IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Onvoorstelbare rijkdom van O.L. Vrouw ter Zuil in Zaragoza

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onvoorstelbare rijkdom van O.L. Vrouw ter Zuil in Zaragoza

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds Sebastian Rodriguez zond ons een lezing die hij gehouden heeft over O.L. Vrouw ter Zuil, en waaruit wij enkele stukken hieronder vertaald weergeven.

De rykdom van het beeld

„Het beeld is 38 cm. hoog, maar bezit een waarde aan juwelen als nergens ter wereld.

Het bezit 8 kronen. Eén daarvan, waarmee het beeld gekroond werd op 20 mei 1905, is van massief goud; het heeft 2836 briljanten, 5725 diamantroosjes, 145 parelen, 74 smaragden, 62 robijnenen 46 saffieren. (De kroon van het kindje Jezus, dat door Maria wordt gedragen, heeft 547 briljanten, 200 diamantroosjes, 12 parels, 16 smaragden en 16 robijnen). De stralenkrans die als achtergrond voor de kroon dient, heeft 47 briljanten, 2311 diamantroosjes, 137 parels, 1097 pareldraden (perlas hiladas), 83 smaragden, 63 robijnen, 57 saffieren, 95 granaatstenen, 120 amathisten, 87 topazen, 44 turkoisen, 7 grote ovalen en 14 grote koralen.

Dit is wel een droevige tegenstelling met de kroon die Christus in zijn lijden gedragen heeft. Die kroon was van doornen!"

Onvoorstelbare ARMOEDE im Latijns Amerika

Wanneer wij kennis hebben gemaakt met de onvoorstelbare rijkdom van Onze Lieve Vrouw ter Zuil in Zaragoza, die vereerd wordt als patrones van de hispanidad, d.i. van alle Spaans-sprekenden van de wereld, dan lijkt het ons goed om ook eens een greep te doen uit de onvoorstelbare armoede van de Spaans-sprekende landen in Latijns Amerika.

We citeren daarbij uitsluitend r.k. bladen.

Geen geld voor kleren, schoenen en brood in VENEZUELA

„Wat dat betreft zijn de zogenaamde campesinos, dat zijn landarbeiders en kleine boeren, er wel het ergste aan toe. Zoals gezegd verdienen de landarbeiders in loondienst niet meer dan 2½ a 3 bolivar per dag. Stelt men daar tegenover dat een brood van 1 kg. bijna 1 bolivar kost, een paar schoenen van middelmatige kwaliteit ongeveer 30 bolivar en een „goedkoop"? herenkostuum ongeveer 200 bolivar, dat is het duidelijk dat deze mensen nooit schoenen of kleren en zelden brood kunnen kopen. Men leeft dan ook in hoofdzaak van maïspannekoek en bruine bonen."

Uit „Indrukken uit Latijns-Amerika" door Jac. Alders in „Ruim Zicht" van 25 nov. '63. — Ruim Zicht is het kaderblad van het Nederlands Katholiek Vakverbond).

Een onvoorstelbaar miserabel bestaan in ECUADOR

„Het nationale inkomen over 1962 was zegge en schrijve f 520,— per hoofd van de bevolking. Van het totale nationale inkomen gaat 75 a 80% naar 15% van de bevolking, zodat 85% van 20 a 25% van dat nationale inkomen moet leven.

Vooral de landarbeiders en kleine boeren leiden een onvoorstelbaar miserabel bestaan. De best betaalde landarbeiders zijn de zogenaamde bananiers, de bananenarbeiders dus. Deze verdienen ongeveer f 3.50 per dag. De arbeiders in de andere cultures, maïs-, suiker- of weidecultuur, „verdienen" ongeveer f 1,— per dag als ze geen eigen stukje grond van de grootgrondbezitter mogen bebouwen en f 0.50 per dag als wèl een eigen tuintje mogen bewerken.

In de textielindustrie variëren de lonen van volwassen arbeiders van f 3,90 tot f 5,40 per dag. Kleine zelfstandige ambachtslieden als kleermakers en schoenmakers kunnen f 25.— tot f 32.— per week verdienen als zij tenminste 16 uur per dag werken. Sedert 15 jaar heeft er in Ecuador geen loonsverhoging plaatsgevonden, maar niettemin zijn de kosten van levensonderhoud voort durend gestegen.

Een door de Wereldvoedselorganisatie ingestelde enquête heeft uitgewezen, dat de kosten van een minimaal voedselpakket, dat wil zeggen een pakket dat net voldoende calorieën bevat om een volwassen persoon in leven te houden, f 1,08 per persoon en per dag kost. Als men daarbij bedenkt dat kinderbijslag in Ecuador een onbekend begrip is; dat handarbeiders en ambachtlieden geen sociale verzekering kennen; dat slechts in enkele industrieën een bescheiden ziekte- en ongevallenverzekering bestaat die „uitkeringen" van 30% van het loon garandeert, dan heeft men een beeld van de onvoorstelbare armoede en ellende waaraan de Ecuatoriaanse arbeiders ten prooi zijn. We spreken dan nog niet van de woningellende.

De hutten van de campesinos, dat zijn de landarbeiders en kleine boeren, zijn zodani g dat, indien een Nederlandse boer er zijn varkens in zou onderbrengen, hij onmiddellijk een proces-verbaal zou krijgen wegens dierenmishandeling. Daar komt nog bij dat de nachten in de omgeving van Quito koud zijn, omdat die streek op een hoogte licht van ± 2800 meter boven de zeespiegel. Wat ik echter in de Ecuatoriaanse havenstad Guayaquil zag, was nog erger."

Uit „Indrukken uit Latijns-Amerika" door Jac. Alders in „Ruim Zicht" van 3 febr. '64.

Duizenden meisjes in BOLIVIA leven van coca en etensresten

„Niettegenstaande de natuur de bodem met aanzienlijke hulpbronnen heeft begiftigd, is het een der landen wier bevolking het diepst door de ellende is gekenmerkt — gemiddeld jaarlijks inkomen per inwoner: 60 dollars; gemiddel de levensduur: vijfendertig jaar. De kinderen zijn er het ergst aan toe. Zonder te spreken van de kindersterften — 40% over het ganse land! — is daar de massa der verlaten jeugd, die over dak noch voedsel beschikt.

De armoede en de woningnood maken immers een echt familieleven onmogelijk en het aantal onwettige kinderen ligt tussen 60 en 70% l Veelal wor den de meisjes vanaf hun prilste jeugd als dienstmeisje afgest aan aan een familie in de stad, die er volledig over kan beschikken. Na enkele jaren kennen ze niet eens hun familie meer, ont vangen zelden of nooi t loon en zijn op vijftien- of zestienjarige leeftijd ongehuwde moeders met één of meer kinderen. Zo leven er in de steden dui zenden van die meisjes, door iedereen verlaten, hokken in vuile vertrekken of dwalen rond, leven van cola of van hier of daar gekregen etensresten. Hun kindjes moet en ze meestal zien sterven van honger en ontbering. Nooit zal ik het beeld van al die kleinen kunnen verget en: opgeblazen gezichten, op lichaampjes die op éénjarige ouderdom en méér . . . . vier, vijf of zes kilo wegen....”

Uit „Vrouwenbeweging" van maart 1963.

Chaos van Strijd en wreedheden in COLUMBIA

Armoede en analfabetisme gaan hand in hand en het gevolg van beiden is vaak een onbeschrijflijk banditisme. Een voorbeeld daarvan is Columbia:

„Sinds 1948 zijn er minstens 200.000 mensen vermoord"

In de loop van vorig jaar heeft de Nationale Universiteit van Columbia een boek gepubliceerd over de gewel ddaden, waar toe politieke onlusten de laatste vijftien jaar hebben geleid. Het is een ernstige studie, zonder jacht op sensatie. Maar ieder die de studie leest, weet dat de verbijsterende gegevens, waarmee regering en verantwoordelijke instanties voor een ernstig de gewet ensonderzoek worden geplaatst, verwijzen naar een demonische werkelijkheid, die door geen enkele beschrijving volledig kan worden weergegeven. Hoeveel bloed en tranen liggen vervat in de simpele registratie, dat sinds 1948 minstens 200. 000 Columbianen, grotendeels plattelandsbevolking, door gewelddaden om het leven zijn gekomen. Dit indrukwekkende getal is slechts een benadering van het werkelijke aant al slachtoffers, gebaseerd op controleerbare gegevens. Het is niet uitgesloten dat deze schatting aan de lage kant is gebleven.

Uit Reisbrieven uit Columbia door J. Rosier, O.Carm. in De Tijd van 14 sept. '63.

EEN PAAR OPMERKINGEN

Wij herhalen nog eens, wat wij reeds in ons maartnummer schreven: Wij geloven niet, dat Maria er plezier in heeft om voor elke dag van het jaar een andere mantel te hebben en om getooid te zijn met zulke dure kronen, zoals in Zaragoza, terwijl in r. katholiek Latijns Amerika zulk een onvoorstelbare armoede wordt geleden. Wij geloven niet, dat Maria zo weinig sociaal-voelend zou zijn, dat zij zich in weelde wil baden en ondertussen duizenden meisjes elders maar laat omkomen in prostitutie en armoede, meisjes die wellicht stervend nog haar naam op de lippen nemen, omdat de r.k. kerk haar geleerd heeft tot Maria te bidden, „van wie nooit gehoord is dat zij een bede niet verhoorde" (Memorare van Bernardus van Clairveaux).

„Aan de vruchten kent men de boom"

Vier eeuwen lang heeft de r.k. kerk in Latijns Amerika kunnen arbeiden, zonder ook maar enigszins „gehinderd" te zijn door de protestantse „ketterij".

De r.k. kerk beweert, dat zij de enige ware Kerk van Christus is en dat zij beschikt over zeven sakramenten, die uit eigen aard genaden voortbrengen, terwijl de protestanten volgens Rome slechts de Doop geldig kunnen bedienen.

Wij kunnen echter onmogelijk geloven, dat de enig ware Kerk van Christus na vier eeuwen slechts zulke vruchten heeft tot stand gebracht. Men vergelijke verder de sociale toestanden in de r.k. landen met die van de „protestantsketterse" landen.

Rome of Moskou ?

De r.k. kerk stelt het in haar propaganda steeds voor, alsof de vrije wereld heeft t£ kiezen tussen Rome of Moskou. De r.k. kerk beweert, dat alleen zij in staat is om de macht van het communisme te keren.

Deze bewering kan reeds te niet worden gedaan met de verwijzing dat juist in de r.k. landen, en vooral in Italië, het land van de pausen, het communisme het grootste aantal aanhangers heeft.

En toch merk ik, dat ook menige protestant onder de indruk van die leuze van Rome is. Er zijn er die ons schrijven, dat wij met Rome één front moeten maken tegenover Moskou (Peking).

Gods Woord is ons zwaard

Ik ben echter overtuigd, dat wij ons compromitteren, wanneer wij samen met de r.k. kerk willen optrekken tegen het communisme. Want wanneer het communisme op grond van de praktijken van Mariabedevaartplaatsen zoals Zaragoza, Lourdes en Banneux, of van aflaatpraktijken of Mispraktijken zoals van het Genootschap Sint Jozef in Alkmaar aan de r.k. kerk verwijt, dat zij de godsdienst gebrukt als opium voor het volk, dan zullen we hen toch eigenlijk niet kunnen weerleggen. En dan valt het odium van deze godsdienstige exploitatie van de goedgelovige massa toch ook op ons terug.

Neen, het wapen van de kinderen des Lichts is het Woord van God, het zwaard van de Heilige Geest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1964

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Onvoorstelbare rijkdom van O.L. Vrouw ter Zuil in Zaragoza

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1964

In de Rechte Straat | 32 Pagina's