IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Moeder, ik klaag U aan!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moeder, ik klaag U aan!

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„R.K. kerk verloor het vertrouwen"

„Eens te meer heeft de katholieke kerk zich buiten spel gezet; het zal lang duren vóór er weer sprake kan zijn van vertrouwen. De hernieuwde beklemtoning van het primaat zal bij de Oosterse orthodoxie de overtuiging wekken dat men in de afgelopen periode met vriendelijke maar onjuiste voorspiegelingen bij de neus genomen is; zij zullen concluderen dat in de praktijk alles bij het oude blijft. De grievende en nodeloze veranderingen in de passages over de reformatorische christenen zullen daar onvermijdelijk aankomen als een beledigende miskenning van hun christen zijn. De feitelijke inperking van het collegialiteitsbeginsel evenals de proclamatie van Maria tot „moeder van de kerk" (wat is daarvan de betekenis) geven weinig hoop dat het werkelijk ernst is met het streven naar binnenkerkelijke vernieuwing".

„Het pistool op de borst van de bisschoppen"

„Zoals bekend zijn al deze wijzigingen, toevoegingen en verzwakkingen van reeds behandelde teksten tot stand gekomen tegen de uitdrukkelijke wens van de grote meerderheid van de concilievaders. Ze zijn bovendien doorgedreven onder de dwang van het pistool op de borst: op het laatste ogenblik en zonder dat het mogelijk was over de veranderde punten iets te zeggen. De enige mogelijkheid ware geweest dat de bisschoppen de aan hun definitieve goedkeuring voorgelegde teksten — resultaat van drie moeizame zittingen — als geheel hadden weggestemd. Hiertoe hebben zij — men kan zich dit wel voorstellen — niet kunnen besluiten. De gevolgde handelwijze getuigt van bijzonder weinig respect tegenover het wereld episcopaat; als voorproefje van de praktische toepassing van het primaat; zoals dat omschreven wordt in de nota bij hoofdstuk III van de constitutie over de Kerk, geeft deze procedure aanleiding tot moedeloze voorgevoelens. In de praktijk wordt dus vanuit het primaat generlei rekening gehouden met de uitgesproken mening van het episcopaat, zelfs wanneer dit in concilie bijeen is", (bl. 430).

Een afschuwelijke methode

„De hele gang van zaken deed op een afschuwelijke manier denken aan een vaak door partijleiders op politieke jaarvergaderingen toegepaste methode: vijf minuten voor vijf. Laten doorpraten tot niemand meer kan luisteren of een zinnig woord kan uitbrengen en dan de tien van de laatste slag. Een aantal vernuftig geconstruerede amendementen tussenschuiven, koppelen aan de gedane voorstellen waardoor aan die voorstellen net precies het merg wordt onttrokken en het hoofdbestuur zijn rustige gang kan blijven gaan. Alle heren achter de groene tafel blijven zitten, en waarom ook niet? Alles is keurig in orde en zij zullen er wel voor zorgen dat de organisatie foutloos blijft doordraaien", (bl. 447).

De collegialiteit een dode letter

„Een kleine, vrijwel uitsluitend Italiaanse oppositie bleef hardnekkig obstructie voeren en dook op de onverwachtste momenten tijdens de verdere debatten telkens op, maar eerlijk gezegd nam haast niemand haar au sérieux, ook al niet omdat ze numeriek zo bijzonder klein was. Het collegialiteitsbeginsel had het werkelijk met vlag en wimpel gehaald en het zou — hoopte ieder — al in de nabije toekomst mogelijkheden bieden voor een zekere decentralisatie en elasticiteit in het kerkbestuur.

Maar op een morgen nauwelijks tien dagen voor het einde van de derde zittingsperiode werden de leden van de theologische commissie plotseling uit de Concilie-aula weggeroepen om „van hogerhand" een nota bij het stuk over de collegialiteit in ontvangst te nemen. Een nota, grotendeels zo niet geheel van de Paus zelf afkomstig, handelende over de vraag hoe dit beginsel moest worden verstaan en in practijk gebracht. Het antwoord kwam hierop neer: natuurlijk was de collegialiteit een prachtig beginsel, maar het kon slechts door de Paus worden geactualiseerd, in werking gesteld. Met andere woorden: natuurlijk bestuurt de Paus samen met de bisschoppen de Kerk, maar alleen wanneer hijzelf dat wil. Dus eigenlijk niet. De nota ontkradhtte het met zo grote meerderheid aangenomen stuk juist in zijn meest wezenlijke punt".(bl. 448).

„Heilige Vader, dat nemen wij niet!"

„Stel dat wij er in slagen de problemen op te lossen, die achter dit plotselinge pauselijke ingrijpen schuilgaan, waarom wordt dit dan blijkbaar voetstoots door de theologische commissie geaccepteerd?

Waarom staan de leden — toch geen kleine jongens — niet als één man op, en zeggen: „Heilige Vader, dat nemen wij niet. "Wij 'hebben een jaar lang met uiterste zorg gestudeerd op en gewerkt aan het stuk dat u in uw hand hebt, wij hebben daarin naar eer en geweten en allerbeste vermogen nauwkeurig vastgelegd wat het Concilie met overgrote meerderheid tijdens de vorige zittingsperiode als juist en noodzakelijk heeft aanvaard. Wij hebben daarbij samengewerkt met de allerbeste theologen van de Kerk van deze tijd. Natuurlijk hebt u als Paus, het redht te doen wat u wilt, u hebt zelfs het recht het hart er uit te snijden, maar dan hebben wij minstens het recht unaniem met de meeste klem te protesteren en wanneer u vindt, dat u dan nóg moet doen wat u zich blijkbaar voorgenomen hebt, dan nemen wij de vrijheid u eensgezind al onze zetels ter beschikking te stellen".(bl. 451).

„Waarom die afschuwelijke clericale slaafsheid?"

„En als er geen redelijk antwoord gekomen was, dat hadden ze even beslist als waardig samen de ontvangzaal moeten verlaten. Dat was het minste wat ze hadden kunnen doen. "Want waarom in vredesnaam toch nog steeds die afschuwelijke clericale slaafsheid, die kruiperij, dat gebrek aan moed tot volwassenheid? Iedereen dankt God dat de leek in de kerk langzamerhand (bijna) wordt beschouwd als een volwassene, maar zijn pastoor krijgt de kans nauwelijks en een bisschop, die lid is van de theologische commissie, komt er blijkbaar ook niet aan toe. Waarom blijft het clericale milieu, vooral in Rome, een vrijwel onveranderd geprolongeerde Middeleeuwen? En waarom schijnt niemand er iets aan te kunnen (of willen) doen?".

„De super-dictatoriale klap kwam hard aan"

„Ik ben er vrijwel zeker van dat lang niet alle leden van het presidium van deze namens hen allen afgelegde verklaring op de hoogte waren, of het er mee eens waren, maar waarom dan ook hier weer dat zoete accepteren. Waarom — ik doelde daarop eerder — ook hier niet gewoon opgestaan en weggegaan?" De super-dictatoriale klap kwam hard aan. Er ontstond in de Concilie-aula nauwelijks minder dan een oploop, (bl. 452).

„Dit is slechts mogeiyk in de r.k. kerk"

„Waarom dat dictatoriale manoevreren tegen de overgrote meerderheid van het wereldepiscopaat in? Waarom 2200 bisschoppen bij elkaar roepen en wanneer er tweeduizend „ja" zeggen, toch blijven volhouden: „Nee", of „Ik wil niet", of misschien: „Ik durf niet". Ik ben er zeker van dat er geen organisatie ter wereld buiten de Katholieke Kerk is, waarin dit mogelijk is, maar ik begrijp niet dat een intelligent man als Paus Paulus toch ongetwijfeld is, niet inziet dat dit in de wereld van vandaag doodeenvoudig niet meer kan. Of nee: niet meer mag. Of eigenlijk: dat het nóóit mocfht, ook vroeger niet." (bl. 453).

„Welsprekendheid, vol met dubbele bodems"

„Niettemin komt de Paus op de sluitingsdag met zijn proclamatie: Maria is de Moeder van de Kerk. Waarom toch in vredesnaam?

Waarom toch die herhaalde tegendraadse besluitvorming? Waarom toch telkens in enorme Italiaanse eloquentie — die, dat heb ik nu wel begrepen, vol met dubbele bodems zit, niet uit kwaadaardigheid maar gewoon uit land-aard — waarom telkens met zoveel brede gebaren praten over broeders in het bisschopsambt en zo, en verder eigenlijk doen alsof ze niet bestaan, op die kleine kring na in het vaticaan?" (bladz. 455).

„Het zelfverzekerde, potdichte, roomse denken"

„Dat afschuwelijke, hypocriete, zelfverzekerde, potdichte, roomse denken waarvoor je je zo zielsdiep schaamt als je een aardige protestantse vriend tegenkomt", (bl. 457).

„Discriminerend voor de protestanten"

„Waarnemers namens reformatorische kerken, die ik erover sprak, zaten — terecht — te briesen als leeuwen en achtten een begin van mogelijke openheid en toenadering niettegenstaande alle mooie, andere woorden met één klap ongedaan gemaakt. Nu denk ik (en ik hoop) dat dat wel zal meevallen, maar die bot discriminerende tekst ligt er dan toch maar. En daarenboven is er dan nog wat een reformatorisch waarnemer in een gesprek naar voren bracht. „Och", zei hij mij, „dat die tekst zo veranderd is, is natuurlijk erg vervelend, maar veel erger is de manier waaróp. Een heel Concilie neemt een tekst aan en dan wordt er plotseling van hogerhand een papiertje met correcties bijgevoegd en niemand doet er wat aan, niemand schijnt er wat aan te kunnen doen.

Kijk, — dát grieft me en maakt me weer even ongerust over de roomse kerk als ik vroeger was. Ik was tijdens de vorige zittingsperiode iets, nee, veel van die onrust kwijtgeraakt, maar ik merk nu dat ik mij illusies heb gemaakt. Dat er nog niet het geringste spoor van democratisch denken binnen het bestuur van de kerk is doorgedrongen, wie daarvan dan ook nu de schuld mag zijn, nee, — het heeft mij diep, diep teleurgesteld".

Men behoeft deze reactie nog niet in alle opzichten volstrekt te onderschrijven — maar waarom eigenlijk niet? — om in te zien dat ze voor een eerlijk reformatorisch christen onontwijkbaar is, en de enig mogelijke. En eigenlijk geldt dat natuurlijk ook voor een katholiek christen. Er is geen enkele zinnige reden om aan te nemen waarom hij zonder meer zijn reformatorische vrienden door wie dan ook behoeft te laten discrimineren. Het ellendige is dan weer dat wij zitten met die dictatoriale, centralistische kerkstructuur waardoor dit soort ellende mogelijk is en blijkbaar niet kan worden voorkomen", (bladz. 457).

„Terreur"

„...wanneer zo'n honderdtal een beweging, waarmee wij allemaal blij zijn en die daarenboven volstrekt onafwendbaar en onweerhoudbaar is, op allerlei slinkse manieren probeert de kop in te drukken? Daarvoor is toch nauwelijks een andere formulering te vinden dan het woord terreur?" (bladz. 461).

Paus handelde in strijd met het r.k. kerkelijk recht

„Het staat dus vast dat een concilie zelfstandig besluiten kan nemen. Eveneens staat althans volgens het kerkelijk wetboek vast, dat de besluiten van een Concilie pas kracht van wet krijgen als ze door de Paus worden goedgekeurd; er bestaat dus een mogelijkheid dat hij ze niet afkondigt, omdat hij ze onjuist of inopportuun acht.

Dit is niet geschied, integendeel, het concilie is onder druk gezet om uitspraken te doen die het beslist niet wilde doen. Dit is iets geheel anders. Had de Paus bepaalde conciliebeluiten niet afgekondigd, dan zou de verantwoordelijkheid op hem zijn teruggevallen; thans is het Concilie een verantwoordelijkheid opgedrongen waar het niet aan wilde", (bl. 464).

„Waaruit bestaat die groep van slechts 10 percent?"

„Waaruit bestaat deze groep, die op het Concilie door de bank slechts tien procent van de stemmen achter zich bleek te hebben?

In de eerste plaats uit een aantal Curiekardinalen en hun ondergeschikten, die nog steeds als naaste raadslieden van de paus een, machtige invloed uitoefenen. Deze reeds eeuwen bestaande invloed is voor ernstige christenen al lang een reden tot verbazing en ergernis geweest.

In feite is de Kerk de laatste eeuwen geleid geweest door een groep carrière ambtenaren, voor het merendeel Italianen of veritaliaanste buitenlanders, die weinig wisten van andere landen en bij alles, of het nu politiek, zedelijkheid of vroomheid betrof, Italiaanse maatstaven aanlegden. Hoewel hun theorieën anders luidden, bestond de Kerk voor hen toch uit Italië en de buitengewesten, iets waartoe de eeuwenoude traditie van een pauselijke staat ongetwijfeld 'heeft bijgedragen". (bl. 465).

„Paus bang voor populariteit van het concilie"

„De vraag rijst nu: waarom nam de paus zijn toevlucht tot dit middel? Waarom bewandelde hij niet de normale weg door conciliebesluiten die hem niet zinnen geheel of gedeeltelijk te weigeren goed te keuren inplaats van het Concilie een mening op te dringen die niet de zijne was?

De enige verklaring lijkt mij dat de paus liever wilde dat het zo populaire Concilie zijn meningen verkondigde dan dat hij de impopulaire stap zou moeten nemen achteraf een domper op de vreugde te zetten. Hoe het zij, de paus heeft ingegrepen en het Concilie heeft gebogen".(bl. 469).

GEEF RUIMTE!

In de maand januari namen twee nieuwe ex-priesters hun intrek in De Wartburg.

„INGEZONDEN MEDEDELING:

Aangeboden ter leniging van financiële noden: tiara. Alleen kapitaalkrachtige noodlijdenden gelieven te reflecteren. Brieven onder letter DDL, bureau van dit blad".»(Uit: Te Elfder Ure, p. 485).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Moeder, ik klaag U aan!

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's