Is de ziel na het sterven direct verenigd met Christus?

Ik wil ingaan op een eerder geplaatst artikel in ECR: "Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde". Daarin geeft de predikant het antwoord: "Wanneer de gelovige sterft, gaat zijn ziel rechtstreeks naar Christus…" Hij staaft die bewering met geen enkel Bijbelgedeelte. Ik geloof integendeel dat niemand rechtstreeks naar Christus gaat wanneer hij sterft, aangezien Christus in de derde hemel is en de geesten (niet de zielen) van degenen die sterven naar het dodenrijk gaan, de Hades. Deze is verdeeld in twee gebieden. Jezus heeft Zelf gezegd in Joh. 3:13 "Niemand is opgevaren naar de hemel, dan Die uit de hemel is neergekomen, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is." Bovendien heb ik begrepen dat Jezus nooit de hemel beloofd heeft aan Zijn volgelingen. Ik wil alleen maar alle twijfels en vragen over deze zaak ophelderen.

L.F.D., Chili

Geachte broeder,

Dank voor uw brief. We zijn het met u eens dat twijfels en dwalingen moeten worden opgehelderd. Dat kan alleen op grond van wat in Gods Woord verklaard wordt.

1. De Schrift leert ons dat de gelovige na zijn dood onmiddellijk bij de Heere Jezus Christus zal zijn. Na Zijn opstanding en hemelvaart is Christus in de hemel (Hand. 3:21). De Heere beloofde aan de moordenaar die in Hem geloofde dat hij diezelfde dag met Hem in het paradijs zou zijn (Luk. 23:42). Deze gezegende waarheid voor wie in Christus geloven, wordt in vele nieuwtestamentische Bijbelgedeelten bevestigd, o.a. Fil. 1:23; 2 Korinthe 5:1, 6, 8 en Hebr. 12:23.

2. Aangaande het "dodenrijk" moet gezegd worden dat de herkomst van dit woord niet Bijbels is, maar dat het door de oude Grieken gebruikt werd, vóór de schrijvers van het Nieuwe Testament. Met dat woord duidden zij over het algemeen de "onzichtbare" wereld (letterlijke betekenis van het woord) waarheen de doden gaan. Dankzij al hetgeen de Schrift ons leert, kunnen we zeggen dat de zielen naar twee plaatsen gaan: de hemel, waarin de rechtvaardigen de gelukzaligheid genieten van het bij God zijn in licht en heerlijkheid (zie de hiervoor genoemde teksten en Lukas 16:22), en de hel, waarin de zielen van de verlorenen zijn in afwachting van de dag des oordeels (Luk. 16:23; Hand. 1:25; 1 Petr. 3:19; Judas vs. 6, 7). Als dit het is waarnaar u verwijst wanneer u zegt dat het dodenrijk in twee gebieden verdeeld is, zijn we het op dit punt met u eens.

3. Uw bewering dat het alleen de "geest" en niet de "ziel" zou zijn die naar de Hades gaat, baseert u blijkbaar op het idee dat "geest" en "ziel" twee verschillende dingen zijn. Op bepaalde plaatsen in de Heilige Schrift wordt er inderdaad zo gesproken dat je het op die manier zou kunnen verstaan (1 Thess. 5:23, Hebr. 4:12). Maar een zorgvuldige bestudering van de Bijbel laat zien dat het gaat over dezelfde werkelijkheid (vergelijk Matth. 10:28 en 1 Kor. 5:3). Het onderscheid dat in de eerder genoemde perikopen gemaakt wordt, dient om de nadruk te leggen op de totaliteit van het individu. In de Bijbel wordt duidelijk bevestigd dat de zielen van de doden naar het andere leven gaan (1 Kon. 17:21; Psalm 16:10; Openb. 6:9 en 20:4).

4. Ten slotte moeten we zeggen dat Christus aan Zijn discipelen beloofd heeft dat zij daadwerkelijk met Hem in de hemel zullen zijn (Joh. 14:2, 3, vergelijk Joh. 17:24;

Lukas 23:42 en Fil. 1:23). Dat is nu juist de grote verwachting van de christen:

"De stad behoeft de zon en de maan niet… want de heerlijkheid Gods heeft ze verlicht, en het Lam is haar Kaars" (Openb. 21:23).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen