IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

een ontroerende klacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

een ontroerende klacht

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „De Heraut" (r.k. maandblad) van juni 1969 las ik een aangrijpende brief van een r.-katholiek, dhr. H. Stoffers, waarin ik meen de noodschreeuw te beluisteren van allerlei gelovigen, ook in protestantse kerken. We laten hieronder enkele gedeelten volgen.

Pleidooi voor de gewone mens

„Die gewone mens, die geboren wordt; wat rondkijkt op aarde; ploetert; lijdt en sterft, heeft in alle praatjesmakers en intellectuele 'richtinggevers' geen Christus ontmoet, die hen bemoedigt, troost, geneest en vertrouwen geeft in de toekomst, ook na de dood. Jezus zou in onze tijd weer zeggen, als Hij door ons land ging: ik heb medelijden met de schare....

Zelfs de zieke mens, die sterven gaat, komt alleen in aanraking met pijnstillende middelen en stiekeme 'wijsmakers', met fatalisten, die onvoorwaardelijk op de dokter en de wetmatigheid van de natuur vertrouwen, ook als bei-den negatief zijn; maar .. de zieke stervende mens ontmoet geen gelovige meer, die op zijn manier helpt de zieke, stervende mens existentieel met Christus te verenigen."

...die eenzaam zoekt naar God

„Alleen verdorring, verdelging, koude wetenschappelijkheid (men doet alsof men de schepping zelf heeft uitgevonden!) is er, méér is er niet! De zogenaamde 'mondige' leek kan alleen in de diepe stilte van zijn hart om God roepen: Overal elders is er drukte, lawaai, verwarring, opdringerigheid en een verdeeldheid, die de mens tot in zijn diepste wezen eenzaam maakt!"

„Er zijn mooie-gebeden-makers en mooie-gebeden-opzeggers, maar de theologische verdeeldheid duikt achter elke regel op en het moralisme wordt nog altijd, min of meer bedekt of in poëzie gehuld, op de 'mondige', maar gelaten, hongerige kerkganger losgelaten. Futiliteiten, die elke gelovige gemeenschap en vaak elke gelovige mens al kan en mag oplossen, moeten voor een hoger, een nog hoger, een allerhoogste forum gebracht worden, om met de nodige restricties te worden toegestaan of met schijnheiligheid te worden afgewezen."

....en naar de levende Christus

„Geen 'aangekletste' Christus, geen 'verklaarde' Christus; geen 'poëtische' Christus; geen 'wetenschappelijk-aanvaardbare' Christus, maar de Christus voor wie we totaal openstaan en van wie we allen de Geest meegedeeld krijgen .. De Christus van het Evangelie, ook al zijn de evangelisten het bv. niet eens over de vrouwen, die naar het graf gingen.."

„Uw Verrijzenis-nummer maakt alles zo moeilijk en onverteerbaar voor de gewone mens, die om de Verlosser bidt. Het Evangelie, ook het Verrijzenis-verhaal bij de vier Evangelisten, is overtuigender dan alle nuchterheid en wetenschappelijk 'gevors', die me tegenstaan in verschillende van uw artikelen."

....naar de Trooster aan het sterfbed

„Het Evangelie is het eenvoudige Woord, dat de eenvoudige mens nodig heeft. Dat Woord zegt alles wat ik nodig heb: De Verlosser leeft!" „Wie dat Woord aanneemt (met hart en ziel; in daad en waarheid) (eenvoudiger kan het niet) bezit het Woord! Wie het Woord bezit, bezit Christus.."

„Ik zoek de priester, die me in Jezus' naam genezend en reddend toespreekt: „Ga, en heb voortaan alleen maar lief, zonder onrust en angst .. u zult bestaan, u zult leven in overvloedige vreugde en de dood zal u niet in zijn greep houden. Ga, uw Verlosser is u zeer nabij.."."

Ons kommentaar:

Ja, dat is het. Dáár gaat het om. Paulus zegt het kort en bondig: „Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus; want het is een kracht Gods tot zaligheid voor een ieder die gelooft" (Rom. 1:16).

Het Evangelie is dus een kracht, geen wetenschap. En dat is de fout van de moderne theologie. Ze hebben het Woord Gods zozeer geanalyseerd en gesystematiseerd, dat het tot een wetenschap geworden (en dus verworden) is, want dat is een verkrachting en ontkrachting van het Woord Gods.

Waarom heeft de zg. nieuwe theologie zowel bij Rome als bij sommige protestantse kerken aldus de natuur van het Woord Gods aangetast? Ik meen, omdat men zich schaamt voor het Evangelie, dat alleen maar kracht Gods tot zaligheid wil zijn. Velen zijn zich misschien niet eens bewust van die schaamte.

De theologen hebben zich zozeer meester gemaakt van de Bijbel, dat ze niet meer onderdanig de oproep tot bekering laten doorklinken in hun beschouwingen. Ze willen het Woord Gods zoveel mogelijk aannemelijk maken voor de wereld. Ze willen het Evangelie populair maken. Maar dat kan niet. De Bijbel laat de mens zien, hoe smerig hij is, hoe geraffineerd. Jezus toont ons, dat al onze akties voor gerechtigheid en vrede op deze wereld ten diepste akties zijn voor onszelf, voor onze eigen eer. Wanneer we met allerlei spandoeken dooide straten trekken, dan zijn dat tegelijk blinddoeken, waarmee we onze eigen ruzies, onze kleinzieligheden, trachten te verbergen, voor onszelf en voor anderen. Wanneer de professoren Kuitert en Verkuyl de dominees oproepen om met het zwarte pak op de tramrails te gaan liggen om te protesteren tegen de oorlog, dan zou ik zeggen: Doe het zelf maar vast en analyseer dan eens tegelijk uw diepste gevoelens, als u daar zo ligt in een van de straten van Amsterdam, bejubeld door de nozems. Ongetwijfeld zult u dan denken: Wat een applaus krijgen we nu van de wereld! Wat worden de gereformeerde kerken nu populair, nu professoren van de V.U. op de tramrails gaan liggen.

Wil dat nu zeggen, dat wij niet moeten protesteren tegen allerlei ongerechtigheid in de wereld? Zeker, we moeten dat doen, maar pas nadat we geprotesteerd hebben tegen de ongerechtigheid in ons eigen hart. Want de ongerechtigheid van het menselijk hart is de oorzaak van alle ellende. Het zit hem niet in de eerste plaats in allerlei politieke en sociale strukturen. En bovendien is het niet de taak van de kerk, de dominees en de professoren, om zich te werpen op de verbetering van die strukturen. Daarvoor zijn andere deskundigen aangewezen. Het is de opdracht van de christelijke politici daarvoor te vechten.

De kerk heeft de roeping om altijd weer te wijzen op de bron van alle kwaad, het verdorven mensenhart, en op de bron van alle goed, Jezus Christus, die ons verlossen wil van de Boze en van het boze, wanneer wij ootmoedig onze schuld voor God belijden. De kerk moet en mag de mensen wijzen op de levende Christus, op de opgestane Heiland, die onze enige troost is in leven en sterven. Blijkbaar schamen de kerken, waarin de zg. nieuwe theologie is doorgedrongen, zich voor dit „weinige". Ze willen op allerlei gebied meespreken. Als je een uitspraak doet over de oorlog in Vietnam, de apartheidspolitiek, de rassenkwestie in Amerika, de onderonwikkelde landen, dan heb je iets te zeggen. Dan heb je kans dat er naar je geluisterd wordt. Dan wordt de stem van de kerk doorgegeven in de pers, de radio en de televisie.

Maar als de kerk zegt, dat Nixon en Bresjnev en Wilson en Mao Tse Tung zich moeten bekeren evengoed als ieder ander mens, dan lacht men daarmee. En de kerk schaamt zich er misschien voor om een dergelijke boodschap te laten horen. Men vindt het wellicht „een waarheid als een koe".

Maar dát is de roeping van de kerk van Christus. Wat hebben we eraan, als de kerk een nieuwe soort politieke partij of beweging wordt naast zovele andere, dat zij ook af en toe haar zegje naar voren brengt over allerlei problemen en strukturen, waarmee wij worstelen. Dan gebeurt het dat de schapen maar moeilijk de grazige weiden van Gods Woord kunnen vinden, want de herders vinden dat een minderwaardige taak. Ze zijn zakenmensen geworden. Ze zitten overal te konfereren en Jezus spreekt opnieuw zijn droefheid uit: „Ik word innerlijk met ontferming bewogen over de schare, omdat zij (-) niet hebben wat zij eten zouden" (Matth. 15:32). In dat Bijbelgedeelte ging het om lichamelijk voedsel, maai' veel erger is het als de schare het geestelijke voedsel wordt onthouden.

Ook op theologisch gebied zien wij hetzelfde verschijnsel. Wanneer je de Adam en de Eva van de Bijbel kunt wegredeneren, dan is dat interessant. Wanneer j e wonderverhalen, waaraan je je ergert, uit het Evangelie kunt verwijderen met de opmerking dat ze een legendarisch karakter hebben en dus niet waar gebeurd zijn, dan is dat een leuke vondst. Wanneer voor de televisie een uitzending van een college van de V.U. wordt uitgezonden, dan moet het natuurlijk een college zijn, waarin Kuitert de davidische oorsprong van Maria onder de tafel probeert te werken. Neen, natuurlijk niet een college, waarbij men de diepten van het werk van de verlossing laat zien en de heerlijkheid van de levende Christus, aan Wie wij onszelf vanuit ons zondige bestaan mogen toevertrouwen; Die ons altijd weer verzoent met de Vader en ons steeds weer begiftigt met Zijn Geest. Natuurlijk niet, dat is niet interessant genoeg.

En ondertussen verkommeren de Stoffers-en in de r.-k. en in de protestantse kerken.

De professoren van de theologische fakulteiten en hogescholen mogen niet vergeten, dat zij slechts een ondergeschikte en dienende, en ook een gevaarlijke, funktie hebben. Zij hebben de opdracht zich op wetenschappelijke wijze te verdiepen in de Bijbel, maar het gevaar is dat zij zozeer opgaan in die opdracht, dat de gelovige ondergaat in de wetenschapsmens, ofwel populair gezegd, dat zij door de bomen het bos niet meer zien. Daarom moeten zij voortdurend luisteren naar wat de Geest tot de gemeente zegt. Niet de theoloog, maar de oprecht gelovige, moet het hoogste woord hebben bij de kerkelijke vergaderingen. Het Woord Gods is een kracht Gods tot zaligheid en geen wetenschap, ook geen theologische wetenschap. Het lijkt er echter op dat de synodes dikwijls meer geleid worden in hun beslissingen door de theologie en de professoren in de theologie, dan door het Woord Gods. Daarom missen zulke besluiten dikwijls elke „kracht Gods tot zaligheid" en zijn oorzaak geweest van allerlei twisten en scheuringen.

Zeer juist is een uitspraak van een christenvijandig man, geciteerd door dr. W. Aalders: „Wij zullen die christenen wel klein krijgen, niet door brandstapels, maar door onze champagne. Wij zullen ze uit de fijnste bekers de wijn van de kuituur laten drinken". Ja, de wijn van de hoererij met de wereld, die velen aan het bedwelmen is. Dat is de oorzaak van onze verontrusting.

Verontrusting en verantwoordelijkheid

Dit boek van prof. G. C. Berkouwer (uitg. Kok Kampen) is, naar ik meen, een slag naast de spijker. Het raakt niet de kern van de zaak. Het gaat aan de eigenlijke reden van onze verontrusting voorbij, namelijk het wereldse denken, dat steeds meer in onze kerken doordringt, de uitholling van het Evangelie, waardoor de oproep tot bekering nauwelijks meer gehoord wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

een ontroerende klacht

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's