IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Christus tegenwoordig in het AVONDMAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus tegenwoordig in het AVONDMAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot mijn spijt noodzaakt het door u geschrevene in het laatste nummer van „In de Rechte Straat" mij weer u te schrijven. Op bladz. 9 van het aprilnummer schrijft u:

„met Calvijn wil ik daarom blijven spreken over de reële tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal".

Is hier geen misverstand? Komt u op deze wijze niet weer bij de transsubstantiatie? Spreekt Calvijn werkelijk zo? Dit is toch geen gereformeerde opvatting? Laten wij ons toch uitputten in duidelijkheid: de dingen zo zeggen, dat geen misverstand mogelijk is.

Wel komt dan bij de uitwerking van het voorbeeld onderaan blz. 10 de mededeling: „….alsof hij nu ineens heel intens bij haar aanwezig is met zijn fijngevoelde liefde". Maar dat heeft niets met realiteit te maken, nietwaar?

De reële tegenwoordigheid van de Heiland in het Avondmaal, waarover u sprak, is geheel iets anders.

Ik zou graag zien, dat u voor de duidelijkheid deze uitspraak niet meer bezigt, dus desavoueert. Die uitspraak hoort bij Rome, niet bij de Protestantse kerken. Natuurlijk is Christus — naar Zijn Belofte — wèl bij het Avondmaal aanwezig, 't Spijt mij, dat ik u moest lastig vallen, maar de zaak is zo belangrijk, dat ik niet mocht zwijgen.

Met heilbede en hoogachting,

J.S. te R.

ONS ANTWOORD

Hartelijk dank voor deze bezorgde brief.

Toch is het zo, dat Calvijn uitdrukkelijk de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal leert.

„Zeer vergissen zij zich echter, die geen tegenwoordigheid van Christus' vlees in het Avondmaal aannemen, tenzij die in het brood gesteld wordt. Want zo laten zij aan de verborgen werking des Geestes, die Christus zelf met ons verenigt, niets over". Institutie, boek IV, hfdst. XVIII, 30 (Vert. Sizoo)."

„Ik ervaar haar meer dan ik haar begrijp"

„Verder, indien men mij vraagt aangaande de wijze zijner tegenwoordigheid, zal ik mij niet schamen te erkennen, dat dit een verborgenheid is, te hoog dan dat ze door mijn verstand begrepen of in woorden meegedeeld kan worden; en om het duidelijker te zeggen: ik ervaar haar meer dan dat ik haar begrijp. Ik omhels hier dus zonder tegenspreken de waarheid Gods, waarin ik veilig mag rusten. Hij zegt, dat zijn vlees spijs en zijn bloed drank is voor mijn ziel. Ik bied Hem mijn ziel aan om met zulk voedsel gevoed te worden. In zijn heilig Avondmaal gebiedt Hij mij onder de tekenen van brood en wijn zijn lichaam en bloed te nemen, te eten en te drinken. Ik twijfel er geenszins aan, dat Hij het mij waarlijk uitreikt en ik het waarlijk ontvang". Ib. 31.

Schriftverklaring is geen inlegkunde

Nu weet ik wel, dat Calvi]n niet het einde van alle tegenspraak is. Maar wel mogen we van hem, als voormalig rooms-katholiek, verwachten, dat hij geen stellingen poneert, die „bij Rome zouden horen en niet bij de Protestantse kerken". Calvijn was er de man niet naar om water in de wijn te doen op grond van een valse oecumenische instelling. Hij steunde enkel op de Schrift. En dan gaf hij er niet om of de uitkomst van zijn Schriftonderzoek hem dicht bij de r.k. leer voerde of er hem juist mijlen van verwijderde. Hij wilde slechts Gods Woord laten spreken en bij de verklaring van dat Woord zich niet laten leiden door vooropgezette dogmatische of kerkpolitieke doeleinden.

En ik vind dat ook de juiste instelling. Wij versterken onze positie tegenover Rome niet, als wij min of meer bewust bepaalde teksten, die de leer van Rome schijnen te bevestigen, onder de tafel werken. Prof. Berkouwer zei eens: „We moeten de r.k. leer over de verdienstelijkheid van de goede werken bestrijden met de Bijbelse leer over het loon". Zo zou ik hier ook willen zeggen: Wij moeten de r.k. leer over de transsubstantiatie (= de leer dat bij het Avondmaal de substantie, het wezen van brood en wijn veranderen in het lichaam en bloed van Chrisus) bestrijden met de Bijbelse leer over de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal.

DIT is mijn lichaam

In mijn vorig artikel heb ik proberen uiteen te zetten, dat de eigenlijke reden, waarom wij kunnen spreken van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal, is: het aanwezige brood en de aanwezige wijn. „DIT is mijn lichaam; DIT is mijn bloed".

Daarom is het Avondmaal niet slechts beeldspraak, symbool.

Een tweede reden, waarom wij van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal kunnen spreken, is: de aanwezige H. Geest.

Calvijn baseert zich vooral op die tweede reden. Ik wil daar nog wat meer van zeggen.

De tegenwoordigheid van H. Geest is méér dan een geestelijke tegenwoordigheid

Wanneer Calvijn zegt, dat Christus in het Avondmaal werkelijk tegenwoordig is door zijn Geest, dan maakt dat desondanks op velen, protestanten zowel als r. katholieken, een onwerkelijke indruk.

Dat komt, omdat men de 11. Geest zelf als iets onwezenlijks beschouwt. De tegenwoordigheid van de H. Geest is echter iets anders dan een geestelijke tegenwoordigheid.

Wij, christenen, belijden met de Kerk der eeuwen de Drieënige God. Maar in werkelijkheid beleven velen slechts een tweeeënige God. De derde Persoon is voor velen eigenlijk geen persoon, maar een onpersoonlijke kracht, een licht, een onwezenlijks iets, een vaag begrip.

Dan is het te begrijpen, dat het hun weinig zegt, wanneer men de tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal een tegenwoordigheid door zijn Geest noemt.

De Schrift spreekt daar echter anders over. Een paar voorbeelden: „En de Geest zeide tot Philippus: Treed toe en voeg u bij deze wagen". „De Geest des Heren nam Philippus weg. . en hij bleek te Asdod te zijn". „De Geest zeide tot Petrus: Zie, twee mannen zoeken naar u; sta dan op, ga naar naar beneden en reis, zonder bezwaar te maken, met hen mede, want Ik heb hen gezonden" (Hand. 8:29, 39, 40; 9:19, 20).

U ziet dus dat de H. Geest een persoon is, die duidelijk handelend optreedt, die allerlei bevelen geeft, die zorgt voor het transport van Philippus en die als een portier Petrus waarschuwt, dat er beneden mannen op hem wachten, die ook door Hem gezonden zijn.

En toch, al is de H. Geest dan aan ons geopenbaard als een andere goddelijke Persoon, onderscheiden van de Zoon, toch is de H. Geest ook zozeer één met de Zoon, dat Paulus kon zeggen: „De Here nu is de Geest". (2 Kor. 3:17)

En als wij dan lezen, dat de H. Geest in de gemeente woont als in een tempel, dat Hij in de kinderen Gods wordt uitgestort en zelfs in hun lichamen woont als in een tempel, — dan kunnen wij ook begrijpen, dat Christus door de H. Geest aanwezig komt in de aanwezige tekenen en zegelen van brood en wijn om er ons met deze Geestelijke tegenwoordigheid (dat is dus tegenwoordigheid door zijn Geest) te troosten en te sterken.

Maar nog eens: ik ben het tenvolle eens met Calvijn: „ik ervaar deze tegenwoordigheid meer dan ik haar begrijp".

Je kunt er beter over zingen dan er over theologiseren. Je benadert dit geheim dichter met een gedicht dan met een dogmatische verhandeling, al mogen we ook de waarde van een verstandelijke uitdieping van de Bijbelse gegevens niet onderschatten.

In het Avondmaal kunnen wij „proeven, dat de Here goedertieren is" (ps. 34:9 1 Petr. 2:3).

„Intussen zo feilen wij niet, wanneer wij zeggen, dat hetgeen door ons gegeten en gedronken wordt, het eigen en natuurlijk lichaam en het eigen bloed van Christus is" (Ned. Geloofsbelijdenis, art. XXXV).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Christus tegenwoordig in het AVONDMAAL

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's