.

Uit de geestelijke reakties zou blijken dat het eerder een vloek was dan een zegen. Meer dan eens heb ik geprobeerd te geloven en een antwoord op mijn gebed te krijgen. Maar in het licht van de gebeurtenissen, die volgden, ontdekte ik dan dat het verreweg het beste was, dat mijn gebed niet verhoord werd zoals ik dat wilde. Daarom geeft God aan ieder mens de mate van geloof, die hij nodig heeft om in overeenstemming met Zijn Wil te leven. Daar bovenuit zal geen geloof geschonken worden. Deze les is zo heerlijk, dat ze in mijn hart een lied doet ontwaken, een lied van dankzegging tot de Heer, die ik liefheb en dien. Misschien begrijp ik Gods bedoelingen niet altijd, maar ik blijf vertrouwen en volharden, ook wanneer Hij mij geen geloof geeft voor een bepaalde zaak. Ik vind het geweldig te mogen weten dat Hij in mijn leven alleen maar doet wat het beste is.

We moeten Hem vertrouwen, ook als wij het niet zien. Als we het niet kunnen begrijpen, blijven we ons op Hem verlaten. Maar laten we dan niet de fout maken dat „vertrouwen" geloof te noemen. Geloof is krachtig en dynamisch en brengt iets tot stand. Aan iedere wedergeboren christen is het geloof geschonken, waardoor hij zich een kind van God noemt" (p. 105-106).

„Paulus zegt: „Want krachtens de genade die mij geschonken is, zeg ik eenieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld" (Rom. 12:3). Wat een verklaring! God geeft aan ieder mens de maat van geloof" (p. 77).

Het geloof in een trambestuurder

„Voor vele, vele christenen is het geloof nog altijd hun eigen bekwaamheid om een belofte of waarheid te geloven en is dit vaak gebaseerd op hun eigen worstelen om twijfel te verdrijven door een proces van zichzelf te suggereren dat iets gebeurd is.

Nog onlangs hoorde ik een predikant een illustratie van geloof geven. Hij vertelde ons dat het een noodzakelijke factor is in ons dagelijkse leven. Daarmee kon ik tot op zekere hoogte instemmen. Hij zei dat het een daad van geloof is, wanneer we in een tram stappen. We hebben geloof in de tram, geloof in de bestuurder en geloof in de kracht die het voertuig zal voortdrijven. Hij eindigde met deze vraag: Als wij geloof hebben in de trambestuurder, zouden we dan geen geloof in God hebben?

Het geloof, waarover hij sprak, was echter helemaal geen Nieuwtestamentisch geloof. Het had er niets mee te maken. Het is belachelijk te beweren dat het „geloof dat bergen verzet", waarvan Jezus sprak, een grote broer is van het „geloof in een trambestuurder".

Laten we eerlijk zijn! Hebben wij niet hetzelfde geprobeerd? Hebben wij niet gezegd: „Ik ga geloven dat het gebeurd is; en als ik kan geloven dat het gebeurd is, dan zal het zo zijn"? Hebben wij niet op de beloften gezien en dan geworsteld en ons best gedaan door onze eigen bekwaamheid te geloven dat het zou gebeuren?" (p. 122).

Ik zou nog wel meer willen aanhalen uit dit mooie boekje, maar ik hoop dat het bovenstaande voldoende zal zijn om u te bewegen het boekje zelf aan te schaffen. U kunt het ook bij ons bestellen. Stort u dan ƒ 4,90 op ons gironummer ( ƒ 4,—plus ƒ 0,90 verzend- en administratiekosten).

Waarschijnlijk zult u zich al lezende hebben afgevraagd: „Tot welke kerk zou toch die schrijver wel behoren?" Misschien hebt u gedacht: Hij is vast een strenge calvinist, omdat hij zulk een sterke nadruk legt op het absolute genadekarakter van het geloof.

Dan hebt u het toch mis. Ds. Price is een voorganger van een pinkstergemeente. Daaruit zullen we opnieuw de konklusie moeten trekken dat er binnen de pinksterbeweging heel wat schakeringen zijn evenals trouwens ook binnen de gereformeerde gezindte.

Hoe het ook zij, wij zijn erg blij met deze duidelijke, boeiende bijbelse uiteenzetting over het geloof als gave Gods. Wel zou ik persoonlijk graag gehad hebben dat ds. Price nog wat meer was doorgestoten naar de achtergronden van het geloof als gave Gods n.1. het onuitsprekelijk geheime van de uitverkiezing. En ook kunt u in het boekje wel merken dat hij een pinkstervoorganger is, doordat hij nog al wat aandacht besteed aan de genezing van ziekte op grond van het gelovig gebed. Maar juist in dit verband waarschuwt hij dan ook nadrukkelijk dat het geloof dat bergen verzet en zieken geneest, niet gehanteerd mag worden als een kracht, waarover wij kunnen beschikken. Daarover dan tot slot nog één citaat:

Nadat hij verteld heeft over wonderbare genezingen die hij gezien had, vervolgt hij: „Toch ben ik van deze samenkomst naar huis gegaan, achtervolgd door de smekende gezichten van arme mensen. Ik zag hoe ze uit hun rolstoelen probeerden op te staan en er verdrietig en teleurgesteld in terug zonken. Ik ben bewogen geweest door het schreien, roepen en smeken in allerlei samenkomsten" (p. 10).

En het antwoord formuleert hij aldus: „De fout van de meeste mensen is geweest dat zij hun eigen vermogen om te geloven verward hebben met het geloof dat van God komt. Steeds maar weer te zitten herhalen: „Ik ben genezen — ik ben genezen — ik ben genezen" is niet alleen onbijbels, maar geestelijk ook buitengewoon gevaarlijk. Zo'n geestelijk ongezonde manier van doen kan misschien enkele zenuwpatiënten helpen, maar ze zal nooit de bergen, waarover de Meester sprak, verzetten" (p. 19).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1972

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Het geloof is een gave Gods

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1972

In de Rechte Straat | 32 Pagina's