IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

ONTMASKERINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONTMASKERINGEN

32 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een gewezen r.katholieke, doctoranda in de filosofie en de letteren, zond mij enkele stellingen over het r. katholicisme, waarvan ik de volgende bijzonder scherp vond van formulering:

„De r.k. kerk heeft tot eigenlijk doel de verovering van de macht in de wereld op allerlei terreinen. Zij wijzigt daarbij haar uitwendige methoden en past die aan overeenkomstig de omstandigheden van plaats en van tijd, waar zij haar macht wil ontplooien. Zij wijzigt echter nooit haar doeleinden."

Ik meen dat in deze stelling een wezenlijke karaktertrek van het r.k. stelsel wordt blootgelegd.

En een dergelijke ontmaskering is nodig in onze tijd, nu de r.k. kerk haar methoden zo grondig heeft gewijzigd via de oecumene, zozeer zelfs dat vele protestanten zijn gaan geloven, dat ook de doelstellingen van de r.k. kerk zouden zijn gewijzigd.

Dat komt ook zeker, omdat de r.k. kerk zelf beweert, dat elke vorm van macht bij haar geen einddoel is, maar slechts middel om Gods Koninkrijk in stand te houden en uit te breiden. (Op grond daarvan willen de pausen ook een soevereine staats vorst blijven).

Onderscheid tussen stelsel en mens

En zeer zeker menen vele r. katholieken dat ook oprecht. Ik heb in het verleden telkens weer getracht aan te tonen, dat dit streven naar de macht van het r.k. stelsel kan samengaan met de goede trouw en het oprechte geloof van de afzonderlijke leden van de r.k. kerk, van priesters, bisschoppen, kardinalen en zelfs van pausen. In mijn boek: „Moeder, ik klaag u aan" heb ik er vele bladzijden aan besteed om dat aan te tonen. Want ik weet dat vele protestanten maar moeilijk kunnen geloven, dat r.k. theologen die de Bijbel bestuderen, toch nog te goeder trouw de r.k. dwalingen kunnen aanhangen en verkondigen.

Er waren echter ook heel wat protestanten, die het op een andere manier niet met mij eens waren. Zij konden maan niet de onwaarachtigheid van het r.k. stelsel aannemen. Zij meenden blijkbaar, dat die aanklacht van mij tegen de onwaarachtigheid van het r.k. stelsel tevens zou inhouden een beschuldiging van onwaarachtigheid aan het adres van de afzonderlijke leden van de r.k. kerk. Maar ik herhaal het nog eens: dat zijn twee afzonderlijke dingen. De doeleinden van het r.k. stelsel zijn bovenpersoonlijk.

Het lijkt echter wel of de Here zelf ons in de laatste tijd te hulp komt en Zelf het r.k. stelsel voor de wereld ontmaskert. Ik wil enkele feiten noemen.

1. De geheimzinnige verdwijning van ex-priester Lacueva

De wereldpers heeft zich daarmee nog al bezig gehouden. Ongetwijfeld zult ook u dat wel gelezen hebben.

Hoe de zaken zich precies hebben voorgedaan, weten wij nog niet. Maar wel is de r.k. kerk er niet in geslaagd om Lacueva weer in haar schoot te doen terugkeren. Hij verblijft op dit moment met zijn vrouw in Tarrasa ten huize van ds. Vila. Ds. Vila vroeg ons in zijn brief dringend onvgebed voor hen beiden.

Laat uw vrouw maar in de steek!

Maar één ding is wel zeker: Pastoor Auchinleck, aldus de Daily Telegraph van 12 maart, heeft getracht Lacueva ertoe te brengen om terug te keren tot de r.k. kerk, wat tegelijk betekent het in de steek laten van zijn jonge vrouw. Pastoor Auchinleck heeft ook erkend, dat hij het was die de anonieme telefonische boodschap aan mevr. Lacueva had gegeven, dat haar man voorlopig niet meer bij haar zou komen.

En deze pastoor heeft dat niet zo maar gedaan op persoonlijk initiatief, maar geheel in overeenstemming met de r.k. kerkelijke wetten, die in geen geval het huwelijk van een ex-priester als wettig wil erkennen, zeker niet wanneer hij overgegaan is naar de reformatie.

En juist dat maakt de zaak zo ernstig. Er zijn overal mensen te vinden, die graag in een gelukkig huwelijk stoken, die als wespen knagen aan de levensvreugde van de ander. Maar de zonde van de kerkmensen, ook al zijn dat de ambtsdragers van de kerk, bewijzen nog niet de onjuistheid van die kerk.

.......een advies van de r.k. kerk

Maar hier gaat het om een zonde, die door de r.k. kerk wordt gesanctioneerd en gestimuleerd door de kerkelijke wet (can. 1072 en 2388).

Krachtens deze canones heeft elke r. katholiek, en zeker elke priester, de opdracht om te trachten het huwelijk van een ex-priester stuk te maken, want zulk een huwelijk is alleen maar een concubinaat volgens Rome, een voortdurend leven in zware zonde.

En het is wel zeer bedroevend, dat de r.k. kerk dat wil, ook als de echtgenote van zulk een ex-priester een niet-katholieke is. Mevrouw Lacueva was gelovig protestantse. Volgens de Daily Mail van 20 maart zou zij gezegd hebben, dat zij gelukkig getrouwd waren en dat zij veel van elkander hielden.

Als het isens uw eig-en dochter was….....

Wij vragen aan de protestanten, die zo graag allerlei priesters voor zich laten optreden: Als uw eigen dochter met een ex-priester getrouwd zou zijn, en de r.k. kerk zou het klaarspelen om het gelukkige huwelijk van uw dochter uit elkaar te trekken, zoudt u dan nog zo wèg zijn van de oecumene met Rome? Denkt u eens even in, dat u de vader zoudt zijn van mevruow Lacueva, thans 23 jaar; dat u haar nu bij u thuis had gekregen, nadat ze nog niet eens een jaar getrouwd is; dat u zoudt ontdekken, dat de r.k. kerk uw dochter reeds zo vroeg tot weduwe heeft gemaakt, terwijl haar man nog leeft; dat dus uw dochter aldus misbruikt werd en nu op instigatie van de r.k. kerk weggegooid wordt, meedogenloos, zonder enig respekt voor de eer van een vrouw, zonder enige erbarming met dit harteleed. En als mevrouw Lacueva kinderen had gehad, dan zoudt u haar ook nog met de kinderen thuis hebben gekregen. Want kinderen of geen kinderen, daar houdt Rome geen rekening mee. Canon 1072 en 2388 zijn onverbiddelijk .

Weer vraag ik aan u, als u vader van mevrouw Lacueva of van Welke mevrouw, ex-piriester ook zoudt zijn, zoudt u dan nog naar een samenkomst willen gaan in uw protestantse kerk, waar een priester op uw kansel verschijnt die een officieël vertegenwoordiger is van dit harde diktato»riale stelsel, dat er niet voor terugdeinst om in koele bloede een vrouw tot weduwe en kinderen tot wezen te maken?

Wij vragen aan alle niet-r. katholieken, maar in het bijzonder aan de reformatorische christenen, verhef toch uw stem tot een massaal protest tegen deze kerk, die zich de enige ware Kerk van Christus noemt, maar die de elementaire rechten van de mens, die zelfs door het handvest der volkeren zijn erkend, met voeten treedt. Ten allen tijde is het, zelfs bij de meest primitieve volkeren, als misdaad gebrandmerkt, wanneer men een vrouw haar man ontneemt en haar aldus tot weduwe maakt, of wanneer men een vader tracht weg te trekken van de kinderen en hen tot wezen maakt.

En wij vragen ook aan de weldenkende r. katholiek: Keurt u diep in uw hart deze praktijken van uw kerk goed? Zo ja, waarom? Is de r.k. kerk dan gerechtigd om misdaden te begaan?Of huldigt zij de Macchiavellistische theorie, dat alles wat de instandhouding of de uitbreiding van haar macht dient, goed is, en al wat hindert, slecht is?

In Nederland zijn er waarschijnlijk weinig schoonvaders van ex-priesters, misschien nog geen 300. (In Italië zijn het er volgens de Katholieke Illustratie van 5 jan. 1963 ongeveer 9000).

Aanstaande protestantse schoonouders, weet u dit?

Maar wel zijn er in Nederland duizenden protestantse schoonvaders van r.k. schoonzonen of schoondochters. En dan doet zich eenzelfde moeilijkheid voor. Veronderstelt dat uw dochter verkering krijgt met een r.k. jongen. Veronderstelt dat ze nog niet zo „veroecumeend" is, dat zij, ondanks allerlei pogingen van pastoors, kapelaans en Una Sancta-paters, haar bijbelse en reformatorische geloof niet verloochenen kan door over te gaan naar de r.k. kerk. Wat gebeurt er dan?

Wanneer zij dan toch met elkaar willen trouwen, dan eist de r.k. kerk, dat zij hun huwelijk niet in een protestantse kerk, maar in de r.k. kerk laten bevestigen. Maar daarvoor is dan weer nodig, dat beide partijen, dus ook uw dochter, beloven dat ze 'hun kinderen r. katholiek zullen dopen en opvoeden (en in het oecumenische Nederland moeten beiden die belofte zelfs schriftelijk ondertekenen).

Wanneer echter uw dochter dit niet over haar geweten kan krijgen om te beloven haar kinderen te laten opvoeden in een leer, die met haar diepste overtuiging strijdt, en het huwelijk dus niet in de r.k. kerk ingezegend wordt, dan wreekt de r.k. kerk zich aldus: (ik kan het niet anders dan wraak noemen, al zal de r.k. kerk daar natuurlijk een veel mooiere naam aan geven).

De wraak van de r.k. kerk

Het burgerlijk huwelijk wordt ongeldig verklaard. De r.k. kerk brandmerkt het huwelijk van uw dochter als „geen huwelijk", dus als een concubinaat, als een „alleen-maar-samenhokken".

En als uw dochter het niet bij een burgerlijk huwelijk laat, maar ook nog in een kerkdienst Gods zegen over haar huwelijk laat vragen, dan spreekt de r.k. kerk bovendien nog over haar en haar echtgenoot de kerkelijke banvloek uit krachtens can. 2319.

En ook de r.k. kerk zal trachten om het huwelijk van uw dochter uit elkaar te rukken, daar zij dat, evenals het huwelijk van ex-priester Lacueva, als een zondig concubinaat beschouwt, — al zal ze hier in Nederland wel een beetje voorzichtig zijn, daar ze de kansen die zij in de oecumene ziet, niet graag wil verspelen. In elk geval wanneer deze r.k. jongen na enige tijd genoeg heeft van uw dochter en zin krijgt in een r.k. meisje, dan zal de r.k. kerk dat alleen maar toejuichen, want met het r.k. meisje kan uw schoonzoon wèl een geldig huwelijk sluiten volgens de leer van Rome, omdat zulk een meisje natuurlijk wèl wil beloven de eventuele kinderen r. katholiek op te voeden. Rome schrikt er dan zelfs niet voor terug om zulk een huwelijk van uw schoonzoon met een r.k. meisje kerkelijk in te zegenen, zelfs zonder dat een wettige burgerlijke echtscheiding met uw dochter is uitgesproken, zoals weer eens duidelijk gebleken is in het z.g. „Haarlemse huwelijk". Dit geval werd ontdekt en daarom werd de kapelaan, die het huwelijk had ingezegend, overeenkomstig de Nederlandse wet veroordeeld; maar hoeveel gevallen komen helemaal niet aan het licht? Dat de r.k. kerk uitstekend in het geheim kan werken, is bij de overgang van Prinses Irene opnieuw bewezen.

En dan vraag ik u, protestantse vader en moeder, als u dat allemaal aan de lijve hebt ondervonden; als u weet, dat de r.k. kerk het geldige burgerlijke huwelijk van uw dochter met haar r.k. man niet wil erkennen, en het alleen maar als samenhokken beschouwt; als u weet, dat op het moment dat uw dochter in de kerk, waartoe zij krachtens haar Doop behoort, Gods zegen over haar huwe lijk afsmeekt, zij getroffen wordt door de r.k. kerkelijke ban tesamen met haar man; als u zou merken dat uw schoonzoon op instigatie van de priester en op grond van het r.k. kerkelijk recht ertoe wordt aangezet om uw dochter in de steek te laten met eventueel de kinderen, en daarom misschien met een r.k. meisje is gaan trouwen..... , hebt u er dan nog lust toe om aan een „liefdemaaltijd" aan te gaan zitten die geleid wordt door een dominee en een r.k. priester, — wilt u dan nog samen met een r. katholiek op stap gaan om naast de protestantse Bijbel die geen voetnoten heeft, de r.k. Bijbelvertaling aan te bieden, waar in de voetnoten juist deze verschrikkelijke macht van het pausdom wordt verdedigd, — hebt u dan nog zin om in paas- of kerstzangdiensten vrome en zoete liederen te zingen, terwijl u luisteren moet naar gebeden of toespraken van een r.k. priester, bisschop of zelfs kardinaal, die de officiële vertegenwoordigers zijn van dit harde, meedogenloze stelsel, dat het levensgeluk van uw dochter heeft verwoest, enkel omdat uw dochter het niet over haar geweten kon verkrijgen om haar kinderen, uw kleinkinderen, over te leveren aan de r.k. kerk, — hebt u dan nog zin om de hoogste vertegenwoordiger van de r.k. kerk in Nederland, een van de tien voorzitters van het concilie in Rome, kardinaal Alfrink, „luide toe te juichen", zoals gebeurd is na een rede van deze kardinaal voor de studenten van de Vrije Universiteit.

Het leed van deze ouders is geen fiktie

Oecumenistische predikanten zullen mij weer verwijten, dat ik te emotioneel schrijf. Maar wij hebben hier op de Wartburg heel wat tranen gezien van ouders, die moesten toezien hoe hun zoon of dochter vanuit de onmacht van de verliefdheid en vanuit deze pressie van de r.k. kerkelijke wetgeving naar de r.k. kerk werden gesleept. Dat leed is dan geen fiktie meer, geen tirade. "Wij klagen dergelijke predikanten, die aldus flirten met Rome, aan, want zij verwijten ons, dat wij te hard zijn tegenover Rome en dat wij deze kerk zoveel verdriet aandoen met ons blad (och arme!), maar zij zijn zelf schuldig aan het diepe verdriet van deze ouders, en eventueel later van dit protestantse meisje. Dit zijn de schapen die de Here aan hun herderlijke taak heeft toevertrouwd, maar ze verkwanselen deze schapen, dit erfgoed des Heren, aan Rome in ruil voor wat valse oecumenische munt.

Denken deze predikanten werkelijk dat Rome tevreden zal zijn, wanneer wij deze kerk enkele van onze jongens en meisjes offeren? Beslist niet! Zoals elk diktatoriaal stelsel, of het nu werelds is of geestelijk (Rome is een geestelijke en wereldse diktatuur tegelijk), streeft ook Rome naar de volstrekte oppermacht in de wereld. Wij hebben reeds aangehaald de voetnoot, die de NIEUWE r.k. vertaling van het Nieuwe Testament heeft bij de petra-tekst, n.1. dat aan Petrus en aan zijn opvolgers in Rome gegeven is „het absolute leergezag, de absolute bestuurs- en rechtsmacht". Met de geschiedenis van de pausen, vooral van tijdens de middeleeuwen, achter ons kunnen we toch menselijkerwijze niet anders verwachten.

„.... als hun chef dat beveelt"

Kardinaal Tisserant heeft, blijkens zijn pas gepubliceerde brief van 11 juni 1940 aan kardinaal Suhard van Parijs geschreven:

„Onze regeerders willen de natuur van het werkelijke konflikt niet begrijpen en zij blijven zich hardnekkig inbeelden, dat het om een oorlog gaat zoals in de oude tijd. Maar de fascistische en Hitleriaanse ideologie hebben de gewetens van de jongeren geheel veranderd. Zij die nog geen 35 jaar oud zijn, zullen tot alle vergrijpen bereid zijn voor het doel dat hun chef beveelt".

Ten tijde van de reformatie is duidelijk gebleken, dat Rome koelbloedig de uitroeiïng van duizenden protestanten sanctioneerde, dat deze kerk er niet voor terug schrok om over duizenden lijken te gaan om haar machtsdoeleinden te verdedigen.

Ook voor Prinses Irene

Wat wij schreven over 'het gemengde huwelijk, gaat natuurlijk ook op voor Prinses Irene. Ook 'haar huwelijk met een r. katholiek zou door de r.k. kerk alleen maar als een concubinaat beschouwd zijn, wanneer zij niet r.k. was geworden, of althans niet had willen beloven om haar eventuele kinderen r.k. te zullen opvoeden.

2. Het falen van Pius XII

Paulus VI heeft bij het verlaten van Israël het beleid van Pius XII verdedigd. Vooreerst moeten wij wijzen op de onwaarachtigheid, die daaruit spreekt. Paulus VI had gezegd, dat hij slechts als een „eenvoudige pelgrim" het heilige land wilde bezoeken. Het is dan toch wel geheel en al in strijd met de positie van een „eenvoudige pelgrim" om zulk een ingrijpende politieke verklaring af te leggen ten overstaan van de president van een andere staat, terwijl deze „eenvoudige pelgrim" zelf zich de volledige behandeling als staatsvorst laat welgevallen.

Maar goed, thans is dan de brief van kardinaal Tisserant, die destijds door de nazi's werd ontdekt, via een links blad in Italië in de wereldpers terecht gekomen.Daaruit blijkt opnieuw, dat Pius XII gefaald heeft, ondanks de duidelijkste waarschuwende stemmen in zijn onmiddellijke omgeving.

Kardinaal Tisserant heeft immers in zijn brief van 11 juni 1940 gesdhreven:

„Ik heb sinds begin december de H. Vader met aandrang gevraagd een encycliek uit te vaardigen over de individuele plicht om te gehoorzamen aan hetgeen het geweten voorschrijft, want dat is de vitale kern van het christendom, terwijl de Islam, die Hitier tot model heeft gediend dank zij Hess, zoon van een mohammedaanse vrouw, het individuele geweten vervangt door de plicht blindelings te gehoorzamen aan de bevelen van de profeet of van zijn opvolgers.

Ik vrees dat de geschiedenis de H. Stoel zal moeten verwijten een politiek van gerieflijkheid voor zichzelf te hebben gevoerd, en niet veel meer (....) Iedereen verlaat er zich op dat, Rome open stad verklaard zijnde, niemand van de Curie iets te lijden zal hebben. Het is een grote schande, temeer omdat het staatssecretariaat en de nuntius de zeer talrijke vrouwelijke religieuzen en de mannelijke religieuzen overreed hebben om niet te vertrekken, teneinde Italië gijzelaars te verschaffen

Handel in paters en nonnen

Wat is dat een minderwaardig politiek spel van het Vatikaan geweest: deze handel in nonnen en paters als gijzelaars voor fascistisch Italië.

Er is van r.k. zijde geschreven, dat de vraag van het politieke falen van Pius XII slechts beantwoord kan worden, nadat in de toekomst de archieven van het Vatikaan zijn opengesteld.

We weten nu echter wel, wat dat openstellen betekent, n.1. dat alle bezwarende dokumenten van te voren grondig vernietigd zullen worden. De brief van kardinaal Tisserant is enkel ontdekt door de nazi's die destijds het bisschoppelijk paleis van Parijs hebben doorzocht en is nu door een links blad aan de openbaarheid prijs gegeven.

De Tijd weet nog te melden, dat kardinaal Tisserant thans zegt, „dat het niet zijn bedoeling is geweest kritiek te leveren op Pius XII, maar veeleer op prelaten van de Curie". Men houde mij ten goede, maar ik kan niet veel respekt hebben voor zulk een grijze kardinaal (hij is thans deken van het college van kardinalen), die nu ineens zijn zwart-op-wit neergeschreven kritiek op Pius XII zo probeert te vervormen, dat ze niet eens meer een kritiek op Pius XII in zouden houden. Nu moeten „sommige prelaten van de curie" als zondebok dienen, precies zoals destijds buitenlandse paters en nonnen als gijzelaars moesten dienen ten gerieve van het Vatikaan.

Gemiste kansen

In „Hadderech", orgaan van de Ned. ver. van joodse christenen, febr. 1964« staat een prachtig artikel van Marjorie W. Eberlé-Gotlib, getiteld: „Verdrietige overpeinzingen bij een reis met gemiste kansen". Daaruit citeren wij het volgende:

„Zijn laatste toespraak begon, de president en de gehele regering van Israël stonden om hem heen; zou het wonder der bezinnnig alsnog komen? Met al die gezichten van hen, die duizenden jaren van verbondenheid met de tien geboden met zich omdragen, naar hem opkijkend, begon de Paus de laatste keer een boodschap tot de Joden te richten. Het kon nog, verootmoediging kan in enkele zinnen, zelfs woorden, worden uitgedrukt. Vele jaren van veronachtzaming in bijbelse, dus in zuiver religieuze, zin moeten overbrugd kunnen worden als men zich hiertoe gelovig biddend inzet. (.... ) Inplaats van iets in de lijn van dit bijbelwoord (Zach. 8:7), of een verootmoediging, volgde een verontwaardigde afwijzing van „Der Stellvertreter", het toneelstuk waarin de houding van Pius XII gedurende de laatste oorlog wordt betreurd en waarin de schrijver in haar leider niet alleen de r.k. kerk, maar alle christenen, in gebreke stelt ten aanzien van de moord op zes miljoen Joden. In plaats van schuld te belijden voor zijn Kerk wijst Paulus VI schuld af. De vierde gemiste kans."

Wij weten wat de oorzaak is: Wanneer Rome zou erkennen, dat Pius XII, die als paus volgens Rome kon bogen op de onfeilbare bijstand van de H. Geest zo enorm gefaald zou hebben in zulk een gewichtig iets als de moord op zes miljoen mensen, dan zou toch ook voor vele r. katholieken de vraag rijzen:

Wat betekent dan nog; de „onfeilbaarheid" van de paus?

Komt die onfeilbare bijstand dan alleen maar tot zichtbare uitdrukking, wanneer de pausen eens een dogma proklameren? (In de laatste negentig jaar is er maar één dogma afgekondigd, n.1. van Maria-ten-hemelopname).

Hoe kan men toch geloven dat die onfeilbare bijstand van de H. Geest alleen maar zichtbaar zou worden bij het in elkaar timmeren van zulk een abstrakt geformuleerd dogma, en dat die H. Geest geen beslissend woord voor de paus zou hebben in een tijd, waarin zes miljoen joden werden uitgeroeid?

De H. Geest is geen theologische kamergeleerde, maar Hij is degene door wie Christus de geschiedenis hier op aarde wil leiden naar de voleinding der tijden toe.

(Wij schreven reeds in I.R.S. van sept. 1963, dat wij ons niet willen uitlaten over persoonlijke schuld van Pius XII. Wij hebben immers als christenen allemaal gefaald. Maar wij stelden toen reeds de indringende vraag: Hoe kan men nog beweren, dat de pauzen kunnen rekenen op de onfeilbare bijstand van de H. Geest na zulk een verschrikkelijk falen van Pius XII in zulk een vreselijk uur van de geschiedenis?).

3. De ANDERE Monseigneur Bekkers

Dat er, naast de „vriendelijke, innemende, oecumenische" mgr. Bekkers van de televisie, nog een andere monseigneur Bekkers bestaat, bewijst zijn antwoord op een brief, die een van onze abonnees hem had toegezonden, tesamen met ons maartnummer.

Deze abonnee zond mij dat antwoord van mgr. Bekkers toe, met verlof tot publikatie, mits ik haar naam zou verzwijgen, daar haar man in een r.k. zaak werkt en dus kans zou lopen ontslagen te worden.

In dat antwoord keert mgr. Bekkers zich met grote grimmigheid tegen ons. Dan is er ineens niets meer van zijn lieflijkheid en van zijn oecumenische gezindheid te bespeuren. Hij schrijft:

„Doordrenkt van haatgevoelens....."

„Allereerst wil ik iets zeggen over „ln De Rechte Straat", maar alleen dit: dat in de kringen van de Reformatie zeer veel predikanten en gelovigen dit blad en deszelfs hoofdredakteur niet serieus nemen. De verbitterde en van haatgevoelens doordrenkte toon van dit blad alsmede zijn tendensieuze berichtgeving, afkomstig van een figuur die vroeger katholiek priester was, acht men, om het maar eens heel eenvoudig te zeggen, niet in overeenstemming met de waardigheid van het protestantisme. Ik geloof dat U dit oordeel zelf in eigen kring kunt verifiëren".

Iets verderop schrijft Zijne Excellentie:

„In „ln De Rechte Straat" spreekt men waarschijnlijk ergens over „witte vrijmetselarij" en zal men ook wel het nodige te zeggen hebben over het bedevaartsoord Banneux. Ik moet U eerlijk zeggen, dat ik mijn tijd beter kan gebruiken dan dergelijke tendensieuze schrijverij na te lezen. Ik zou U willen aanraden om voor goede en objectieve informaties te rade te gaan bij mensen die niet zozeer van haatgevoelens bezeten zijn."

Goedkoop en onrechtvaardig

Elke onbevooroordeelde buitenstaander zal erkennen, dat het wel buitengewoon goedkoop is om je op deze manier van de lastige argumenten van een tegenstander af te maken door hem eenvoudigweg haatgevoelens in de schoenen te schuiven.

En het is toch in elk geval ook zeer onoecumenisch, wanneer men niet eens meer naar de ander luisteren wil.

Het druist ook geheel en al in tegen de elementairste eisen van de christelijke liefde, wanneer wij bij een ander, zeker als hij de naam van Jezus Christus belijdt als zijn Zaligmaker, zo maar het ergste en het gemeenste wat bestaat, gaan veronderstellen, n.l. haat.

En verder is het toch ook een duidelijk en ernstig vergrijp aan de goede naam van een medemens, wanneer men hem zo maar bij anderen gaat beschuldigen van het ergste kwaad, zonder daar bewijzen voor te hebben.

De slapende getuigen

De blinde woede van mgr. Bekkers tegen ons blad blijkt wel daaruit, dat hij niet eens bemerkt, dat hij zichzelf in zijn brief tegenspreekt.

Want op de ene plaats beweert hij, dat ons blad van haatgevoelens doordrenkt is; en op de andere plaats, dat hij ons blad niet leest.

Dat lijkt erg veel op de „getuigen" in het paasverhaal, die beweerden: „Zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen" (Matt. 8:13).

Penetratie binnen de protestantse gelederen

De brief van mgr. Bekkers is een duidelijk voorbeeld, hoe Rome in het protestantisme tracht door te dringen. Van de ene kant gebruikt het de oecumene om de sympathie en de aandacht van het protestantisme te trekken. Van de andere kant gebruikt het diezelfde oecumene om gevaarlijke tegenstanders te elimineren.

Daarbij past Rome het beginsel toe: „Verdeel en heers!". Hoe meer Rome andere protestanten tegen ons kan opjagen, hoe meer plezier ze hebben. Als ds. Meyboom en de zijnen weer eens een openlijke of geheime aanval tegen ons hebben uitgevoerd, klinkt men elkaar in de bisschoppelijke paleizen gezondheid toe. „Proost op de goede afloop".

En Rome heeft succes. Zulke resolute woorden uit de mond van deze machtige bisschop van Den Bosch, die het hoofd is van een miljoen tweehonderdduizend r. katholieken (10% van de Nederlandse bevolking), maken indruk, ook op de predikanten, die het nooit verder kunnen brengen dan „weleerwaarde heer". Meerdere malen treft men in protestantse kerkelijke bladen het schietgebedje aan: „Hadden we toch maar een bisschop". Ook in het protestantisme wordt het blijkbaar soms moeilijk om te blijven geloven in Jezus Christus als degene, die werkelijk door zijn Woord en Geest de Zijnen leidt op aarde.

Ons antwoord op de brief van mgr. Bekkers:

Op de bewering van mgr. Bekkers dat „zeer veel predikanten en gelovigen ons blad niet serieus nemen", is er maar één afdoend antwoord en dat luidt: MET HART EN ZIEL — NAAR DE TWINTIG MILLE!

4. „Misleidend, oneerlijk, onmogelijk"

Dat er in reformatorische kringen een steeds duidelijker protest wordt vernomen tegen de misleidende voorlichting, die Rome geeft, blijkt o.a. uit een artikel in „Ons Kerkblad", officieel orgaan van de gereformeerde kerken in de classis Arnhem, 7 maart j.1., waarin ds. S. de Vries schrijft:

„Rome moet eerlijk blijven! Wanneer men het thans zó gaat voorstellen, dat ieder, die zich bij de alleenzaligmakende moederkerk (nog steeds) gaat aansluiten, binnen de muren van die kerk geestelijke ruimte zal ontvangen voor een eigen manier van katholieke geloofsbelevingvinden we dat een zeer beleefde en misschien ook wel goed bedoelde, maar niettemin zeer misleidende bewering.

dan moet ieder zijn geloof op eigen manier beleven, maar. . . . het moet dan wèl een katholieke geloofsbeleving zijn!

Wij vinden deze voorstelling van zaken hoogst onwerkelijk en oneerlijk. Dit kan nooit. De verschillen tussen Rome en Reformatie zijn geen nuanceringen van een en dezelfde waarheid, maar op vele punten is sprake van onverzoenlijke tegenstellingen.

„met mijn gereformeerde erfenis naar de pastoor"

Ik zie mezelf met mijn gereformeerde erfenis al teruggekeerd in de ïchoot van de oude moederkerk. Dat is dan de ware kerk volgens Rome. Daar hoor ik toch thuis? En ik leg dan het hele pakket maar aan de voeten van de geestelijke neer: mijn geloof in de menselijke onverdienstelijkheid, in de geknechte menselijke wil, in 't weien van het Heilig Avondmaal, in Maria als een vrouw, die niet ten hemel voer en in de paus, die niet onfeilbaar is, ook niet als hij „ex cathedra" spreekt en noemt u maar op... . Dan zal mijn toekomstige pasto(o)r moeten zeggen: laat u alles maar ingepakt zitten, ik heb er geen belang bij het te zien. U weet het zelf het best….. beleeft u het maar op uw eigen manier, maar katholieke

Wij waren van Rome ganselijk niet gewend, dat men daar de hele boel op losse schroeven zette, maar het schijnt te kunnen verkerene! Wij voor ons houden het voorlopig maar voor een uiterst gevaarlijk soort oecumene. Misleidend. Oneerlijk. Onmogelijk.....!

Wij zijn erg blij met deze heldere taal van ds. de Vries. Als mgr. Bekkers dit leest, dan zal zijn toorn ook wel tegen ds. de Vries ontbranden en dan zal Zijne Excellentie zich daar ook wel van afmaken met de vervloeking: „het is een van haat doordrenkt artikel". Maar het is voor ons prettig om collega's in de bisschoppelijke vervloekingen te hebben.

BRIEF AAN PROF. FIOLET

.....werd natuurlijk niet beantwoord

Wij verzonden de volgende brief aan prof. Fiolet, eerst gewoon, daarna aangetekend.

„In Hervormd Nederland van 12 maart las ik dat U voor een K.R.O.-t.v. uitzending zoudt hebben gezegd, dat U „de opvatting dat het oecumenisch zou zijn dat we allemaal uiteindelijk zouden moeten terugkeren tot de kerk van Rome, kenschetst als „valse oecumeniciteit".

Indien U dit werkelijk zo gezegd hebt, dan wilde ik in ons blad ..In De Rechte Straat" het volgende stellen:

1. Indien U daarmee de noodzaak van de terugkeer tot de r.k. kerk van alle niet-r. katholieke christenen zoudt ontkennen of in twijfel trekken en wel in objektieve zin, dan gaat U' duidelijk in tegen de r.k. leer, zoals die ook nog door de laatste paus en uitdrukkelijk werd geponeerd.

2. Indien U dat bedoelde in subjektieve zin, dan hebt U daarmee niets nieuws gezegd, daar immers de r.k. kerk zeker in de laatste eeuwen steeds heeft geleerd, dat de stelling: „Buiten de (r.k.) kerk geen zaligheid" in subjektieve zin moet worden verstaan. Maar in dat geval had U dat er duidelijk bij moeten zeggen, daar de massa van de protestanten, zelfs de redakteur van Hervormd Nederland, blijkbaar daardoor in de mening wordt gebracht alsof U daardoor wèl iets nieuws hebt gezegd.

In afwachting van uw geëerde antwoord enz."

We ontvingen natuurlijk geen antwoord, want het is niet prettig om zelf te erkennen, dat je eigenlijk de mensen door je woorden misleid hebt. Daarom moeten wij deze misleidende voorstelling van prof. Fiolet hier ontmaskeren.

Misleidende voorlichting omttrent het vagevuur

Ik sprak voor enkele jongeren van de hervormde gemeente van Arnhem. Er was gelegenheid tot gedachtenwisseling.

Iemand zei: „Voor drie weken terug heeft een pastoor voor ons gesproken. Wij vroegen: Wat is het vagevuur. Hij antwoordde: Het vagevuuur is het moment van je dood waarop je je eigen zondigheid geheel en al kent".

Ik vroeg aan de anderen: Heeft die pastoor dat werkelijk zo gezegd. Allen beaamden het.

Daarop heb ik geantwoord: Laat die pastoor dan eerst eens naar het Genootschap Sint Jozef gaan van Alkmaar, die reeds 400.000 verzekeringen tegen de straffen van het vagevuur heeft afgesloten tegen een kapitaal van minstens 80 miljoen gulden (zie ons maartnummer j.1.). En laat hij daar dan dat Genootschap aanklagen wegens oplichterij. Want als het vagevuur niets anders is dan zoals die pastoor het voorstelde, dan is heel dat genootschap loutere zwendel.

Het roomse waarheidsbegrip

Maar, zo vragen vele protestanten mij, hoe is zulk een misleidende voorlichting van de r.k. geestelijken dan mogelijk? Staan ze dan zo maar bewust en vierkant te liegen?

Neen, zo mag men het niet zeggen. Het juiste antwoord is, dat de r.k. kerk een ander waarheidsbegrip heeft dan het protestantisme.

Een duidelijk voorbeeld, en nog wel van een paus, Joannes XXIII:

Een huis vliegt door de lucht

Vlak voor het concilie is Joannes XXIII ter bedevaart gegaan naar O. L. Vrouw van Loreto. Men beweert, dat engelen het huisje waar Maria in Nazareth gewoond heeft, door de lucht zouden gevoerd hebben naar het plaatsje Loreto in Italië. Daarom is Onze Lieve Vrouw van Loreto door de paus benoemd tot patrones van de vliegeniers.

Dit verhaal gelooft toch zeker niemand, ook paus Joannes niet. Maar dat geeft niets, zegt men. Het gewone volk gelooft het wèl en het is voor hen een bron van vurige devotie tot Maria. En waarom zou men hen dan die onwaarheid ontnemen: en zelfs waarom zou de paus de cultus van die onwaarheid niet mogen bevorderen door zijn bedevaart naar Loreto?

Deze redenering past men toe bij de instandhouding van allerlei wonderbare beelden, zoals ook de geschiedenis van O.L. Vrouw ter Zuil in Zaragoza.

Vanuit deze gedachtengang kan een r.k. priester toch ook gemakkelijk een loopje met de waarheid nemen, als hij een gesprek heeft met een belangstellend protestant. Als hij door de zaken een beetje of misschien zelfs heel veel onjuist voor te stellen, een protestant kan bewegen om de grote genade van het r. katholicisme te aanvaarden, waarom zou het hij dan niet doen. Deze handelwijze ligt toch volledig in het verlengde van de exploitatie van bedevaartplaatsen, die volkomen op een onwaarheid berusten.

„Liegen als de tweede nocturne"

In de tweede nocturne van het breviergebed staan heel wat verhalen, waarvan men de onwaarheid met de klompen kan voelen. Ook de priesters zijn zozeer overtuigd van de onzin, die in dit verplichte breviergebed worden opgedist, dat men tegen: iemand, die het al te grof maakt met zijn leugens, zegt: „Kerel, je staat te liegen als de tweede nocturne".

Desondanks blijft de r.k. kerk dergelijke onwaarheden exploiteren bij het goedgelovige volk.

Een grappig voorbeeld:

Op verschillende plaatsen, vooral in Spanje, maar ook in Italië en in Centraal Amerika, wordt de H. Orosia vereerd.

Haar levensgeschiedenis vindt men in steen gegrift in de kathedraal van Jaca. Zij was een Boheemse prinses, getrouwd met een prins van Aragon. Na haar huwelijk in Bohemië trok zij onder gewapende geleide naar Spanje. Maar daar waren de muzelmannen opgerukt en omsingelden het gezelschap van de prinses. Alle soldaten sneuvelden. De prinses bleef alleen, over.

Ze werd naar de sultan gebracht, maar weigerde zijn haremvrouw te worden. Daarop werden de handen en voeten van Orosia afgekapt en tenslotte ook haar hoofd. De resten van haar schone lichaam werden over de berg verspreid.

Twee eeuwen later, n.l. in 1072, kreeg een herder een verschijning van een engel, die hem naar de verschillende plaatsen waar de beenderen van Orosia lagen, bracht. Ze werden verzameld in de kathedraal van Jaca.

Weer vragen wij: Als een r.k. priester of bisschop zo gemakkelijk het volk (om vrome iredenen) bedriegt en relikwieën ter verering aan het volk voorhoudt, waarin hijzelf niet gelooft, wat voor bezwaar zal hij er dan nog tegen hebben om aan protestanten zijn kerk anders voor te stellen dan ze in werkelijkheid is?

Ook in Nederland zijn er tientallen devotiepraktijken die op onwaarheden berusten, b.v. de stille omgangen in Amsterdam en Den Bosch, de bedevaartsoorden van Boxmeer en Meersen, Sint Kristoffel in Roermond enz.

Een baby die op woensdag en vrijdag vastte

Nog een voorbeeldje: In het r.k. brevier staat over ons aller kindervriend, Sinterklaas, het volgende: „Hoe groot de toekomstige heiligheid van deze man zou zijn, was hem reeds als baby aan te zien. Want terwijl hij als kind op de overige dagen veelvuldig de melk van de voedster zoogde, zoogde hij op woensdag en vrijdig maar één keer, en wel 's avonds. En aan deze gewoonte van te vasten heeft hij gedurende zijn verdere leven steeds vastgehouden".

Dit gelooft toch zeker ook niemand. Want een menigte van wonderen zouden nodig zijn om dit mogelijk te maken. En dat niet alleen bij het kleine sinterklaasje, dat als zuigeling dan steeds moest weten, wanneer het woensdag en vrijdagavond was, maar ook van de kant van de voedster, die zulk een onregelmatige voeding zou moeten verdragen.

Voor een protestant zal het onbegrijpelijk zijn, dat zulk een aperte onzin eeuwen lang in het brevier gebed werd gehandhaafd (ook ik heb elk jaar deze en meer dergelijke onwaarheden in het brevier moeten prevelen).

SLOT

De goede oecumene vergt dat wij de ander proberen te begrijpen. Daar hoort dan allereerst bij, dat wij de opvatting die de ander heeft over waarheid en leugen leren kennen.

Vele protestanten hebben niet dóór dat zij heel wat dingen eenvoudig leugen zouden noemen, wat een r. katholiek helemaal niet als leugen beschouwt.

Wanneer dan b.v. een priester pertinent beweert, dat wij, ex-priesters, de r.k. leer verkeerd weergeven, dan zal zulk een protestant geneigd zijn om dat aan te nemen, daar hij zich moeilijk kan voorstellen, dat een priester zo rnaar vierkant zou staan te liegen. En van de andere kant zal zo'n protestant ook niet zo maar kunnen geloven, wat wij brutaalweg en klaar bewust leugens zouden neerschrijven. Hij zal dan naar een psychologische verklaring gaan zoeken, en dan zal hij er gemakkelijk toe komen — trouwens de r.k. priester zal hem dat ook wel suggereren — om aan te nemen, dat wij gedreven worden door ressentimenten of onbewuste rancuneuze gevoelens.

Ik meen echter uit het voorafgaande met de duidelijkste feiten te hebben aangetoond, dat de oplossing niet in de psychologie moet worden gezocht, maar in het feit, dat de r.k. geestelijken een andere opvatting over de waarheid hebben dan wij, reformatorische christenen.

Ik wil er nog aan toevoegen, dat een belangrijke reden, waarom de r.k. theologen een gemakkelijker standpunt ten opzichte van de eis van waarachtigheid innemen, zeker daaruit voortkomt, dat volgens de r.k. leer liegen slechts dagelijkse zonde is. „De meeste theologen leren tegenwoordig dat de leugen als onwaarachtigheid krachtens haar aard slechts een dagelijkse zonde is" (Aldus Dr. B. Häring, „De wet van Christus", uitg. Het Spectrum Utrecht, 1960, pag. 444).

Gods Woord wil klaarheid

Niemand is echter gebaat met deze onwaarachtigheid. Gods Woord kan alleen maar werken, daar waar oprechtheid is.

Dit Woord van God „is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten" (Hebr. 4:12).

Het Woord Gods zoekt dus niet zo maar naar datgene wat ons met elkander verbindt. Dit Woord Gods wil alle dingen openmaken; het wil ONTMASKEREN; het wil de mens laten zien in zijn naaktheid, de mens die altijd weer zich voor dit scherpe, veroordelende Woord van God wil verbergen. Want zonder deze ontmaskering kan het Woord Gods ook niet zijn zaligmakende funktie aan de mens verrichten.

En het is daarom dat wij in ons blad telkens het Woord Gods handhaven als een licht dat ontmaskert, opdat het voor velen moge worden een lidht dat verwarmt en ten leven wekt, ten eeuwigen leven in Jezus Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1964

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

ONTMASKERINGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1964

In de Rechte Straat | 32 Pagina's