IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Oecumenische Daden gevraagd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oecumenische Daden gevraagd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN ROME

Francesco Niosi was wettig tot burgemeester gekozen van Ucria van Sicilië. Zijn installatie was met het gebruikelijke eerbetoon gebeurd en reeds had hij meerdere malen de voorzittershamer gehanteerd bij de vergaderingen van het gemeentebestuur.

Maar…. plotseling werd er roet gegooid in het burgemeesterseten. Francesco Niosi mag geen burgervader zijn, omdat hij een…. een ex-priester is.

Dat is n.l. een bepaling van het konkordaat, dat Pius XI met Mussolini heeft gesloten. In dit konkordaat, dat een gevolg is geweest van een diplomatiek spel, een geven en nemen tussen deze fascistische diktator en het Vatikaan, is n.l. ook opgenomen de volgende bepaling: ‘In geen geval kunnen priesters die afgevallen zijn of onder kerkelijke censuur staan, benoemd worden tot of gecontinueerd worden als leraars, noch mogen zij een ambt bekleden, dat hen in onmiddellijk kontakt brengt met het publiek’ (Art. 5, § 2). En dit konkordaat is nog steeds geldig in Italië.

Om dit wat dichter bij ons te halen, plaats ik dit even in onze Nederlandse situatie. Veronderstel dat de protestantse kerken van Nederland een konkordaat hadden gesloten met Hitler, waarin de bepaling was opgenomen, dat een ex-dominee nooit een publiek ambt mag bekleden. Veronderstel dat dit konkordaat ook nu nog geldig zou zijn en dat dus ex-dominee Visser zijn ambt als godsdienstleraar en ex-ds Van der Linde zijn ambt als lector aan de Nijmeegse universiteit niet zouden kunnen uitoefenen, enkel vanwege het nog steeds geldende konkordaat met de nat. soc. diktator, Hitler. Wat zouden de r. katholieken van Nederland daarvan denken?

Wanneer men werkelijk erkent, dat in de reformatie belangrijke Bijbelse waarden te vinden zijn, die in de r.k. kerk niet zo tot hun recht komen, wanneer men in alle oprechtheid over de protestanten spreekt als over „de afgescheiden broeders", dan moet men niet hen, die overgaan naar deze reformatie, krachtens het r.k. kerkelijke recht als ‘eerlozen’ (infamis) betitelen, en dan moet men ook niet priesters, die protestant worden, de toegang tot een publiek ambt onmogelijk maken, alsof zij een zedelijk gevaar voor de maatschappij betekenen.

Zeker, oecumenische woorden zijn er genoeg in onze tijd, oecumenische daden echter maar weinig.

….MAAR OOK VAN DE REFORMATIE

In de Heidelbergse Catechismus lezen we: „En alzo is de Mis in de grond anders niet, dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus en een vervloekte afgoderij".

Deze catechismus is geboren uit de hitte van de strijd tegen Rome, toen de brandstapels in Europa rookten en honderden gemarteld werden om hun geloof in de éne offerande van Christus aan het kruis.

Als wij daarmee rekening houden, dan kunnen wij deze felheid verstaan.

Maar…. nog altijd wordt elk jaar deze zin uit de Heidelberger voorgelezen en besproken vanuit onze calvinistische kansels. Ook nu er oprechte wederzijdse pogingen tussen Reformatie en Rome zijn om elkander beter te begrijpen. Dat lijkt mij beslist onjuist. Ook hier zou ik vragen: Ga over tot een duidelijke oecumenische daad en schrap het woordje 'vervloekt' in deze uitdrukking.

Elke zonde is vervloekt

Het lijkt wel alsof de samenstellers van de Heidelberger hier een beetje last hebben van ‘roomse zuurdesem’. Immers wij aanvaarden niet het rooms-katholieke onderscheid tussen doodzonde en dagelijkse zonde. Volgens ons, ook volgens de catechismus, is elke zonde vervloekt, overeenkomstig: ‘Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet om dat te doen" (Gal. 3 : 10).

Onze leugen, onze hoogmoed, onze drift, onze kwaadsprekerij zijn evengoed vervloekt als de afgoderij van de rooms-katholieke Mis. Bovendien weet een rooms-katholiek niet anders. Hij meent werkelijk dat God in dat brood aanwezig is en dat hij, door daarvoor neer te knielen, Gode een aangename daad van aanbidding verricht. Maar wij weten heel goed, dat onze 'kleine' zonden, zoals ik die zo juist opnoemde, zonden zijn.

Door dan toch nog afzonderlijk de afgoderij van de rooms-katholieke Mis als vervloekt te betitelen, lopen wij gevaar van een farizeïsche levenshouding op dit punt.

De liefde kwetst niemands gevoel

Dit woord van 1 Kor. 13 : 5 zou ik hierop willen toepassen. Helaas moeten wij de Mis met haar leer van de transsubstantiatie in zichzelf nog steeds als een afgoderij beschouwen, omdat wij nu eenmaal op grond van de Bijbel onmogelijk kunnen aannemen, dat door de woorden van de priester brood en wijn werkelijk veranderd worden in het lichaam en bloed van Christus.

En de rooms-katholieken vinden dat ook niet kwetsend. Immers zij betitelen de aanbidding van iets dat alleen maar schepsel is, ook als afgoderij. Zij begrijpen heel goed, dat het een eis van ons consequente denken is, dat wij de aanbidding van de Hostie een afgoderij noemen. Ook al is het natuurlijk weinig taktisch, wanneer men in een gesprek al spoedig met dit zware geschut begint: Jullie bedrijven afgoderij.

Bij een eventuele herziening van onze catechismus zou het ook gewenst zijn, lijkt mij, om een duidelijke motivering van deze betiteling ‘afgoderij’ te geven, en dan zou daarin ook tot uitdrukking moeten komen, dat het ons spijt dat wij iets dat aan de rooms-katholieken zo dierbaar is, om der waarheid wille zo moeten brandmerken.

De priester heft de kelk met wijn op. Na de consecratie worden de mensen uitgenodigd om dit te aanbidden met de woorden van Thomas „Mijn Heer, en mijn God!" Wij, reformatorische christenen geloven niet in de transsubstantiatie en moeten deze daad daarom helaas veroordelen als afgoderij. Dit is echter al hard genoeg; laten we daarom het woord „vervloekte" a.u.b. weglaten.

Maar het is helemaal geen eis van de waarheid en van ons geweten, dat wij dat woordje 'vervloekt' er bij inlassen. Wij weten immers allemaal wel dat afgoderij vervloekt is.

En nu dit woordje er toch nodeloos bijstaat, nu klinkt het als een knauw achteraf, als een liefdeloze trap. En juist daarom is het voor de rooms-katholieken kwetsend.

De Nederlandse bisschoppen gaven een voorbeeld

In hun ‘Richtlijnen’ hebben de Nederlandse bisschoppen uitgesproken, dat het uit oecumenische motieven noodzakelijk is om de anderen in de intimiteit van hun godsdienstig leven en denken nader te leren kennen (Kath. Arch. 1962, kol. 62).

Wij hebben in ‘In de Rechte Straat’ van maart onze grote vreugde hierover uitgesproken, want dit betekent de opheffing van het oude verbod van de Nederlandse bisschoppen, dat rooms-katholieken niet mogen deelnemen aan een eredienst van de protestanten, als daarbij gepreekt wordt. 'Dit is nu werkelijk niet alleen maar oecumenisch gepraat, maar een duidelijke oecumenische daad van de Nederlandse bisschoppen', zo schreven wij op blz. 19.

Dit besluit van de bisschoppen is voor de rooms-katholieke kerk van Nederland zeer ingrijpend. Laten ook wij daar eens een ingrijpende daad van oecumene tegenover stellen door deze wijziging van de catechismus.

Vergeld geen kwaad met kwaad

Misschien zegt iemand: Ja, maar de rooms-katholieke bisschoppen van Nederland zijn nog niet de rooms-katholieke kerk. En de rooms-katholieke kerk heeft het op het concilie van Trente nog veel erger gemaakt. Onze catechismus spreekt alleen maar de vervloeking uit over de leer en de praktijk van de Mis. Maar de rooms-katholieke kerk heeft niet alleen de vervloeking over de leer van de reformatie uitgesproken, maar ook over hen die deze leer belijden. De formuleringen van Trente zijn steeds: ‘Indien iemand beweert…., hij zij vervloekt’. Dat is wel zo. Maar dan meen ik toch dat we hier beslist het woord van Paulus moeten toepassen: Overwin het kwade door het goede.

Oecumenische durf

Vorige zondag preekte ik in een van onze gereformeerde kerken. Een pastoor en een kapelaan woonden toen de middagdienst bij. (Misschien wel als gevolg van de richtlijnen van de Nederlandse bisschoppen. Maar in elk geval heb ik alle bewondering voor deze oecumenische daad).

Veronderstel, dat ik dan die zondag over de ‘vervloekte afgoderij’ had moeten preken. Ik ben overtuigd, dat de kerkeraad mij dan van harte toestemming zou hebben gegeven om het woordje ‘vervloekt’ er uit te laten.

Het is al een hele overwinning voor een rooms-katholiek en zeker voor een priester om een kerkdienst bij ons bij te wonen. Dan moeten wij van onze kant deze bezoekers, zonder verdoezeling van de waarheid, met alle liefde tegemoet treden.

„De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren" (1 Kor. 13 : 4).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1962

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Oecumenische Daden gevraagd

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1962

In de Rechte Straat | 32 Pagina's