IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

GELOOFT GIJ WAT GIJ LEEST?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GELOOFT GIJ WAT GIJ LEEST?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie de Bijbel leest en op zich in laat werken, wordt er van overtuigd dat hij is wat hij getuigt te zijn: het woord van God. Zeker, mensen hebben geschreven, ieder naar zijn aanleg, maar het is God, die de Schrift heeft ingegeven (2 Tim. 3:16), niet alleen de gedachten, ook de woorden (1 Kor. 2:13). De Heilige Geest heeft hij gedreven (2 Petrus 1:21), soms zelfs om anders te schrijven dan zij zich voorgenomen hadden (Judas:3).

Nu bekommert de Heilige Geest zich niet om die nauwkeurigheid, die wij in allerlei details zouden wensen. Hij heeft altijd een moreel of geestelijk doel: de openbaring van een beginsel van waarheid en genade. Elke omstandigheid die niet direkt verband houdt met dit doel, wordt weggelaten. Wie dit heeft begrepen, ziet de volmaaktheid van het Woord. Het logische verstand van de mens stuit op moeilijkheden, want het is door de Heilige Geest alleen dat wij Gods gedachten leren verstaan.

Het lijkt mij nuttig om een paar eenvoudige regels naar voren te brengen, die dienen kunnen om bezwaren te overwinnen. Allereerst zou ik de raad willen geven:

1. Aanvaard als waarheid alles wat er staat

De Psalmist zei: „Heel uw woord is waarheid" (Ps. 119:160) en daarom had hij alle letters van het Hebreeuwse alfabet nodig om de heerlijkheid en de betrouwbaarheid van dat woord te bezingen (22 strofen van elk 8 verzen). Wie begint te zeggen: dat vers is niet juist, want het is in tegenspraak met een ander bijbelgedeelte, bedroeft de Heilige Geest. Deze gedachte moet weggedaan worden, anders sluit men voor zichzelf de weg af tot beter verstaan van de Schrift. God geeft de eenvoudige licht, maar niet degene die het beter meent te weten dan Hij. Dus ook al begrijpt u niet hoe dit of dat te rijmen valt met andere passages, neem rustig aan wat er staat. Het is de waarheid!

Als er staat: Antwoord een zot niet naar zijn dwaasheid (Spr. 2 6 : 4 ) en in het volgende vers: Antwoord een zot naar zijn dwaasheid, dan moet u niet zeggen: welke van de twee uitspraken is waar? De één of de ander? Nee, de één en de ander! Immers: het hart van de wijze kent tijd en wijze (Pred. 8:5) en daarvan zal het dus afhangen of men de zot al of niet van antwoord dient.

Sommigen hebben moeite met de koperen zee van Salomo, wegens het verschil tussen 1 Kon. 7:26 (2000 bath) en 2 Kron. 4:5 (3000 bath). Ook hier houden we vol: het is alle twee waar! De Statenvert. laat reeds vermoeden dat in het Hebreeuws de uitdrukkingen niet precies gelijk zijn, want in het laatste geval staat er „bevattende" bij. De Elbedfelder-Bibel lost het probleem helemaal op: es faszte zweitausend Bath und an Inhalt faszte es dreitausend Bath. M.a.w. in dat grote wasvat zat normaal 2000 bath, maar er kon 3000 bath in. In plaats van tegenstrijdigheid is er volkomen harmonie in de Schriftgegevens. Kan er eigenlijk iets anders verwacht worden in de zuivere, zevenvoudig gelouterde woorden des Heren (Ps. 12:7).

Even belangrijk als het bovenstaande is de volgende regel:

2. Lees aandachtig wat er staat

De vrijzinnigen in de vorige eeuw zochten met waar genoegen diverse zgn. tegenstrijdigheden op in de Bijbel. Eén er van was het verschil tussen Num. 25:9 (24.000) en 1 Kor. 10:8 (23.000). Dat scheelde eventjes duizend doden! Voor u dit artikel verder leest, zou ik u willen vragen: lees nu zelf eens aandachtig deze twee verzen na, dan zult u zelf gemakkelijk konstateren, dat noch Mozes noch Paulus zich heeft vergist. Ja, hebt u het gevonden? In Numeri wordt het totaal van de gestorvenen genoemd, in Korinthe staat er duidelijk bij: op één dag. Blijkbaar vielen er op (een) ander (e) dag (en) nog duizend. Wees dus niet te haastig met de konklusie dat er fouten in de Bijbel staan. Dit boek is het waard om met de grootste oplettendheid gelezen te worden.

Omdat onze Bijbel een vertaling is, moet aan het vorige toegevoegd worden

3. Tracht goed te verstaan wat er staat

De inspiratie geldt de oorspronkelijke talen. De vertaling uit het Hebreeuws en het Grieks is mensenwerk en dus onvolmaakt. De vertaler kan soms de bedoeling niet volledig weergegeven hebben. Het kan ook zijn dat onze taal geen geschikte woorden heeft om een bepaald begrip goed over te brengen.

Neem Lukas 18:35. De geïnspireerde schrijver heeft helemaal niet de bedoeling om te zeggen dat de Heer Jezus naar de stad Jericho toeging, zoals in de Statenvert. en de vert. NBG gesuggereerd wordt. Terecht heeft de herz. Voorhoeve-vert.: hij was in de nabijheid van Jericho. Als uit Matth. en Markus blijkt dat de Heer toen uit Jericho kwam, klopt dat geheel met het verhaal in Lukas, al plaatst deze dit vóór de doortocht door de stad.

Een ander voorbeeld is het woord „horen" in Hand. 9:4 en 7. Het verschil in betekenis door verandering van naamval, is in het Nederlands niet weer te geven. Gelukkig hebben wij in de Voorhoeve vert. een noot, die de moeilijkheden oplost: Paulus hoorde en verstond de woorden, zijn reisgezellen hoorden een geluid zonder de woorden te verstaan. Een vertaling kan niet nauwkeurig genoeg zijn om ons te helpen de bedoeling van bepaalde woorden of uitdrukkingen goed te begrijpen.

Het is ook van belang om aan het volgende te denken:

4. Zoek niet altijd een chronologische volgorde in dat wat er staat

In het bijbelverhaal gaat het soms net als in een verhaal, dat iemand aan het vertellen is. Opeens onderbreekt de verteller zichzelf en zegt: Nu moet ik je eerst nog iets anders zeggen. En dan volgt er iets dat op een ander tijdstip is gebeurd, maar dat verband houdt met zijn onderwerp. Zo'n soort tussenin vinden we in Ezra 4:6-23, alleen vindt Gods Geest het niet nodig om ons even te zeggen dat de gewone loop van het verhaal onderbroken wordt. In het boek Ezra gaat het om de herbouw van de tempel, terwijl de bovengenoemde passage spreekt over de herbouw van de muren, wat later plaats vond. Het wordt hier zo maar ingelast als voorbeeld van de tegenstand van de Samaritanen. Er is dus geen chronologisch, maar een zedelijk verband. De Heilige Geest is niet bezig met exacte geschiedenisbeschrijving; Hij heeft steeds een zedelijke en geestelijke boodschap.

Dat merken we ook op bij het lezen van de evangeliën. Lukas bijv. heeft bij de verzoeking in de woestijn, bij de genezing van een blinde, bij het wegzenden van Judas en bij het scheuren van het voorhangsel van de tempel niet dezelfde volgorde als andere evangeliën. Het is onnozel om dan te spreken van onware berichtgeving. Alles wat hij beschrijft is juist zo gebeurd, maar onder de inspiratie van de Heilige Geest kwam hij tot deze zedelijke volgorde, die des te meer tot hart en geweten spreekt.

Een moeilijkheid van soortgelijke aard is het schrijven van Elia aan Joram van Juda, de zoon van Josafat. Het woordje „toen" in 2 Kron. 21:12 heeft de betekenis van „en", zodat we de juiste tijd waarop deze brief kwam, niet kunnen bepalen. F.venmin weten we zeker of Elia toen nog leefde. Elia heeft waarschijnlijk het einde van Ahazia meegemaakt; toen was de genoemde Joram reeds koning (2 Kon. 1:17), want zijn vader Josafat had hem reeds voor zijn sten-en koning (of regent) gemaakt (2 Kon. 8:16; 2 Kron. 21:3). Het is dus heel goed mogelijk dat Elia vanuil het tiemtammenrijk, waar zijn werkterrein lag. deze brief door Elisa of een ander naar Joram heeft laten brengen. Maar zelfs al zou Elia niet meer op aarde geweest zijn, wat verhinderde God om aan de profeet, die in zijn dienst stond, bekend te maken wal in de toekomst gebeuren zou met Joram? In ieder geval heeft Elia voor zijn opneming deze brief geschreven, die toen of later bij de geadresseerde bezorgd werd. De vraag of Elia op dat moment nog hier was, is een volkomen steriele vraag, zonder enig nut. Ziin schrijven was er en dat is van het grootste gewicht! Gods bedoeling is ons met de ernst van liet feit van het aangekondigde oordeel bezig te houden.

Als laatste zou ik u met nadruk willen vragen: laat u niets wijs maken, maar

5. Geloof wat er staat

Wij laten ons wel eens intimideren door „de wetenschap". Als iemand tegen ons zegt: „de wetenschap heeft aangetoond dat deze of gene mededeling in de Bijbel niet juist kan zijn", dan willen we niet graag voor dom of niet-bij-de-tijd aangezien worden. Daar staan we dan met ons „ouderwetse" geloof! Ik zou zeggen: we moeten van dat minderwaardigheidsgevoel af! Neem nu dat hete hangijzer schepping of evolutie. Moeten we ons er voor schamen dat we geloven in God als Schepper van hemel en aarde? En als we met minachting of spot behandeld zouden worden, hoort dat niet bij de smaad die we (met ere!) voor Christus mogen dragen? Wij buigen voor God en de Heer Jezus alleen, en verder voor niets of niemand, ook niet voor „de wetenschap" als die in strijd is met de Bijbel. Men is al herhaaldelijk op vroegere wetenschappelijke uitspraken terug moeten komen, zodat we bij eventuele tegenstellingen ons rustig en veilig kunnen houden aan Gods Woord. Als voorbeeld: de geleerden zeiden dat de haas niet herkauwt; Lev. 11:6 zegt dat de haas wel herkauwt. Wat is later gebleken? Dat de haas inderdaad herkauwt, zij het op een andere wijze dan de koe. Misschien wist Mozes dat ook niet, maar God die het haasje maakte, liet het optekenen in zijn Woord, dat altijd betrouwbaar is.

Ik hoorde een professor in de theologie eens zeggen: „Die potjes-en-pannetjesgeschiedenis van Elisa, dat is natuurlijk zo niet gebeurd; er zal wel iets voorgevallen zijn, maar anders dan in 2 Kon. 4 staat". Typisch dat men nooit precies met zekerheid kan vertellen wat er dan wel gebeurd is. Men breekt alleen maar af, wat houdt men dan over?

Wij weigeren beslist daaraan mee te doen en we geloven letterlijk wat er staat. Waarom niet? Men tracht het wonder weg te redeneren, maar als ik niet zou mogen geloven in een God die wonderen doet, is er voor mij geen God. Wat die God, die ik aanbid in zijn ondoorgrondelijke majesteit, macht en liefde, heeft gezegd in Zijn Woord, is voor mij meer waar en meer waard dan wat geleerde heren mogen beweren. God maakt ons niet wat wijs — Hij maakt ons wijs! Voor allen die Zijn Woord verwerpen, geldt: Hij zal de wijsheid van de wijzen doen vergaan (1 Kor. 1:19).

Geloof wat er staat, ook als het u vreemd toelijkt.

Een jaar of twintig geleden werd er op een conferentie gesproken over Hand. 7:16. I k moet zeggen dat ik na een lange discussie er nog niets van begreep. Het gaf de indruk dat de broeders liever hadden gezien dat in dit vers gesproken werd over Jakob, die een stuk land gekocht had bij Sichem van de zonen van Hemor. Dat staat immers beschreven in Genesis 33:19. Maar in Hand. staat nadrukkelijk: Abraham (en van hem lezen we niet in Genesis dat hij bij Sichem grond gekocht heeft). Een broeder probeerde toen voorzichtig: misschien heeft Stéfanus zich vergist. Maar dat gaf overal protest, wan Stéfanus sprak vol van de Heilige Geest en Die vergist zich niet. Lukas, de schrijver van Handelingen, was ook geïnspireerd en kan dus evenmin een fout gemaakt hebben. Hoe zit het dan? Wel, het is heel eenvoudig: geloof gewoon wat er staat! Abraham heeft ook land gekocht bij Sichem, evenals zijn kleinzoon later deed. God vond het niet nodig om ons dat in het levensverhaal van Abraham mee te delen, maar in Israël was dit bekend en door Stéfanus weten wij het nu ook.

Het komt meer voor dat wij in het Nieuwe Testament ons onbekende bijzonderheden lezen van Oud-Testamentische gebeurtenissen. In het boek Exodus zijn de Egyptische tovenaars voor de Here God zo klein, dat het de moeite niet waard is om hun namen te noemen. Maar uit de Joodse traditiee weet Paulus te vertellen dat ze Jannes en Jambres heetten (2 Tim. 3:8). En Judas vermeldt in zijn brief de onder zijn volk bekende profetie van Henoch (Judas: 14), waarover in Genesis 5 niets gezegd wordt.

Het Woord van God bevredigt niet onze nieuwsgierigheid naar allerlei details; het deelt ons mee wat Hij nodig vindt en ook wanneer Hem dat goed dunkt. Het woord is betrouwbaar en alle aanneming waard! (1 Tim. 1:15).

Uw woord is geheel gelouterd,

uw knecht heeft het lief (Ps. 119:140).

Uw gedachten, wond're schatten,
zijn door mensen niet te vatten,
maar uw Geest leert ze ons verstaan..
Heer, 't geloof bidt zwijgend aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1972

In de Rechte Straat | 36 Pagina's

GELOOFT GIJ WAT GIJ LEEST?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1972

In de Rechte Straat | 36 Pagina's