IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

GA UIT VAN HAAR, MIJN VOLK!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GA UIT VAN HAAR, MIJN VOLK!

32 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Naam van de Drieënige God stel ik het rooms-katholieke stelsel in staat van beschuldiging. Ik daag deze goddeloze, antichristelijke macht voor de rechterstoel van Gods Woord. Ik klaag het r.-k. stelsel aan, omdat het de heilige Namen van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest gebruikt voor de glorie van de pausen, voor de verheerlijking van de bisschoppen en de priesters, die zich goddelijke bevoegdheden aanmatigen.

Zij zijn als de partij in een dictatoriaal stelsel, die elkaar de bal van de macht toespelen en de overigen maken tot onmondige toejuichers langs de wegen, waarover zij hun zegekarren laten trekken.

Ik stel het r.-k. stelsel aansprakelijk voor de verduistering van het ware Evangelie, voor de smaadheid die daardoor wordt aangedaan aan Christus, de Gezondene des Vaders.

Weldra zal het Woord Gods vonnis vellen met het scherpe zwaard dat uit Zijn mond uitgaat (Openb. 19:11-16). In naam van het vleesgeworden Woord spreek ik deze aanklacht tegen het r.-k. stelsel uit en beschuldig het van:

I. BELEDIGING VAN GOD DE VADER

Het r.-k. stelsel begaat voortdurend de misdaad van goddelijke majesteitsschennis, want:

1. Het stelt God voor als Iemand, Die onrechtvaardig is en de zonde twee keer straft. Eerst legt de Vader de schuld en de straf van onze zonden op Zijn Zoon, Die ze aan het kruis uitdelgt voor hen die in Hem geloven. Daarna moeten volgens Rome degenen die door dit heilige bloed van Christus verlost zijn, nog eens die straf, althans voor een gedeelte, ondergaan in het zogenaamde vagevuur.

Het is echter niet alleen een bijbels, maar ook een algemeen erkend menselijk rechtsbeginsel, dat een overtreding niet twee keer gestraft mag worden. Dat gebeurt alleen in dictatoriaal geregeerde landen waar het recht met voeten wordt getreden.

Welnu, God is een God van recht. "De Almachtige buigt het recht niet"(Job 34:12). Hij heeft verordend: "De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem"(Jes. 53:5). "Zie, het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt" (Joh. 1:29).

De leer van het vagevuur is daarom een slag in het gelaat van de rechtvaardige God.

2. God leert in Zijn Woord dat er slechts twee bestemmingen zijn na de dood. "En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven" (Mat. 25:46). "En gelijk het de mensen gezet is eenmaal te sterven, en daarna het oordeel …" (Hebr. 9:27).

Maar het r.-k. stelsel heeft nog een derde mogelijkheid na de dood uitgevonden, namelijk het tijdelijke vagevuur. Zo dringt dit stelsel godslasterlijk door tot God Zelf en wil Hem verdringen van Zijn rechterstoel. Het spreekt een eigen recht over de mensen. Het verzint een derde strafplaats na de dood, waarover niets is te vinden in Gods Woord.

3. Het r.-k. stelsel beweert dat God de Vader aan de pausen de macht heeft gegeven om dit lijden in het vagevuur te verkorten of zelfs geheel kwijt te schelden. Dat betekent dus dat God de Vader de verlosten langer laat lijden dan eigenlijk nodig zou zijn voor de uitdelging van hun straf. Daardoor krijgt God het karakter opgedrukt van een wrede Rechter, die een nodeloos lange straf oplegt.

Het r.-k. stelsel maakt daardoor God bovendien in Zijn rechtspreken afhankelijk van mensen. Wanneer de pausen een aflaat uitschrijven, zou de Heere Zichzelf daaraan binden. Hij zou iemand die de door de paus gestelde voorwaarden vervult, gedeeltelijke of algehele kwijtschelding van de straffen die hij voor zijn zonden verdiend heeft, verlenen De Bijbel kent niet een God die Zich laat leiden door de willekeur van mensen.

4. Uit de geschiedenis weten we dat de pausen deze uitvindsels over het vagevuur en de aflaat gebruikt hebben om ontzaggelijke sommen van de eenvoudigen af te troggelen en in hun eigen geldbuidel te doen glippen. De trotse Sint Pieter van Rome is gebouwd met aflaatgeld. In de r.-k heersers is bewaarheid wat Petrus schreef: "In hun hebzucht zullen zij u met verzonnen verhalen geld uit de zak kloppen". "Zij verlokken onstandvastige zielen" (2 Petr. 2:3,14 RKV).

In onze tijd gebeurt dat op indirecte wijze. Wanneer de pausen een jubileumaflaat uitschrijven, heeft dat tot gevolg dat miljoenen pelgrims naar Rome trekken om daar de collectebussen vol te stoppen. De r.-k. (ver)leiders profiteren ook nu nog van alles wat ze de goedgelovigen op de mouw spelden.

5. De Bijbel leert dat Christus door de majesteit en macht van de Vader uit de doden tot leven is opgewekt (Rom. 6:4). Het r.- k. stelsel leert dat in de mis Christus door de macht en majesteit van de r.-k. priester tot levende tegenwoordigheid wordt gewekt. (De dominees hebben volgens Rome die bevoegdheid niet; daarom is het Heilig Avondmaal zoals dat in alle eenvoud in de kerken van de Reformatie gevierd wordt, volgens hen geen echt sacrament).

Volgens hen gehoorzaamt de Zoon van God blind en onvoorwaardelijk aan de r.-k. priesters, wanneer die de toverwoorden "Dit is Mijn lichaam" over het brood uitspreken. Met valse nederigheid waarmee ze de mensen trachten te misleiden, zeggen ze dan dat ze die macht niet uit zichzelf hebben, maar dat God hen die verleend heeft. Maar nergens in de Bijbel lezen we dat God aldus aan mensen de bevoegdheid heeft gegeven om Zijn Zoon wanneer en waar ze dat maar willen, uit de hemel te doen neerdalen op hun zelfgefabriceerde altaren. De soevereine Vader laat niet zo willekeurig met Zijn Zoon omspringen.

6. "Wee hun die het kwade goed noemen en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen en het licht tot duisternis" (Jes. 5:20).

Wee daarom de pausen! Paulus schrijft dat het beter is te trouwen dan te brandden van begeerte (1 Kor. 7:9). Maar de pausen lokken jongemannen tot het priesterschap met voorspiegelingen omtrent de wondermacht die ze dan ontvangen; en als ze hen dan tevens onder het juk van het celibaat hebben gebracht en deze jongemannen daarna de begeerte in zich voelen opkomen, luidt in feite het antwoord van de pausen: Het is beter te branden van begeerte dan te trouwen.

Ook op de pausen is daarom het "Wee u!" van Christus van toepassing: "Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden, want gij reist zee en land rond om een Jodengenoot te maken, en als hij het geworden is, zo maakt gij hem een kind der hel, tweemaal meer dan gij zijt"(Mat. 23:15).

Bovendien: een priester die trouwt, wordt in de ban gedaan; een priester die er alleen clandestiene relaties op nahoudt met meerdere vrouwen, niet.

En een dominee die rooms wordt, krijgt wèl vanuit het willekeurige welbehagen van de paus de toestemming om tot priester gewijd te worden en gehuwd samen te blijven met zijn vrouw. Boven hun slaapkamer staat een bordje: "met pauselijke goedkeuring", maar boven de slaapkamer van priesters die trouwden zonder verlof van de paus, staat: "door de paus verdoemd naar de hel".

Zo manifesteert de paus zich als "de goddeloze mens, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft boven al wat God heet of verering ontvangt, zo zelfs dat hij zich neerzet in Gods tempel en zich voor God uitgeeft"(2 Thess. 2:3,4 R K V). Hij denkt te kunnen verkiezen wie hij wil en te kunnen verwerpen wie hij wil.

En de reden waarom de paus deze uitzondering aan een ex-dominee toestaat, is om tegenover de vele priesters, die uit overtuiging overgingen naar de Reformatie, te laten zien dat het ook wel eens een enkele keer gebeurt dat een dominee rooms wordt.

Zo verlaagt de paus het huwelijk tot een propagandastunt en tot een demonstratie van zijn goddelijke macht, namelijk om aan wie hij wil. al of niet een huwelijk toe te staan.

Daarom staat achter het ijveren van de paus tegen de overtredingen van Gods wet, zoals de echtscheiding, de abortus en de euthanasie, niet de liefde voor Gods wet, maar het roomse machtsstreven.

De pausen willen zich opwerpen als wereld-zedemeesters, als strijders vóór het leven, maar met het grootste gemak veroordelen ze hen die het waagt een wet van hen te overtreden, tot de eeuwige dood van de hel.

Ze beweren dat zij strijden voor de vrijheid en de waardigheid van de mens. maar in hun eigen Vatikaanstaatje is de doodstraf pas onder Paulus VI officieel afgeschaft en ze kan door elke paus op elk moment door een decreet weer worden ingevoerd. Bovendien handhaven de pausen nog steeds de eeuwige doodstraf, die ze op een overtreding van hun wetten gesteld hebben. Hoe kan men dictators die willekeurig de (eeuwige) doodstraf verbinden aan een overtreding van hun willekeurige wetten, zien als morele leiders van de mensheid? "De Paus van Rome immers bezit … de volledige, hoogste en universele macht, die hij steeds vrij kan uitoefenen "(Tweede Vatikaanse Concilie. Lumen Gentium, nr. 22).

"Alzo ook schijnt gij wel de mensen van buiten rechtvaardig, maar van binnen zijt gij vol geveinsdheid en ongerechtigheid"(Mat.23:28), want, wellicht zonder dat zij er zich bewust van zijn, worden de pausen, de bisschoppen en de priesters gedreven door machtswellust.

Daarom geldt ook van hen: "Gij, blinde leidslieden, die de mug uitzift en de kameel zwelgt" (Mat. 23:24). In mijn tijd werd erover gediscussieerd of iemand, die na middernacht een mug (per ongeluk) had ingeslikt en tóch diezelfde dag te communie ging en daardoor een gebod van de pausen overtrad, de eeuwige dood in de hel verdiende of alleen maar een tijdelijke straf in het vagevuur.

Ook hebben de pausen "zich vermeten feesttijden en wet te veranderen" (Daniël 7:25 RKV). Terwijl de Heere zegt: "Belijdt daarom elkander uw zonden" (Jak. 5:16 RKV), hebben zij ervan gemaakt: "Belijdt aan onze priesters uw zonden, vooral ook op sexueel gebied. En als u dat weigert, straffen wij u met de eeuwige hel". Christus heeft gezegd: "Wie in Mij gelooft, heeft de vergeving der zonden". Zij zeggen: "Nee, alleen wie zijn zonden aan een r.-k. priester biecht, krijgt de vergeving". Zo maken ze Christus in feite tot een leugenaar, die Zijn belofte niet houdt. Bovendien prikkelen ze daardoor de begeerte in de celibataire jonge mannen, omdat de vrouwen en meisjes verplicht worden hun ongeoorloofde sexuele intimiteiten aan hen te biechten.

Het r.-k. stelsel heeft gebod op gebod gestapeld. Het vorige pauselijke wetboek had 2414, het nieuwe heeft 1752 verordeningen, waarvan niets in de Bijbel is te vinden. En wat de feesttijden betreft, ze hebben eigen feestdagen zoals het feest van Maria-ten-hemelopname uitgeschreven en op een gelijke wijze als de dag des Heeren verplichtend gesteld.

Overtreding van al die wetten van de pausen wordt voor het merendeel gestraft met de eeuwige hel.

Zo maken de pausen de heilige en soevereine God tot hun knecht. Hij moet als een beul het vonnis van de eeuwige doodstraf die de pausen hebben uitgesproken, voltrekken en de door de paus vervloekten opsluiten in het onuitblusbare vuur van de hel.

7. Het r.-k. stelsel heeft de openbaring van de Bijbel over God totaal vertekend en in het tegendeel veranderd.

Ze hebben "kunstig verdichte fabels" uitgedacht; ze hebben van de heilige, soevereine, levende God van de Bijbel een god gemaakt, die als een machine genaden produceert, mits die machine maar door de juiste personen (de r.-k. bisschoppen en priesters) op de juiste manier wordt bediend.

Het heeft de christelijke godsdienst verlaagd tot een magie. Wanneer de sacramenten niet volgens de door de pausen vastgestelde ceremonies worden bediend, zijn ze ongeldig. Voorbeelden:

a. Volgens Rome heeft God het doorgeven van de genaden afhankelijk gesteld van een keten van handopleggingen. Wanneer die keten onderbroken of wanneer niet de juiste formule wordt gebruikt, stopt automatisch de toevoer van de genaden. Dan zijn al de daarop volgende wijdingen van een ongeldig gewijde bisschop door de eeuwen heen ook ongeldig. Dan zouden miljoenen rooms-katholieken die bij ongeldig gewijde priesters hun zonden hebben gebiecht, toch nog door God naar de hel verwezen worden, enkel vanwege het feit dat de keten van handopleggingen werd onderbroken omdat niet de juiste formule werd gebruikt.

Maar Christus zegt niet dat de ononderbroken handoplegging van mannen, maar het Woord Gods het zaad is, waardoor het Koninkrijk der hemelen zich door de eeuwen heen voortzet tot aan Zijn wederkomst (Lukas 8:11).

b. Volgens Rome is het voor de geldigheid van de Doop nodig dat het water dat op het hoold van de dopeling wordt uitgegoten, vloeit. Volgens deze leer staat de levende God, wanneer een kind wordt gedoopt, vanuit de hemel toe te kijken of het water echt vloeit, ja of nee. Wanneer de druppeltjes water onbeweeglijk op het hoofd van het kind blijven zitten, zegt Hij: "Nee, dat kind mag niet bij mij in de hemel komen".

Een god die het eeuwige heil laat afhangen van handopleggingen van mannen en van druppeltjes water die al of niet bewegen, is de magische god van de heidenen, maar niet de levende God van de Bijbel, de God van Abraham, I/aak en Jakob, de God van het genadeverbond in Christus.

8. Christus heeft de Schriftgeleerden en Farizeeën aldus aangeklaagd: "Wee u, wetgeleerden! Gij hebt de sleutel van de kennis weggenomen. Zelf zijt gij niet binnengegaan, en hun die het wilden, hebt ge het belet" (Lukas I 1:52 RKV).

Dat 'Wee u!'geldt ook de leiders van het r.-k. stelsel. De sleutel van de kennis, hoe je het Koninkrijk Gods moet binnengaan, is het Evangelie. Daarin wordt ons gezegd dat we enkel door geloof behouden worden (Habakuk 2:4). Maar de Farizeeën hadden deze Blijde Boodschap die reeds duidelijk in het Oude Testament was verkondigd, veranderd in het tegendeel, namelijk dat de mens behouden moet worden door het stipte onderhouden van de geboden.

Ook het r.-k. stelsel heeft aan de mensen deze valse sleutel in handen gegeven, doordat het heeft uitgesproken: wie ontkent dat men het eeuwige leven kan en moet verdienen door zijn goede werken, maar integendeel belijdt dat de mens de vergeving der zonden en het eeuwige leven slechts ontvangt door het geloofsvertrouwen in Jezus Christus, die zij vervloekt (Trente, zesde zitting, canon 3).

9. De pausen eisen voor zichzelf de benaming "Heilige Vader" op. Die benaming komt slechts eenmaal in de Bijbel voor, nl. in Joh. 17:11, waar Christus Zijn Vader aldus in het gebed aanspreekt.

Terwijl ze God voorstellen als een gruwelijke, onrechtvaardige Rechter, die de zonde twee keer straft en in volstrekte willekeur mensen voor lange of korte tijd laat branden in het vagevuur, willen ze zichzelf, net als alle dictators, het image geven van een liefdevol, zorgzaam vadertje aan wie je je kinderlijk mag en moet toevertrouwen. Van de andere kant vervloeken ze hen die zich in eenvoudig geloof toevertrouwen aan de hemelse Vader, wetend dat Hij op grond van de verdiensten van Zijn Zoon de zondaars genadig als Zijn kinderen wil aannemen.

Volgens Rome hebben en hadden alle pausen recht op die aanspraak "Heilige Vader", ook zij die (ook volgens de r.-k. geschiedschrijvers) een volkomen misdadig leven hebben geleid en zich voortdurend schuldig maakten aan (sluip)moorden, verkrachting, incest, woordbreuk, verkoop van de heiligste dingen. Ook Benedictus XII (1334-1342) - om slechts één voorbeeld te geven - die op elfjarige leeftijd tot paus werd gekozen en met zijn veertiende al de meest weerzinwekkende, zedeloze deugnieterij had uitgehaald, moest desondanks aangesproken worden met "Heilige Vader".

Deze ambtspretentie is zonder meer een ontluistering van God, de Heilige Vader van Jezus Christus.

10. De ruiter op het witte paard - ook de pausen gaan gekleed in het wit, de bijbelse kleur van de overwinning - houdt een zegetocht over de wereld (Openb. 6:2). Aan hem en aan de andere drie paarden "werd macht gegeven om te doden" (vers 8). Zo hebben de pausen, die zichzelf de overwinning van Christus toeschrijven, in hun vaandel slechts 'victorie'geschreven. Ze willen niets weten over het in nederigheid dragen van het kruis achter Christus aan; tenzij tijdens de jaarlijkse vertoning op Witte Donderdag, wanneer de paus van enkelen de voeten wast en zo voor zichzelf de roem opeist dat hij even nederig is als Christus.

In Openb. 17:4 lezen we: "En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en kostbaar gesteente en paarlen".

Is het toeval dat de leiders van de R.-K. Kerk zich tooien in het wit (de paus), het scharlakenrood (de kardinalen) en het purper (de bisschoppen) en dat ze aan hun vinger een gouden ring met een kostbaar gesteente dragen, die ze, terwijl ze de mensen voor zich laten neerknielen, aanbieden om gekust te worden?

Daarom: "Wacht u voor de Schriftgeleerden, die graag in lange gewaden rondlopen, er van houden zich op de markt te laten groeten en belust zijn op de voornaamste zetels in de synagogen en op de ereplaatsen bij de maaltijden"(Lukas 20:46 RKV). Waarom willen de r.-k. prelaten opvallen door hun excentrieke jurken en hun bizarre hoofddeksels? Waarom doen ze niet gewoon? Geldt voor hen dan niet de vermaning van Christus: "Leert van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart" (Mat. 1:29)?

En toch heeft God alles in handen, ook de r.-k. kerkleiders. Zij zijn aan de christenen die niet genoeg hadden aan het eenvoudige geloof in Christus als hun Koning, gegeven als een bestraffing, evenals de koningen aan Israël als een bestraffing zijn gegeven, omdat de Joden God als hun enige Koning hadden verworpen; zie I Sam. 8.

SAMENVATTING: het r.-k. stelsel is een majesteitsschennis van God Zelf. Het schrijft God de Vader toe dat Hij met willekeur en onrecht te werk gaat en dat Hij ons zou hebben overgeleverd aan het machtsmisbruik van de pausen, die Gods kinderen willen gebruiken om geld, macht en eer naar zich toe te schrapen.

Maar de Heere zegt tot elke gelovige: "Mensenkind, profeteer tegen de herders van Israël: Wee de herders van Israël die zichzelf weiden! Gij eet het vette en bekleedt u met de wol, gij slacht het gemeste, maar de schapen weidt gij niet "(Ez. 34:2,3).

II BEROVING VAN GOD DE ZOON

1. Christus is een volkomen Zaligmaker. Hij heeft aan het kruis gezegd: "Het is volbracht". Zijn werk van de verlossing is af. Er hoeft van de kant van de mensen niets meer aan te worden toegevoegd. Dat is Zijn roem.

Maar het r.-k. stelsel berooft Christus van die eer. Ze zeggen dat Hij maar half werk heeft gedaan. Wij moeten wat aan Zijn verlossingswerk ontbreekt, nog aanvullen door onze goede werken en onze boetedoeningen. Maar wij kunnen slechts de verdrukkingen van Christus aanvullen ten behoeve van "Zijn lichaam, hetwelk is de gemeente" in zoverre Christus voortlijdt in de Zijnen: "Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij?" (Hand. 9:4).

2. Petrus belijdt: "Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden. Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen" (I Petr. 3:18). En Paulus: "Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven; wetende dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem" (Rom. 6:8,9).

Maar het r.-k. stelsel beweert dat de priesters wèl over Christus heersen en dat zij Hem nog iedere keer kruisigen (zij het op onbloedige wijze) en Hem echt kunnen laten sterven. Trente leert: "De mis is een echt en waar offer".

Daarom gaat van het r.-k. stelsel, letterlijk op wat de brief aan de Hebreeën zegt over de afvalligen, die niet meer opnieuw tot bekering kunnen komen, "daar /.ij voor zichzelf de Zoon van God weer kruisigen en openlijk te schande maken" (6:6).

3. Ze herhalen wat de heidense Romeinen, op instigatie van de toenmalige leiders van Israël, Christus hebben aangedaan.

a. Ze hebben Christus gevangen genomen. Zo beweert het r.-k. stelsel dat hun priesters Christus kunnen opsluiten in de gedaanten van brood en wijn. Daarom wordt (werd) er in allerlei gebedenboeken aangespoord Christus, "de gevangene van het tabernakel", in de r.-k. kerkgebouwen een bezoekje te brengen.

b. Ze hebben Christus naar de hemel verbannen. Hier op aarde heeft Hij volgens hen alle macht gelegd in de handen van de pausen, de bisschoppen en de priesters. De toegang tot Christus wordt alleen maar ontsloten door hun sacramenten.

c. De mis wordt het sacramentum sacramentorum genoemd, dat wil zeggen: De mis is de bron, waaruit de andere sacramenten - volgens Rome zijn er zeven sacramenten - hun kracht en het leven ontvangen. Want de mis is de onbloedige vernieuwing, en in die zin een herhaling, van het kruisoffer. Het is volgens hen vanwege de mis die de r.-k. priesters telkens weer opdragen, dat de genaden over de wereld uitstromen. Die genaden ontvangt de mens dus niet rechtstreeks door het geloof in Christus alleen, maar steeds in afhankelijkheid van de r.-k. sacramenten.

Jezus heeft tegen Zijn discipelen gezegd dat ze de kinderen niet moeten beletten rechtstreeks tot Hem te komen (Mat. 19:14). Maar het r.-k. stelsel leert dat de eenvoudigen slechts via de sacramenten van de priesters tot Hem mogen naderen.

4. Christus heeft Zijn goddelijke luister afgelegd. Hij heeft toegelaten dat Hij door de Romeinse soldaten ontkleed werd. En dat alles onderging Hij vrijwillig, opdat Hij ons, zondige mensen, zou kunnen bekleden met Zijn blinkende gerechtigheid.

God heeft Hem echter "uitermate verhoogd, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn".

Maar de paus, de bisschoppen en de priesters willen dat de mensen voor hen neerknielen. Ze beweren wel dat men in hen Christus moet eren, maar in feite ontstelen ze daardoor aan Christus de eer, die Hem alleen toekomt.

5. Paulus getuigt: "Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden"(1 Kor. 15:20). En van Stephanus staat geschreven: "Hij zag de heerlijkheid Gods en Jezus, staande ter rechterhand Gods" (Hand. 7:55).

Maar het r.-k. stelsel stelt Christus voortdurend voor als een baby, liggend in de armen van Zijn moeder. Zo brengen zij Hem telkens weer terug in de staat van de vernedering, die Hij eens vrijwillig op Zich nam om ons te redden, maar die nu voor altijd voorbij is: "Hem Die op de troon zit en het Lam zij de dankzegging en de eer en de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid" (Openb. 5:13).

6. De paus beweert dat hij de plaatsbekleder van Christus op aarde is. Maar nergens in de Bijbel staat dat Christus Zijn plaats op aarde aan een mens zou hebben afgestaan. Daarmee verdringen ze Christus van de Hem toekomende plaats op de aarde.

7. In het Oude Testament wordt de beeldenverering veroordeeld met straffen tot in "het derde en vierde geslacht" (Ex. 20:5). De beeldenvereerders worden er haters van God genoemd.

Maar het r.-k. stelsel heeft die beeldenverering weer ingevoerd. Trente heeft uitgesproken dat wij "door het kussen van en het buigen voor de beelden Christus moeten aanbidden en de heiligen moeten vereren" (25ste zitting) en heeft zelfs de vervloeking uitgesproken over degenen die op grond van de Schrift zeggen dat de beeldenverering zonde is.

Daardoor heeft de R.-K. Kerk de vervloeking uitgesproken over God Zelf, Die het verbod van de beeldenverering heeft uitgevaardigd.

In wezen is de beeldenverering een heersen over Christus en zo een heersen over God Zelf. Men kan met een beeld doen wat men zelf wil. Men kan het in triomf ronddragen tot een betoon van de glorie van de R.-K. Kerk, die zich de macht toeschrijft Gods wet te kunnen veranderen. Men kan het beeld van Christus ook in een hoek laten staan in afwachting tot een kosteres het een keer al of niet afstoft.

8. Het Griekse woord 'anti' betekent allereerst 'in de plaats van' en vervolgens 'tegen', namelijk wanneer iemand daardoor wederrechtelijk van de hem toekomende plaats beroofd wordt.

Welnu, de pausen zeggen dat zij in de plaats van Christus op aarde zijn, maar omdat Christus Zijn plaats op aarde nooit heeft ingeruimd voor een ander, stellen de pausen zich in feite, ondanks allerlei vrome woorden waarmee ze deze roof proberen goed te praten, tegenover Christus op en zijn dus in de meest letterlijke zin de antichrist.

9. Het r.-k. stelsel beweert dat wij niet tot Christus mogen naderen tenzij door Maria, die de middelares van alle genaden wordt genoemd. Ook daardoor verwerpt Rome Christus als de enige Middelaar en is dus een antichrist.

10. De R.-K. Kerk beweert dat zij de enige ware kerk van Christus is, omdat er bij haar eenheid is. Maar:

a. De r.-k. eenheid wordt alleen in stand gehouden door een dictatoriale kerkregering. Christus is echter de vrijheid en niet de slavernij van de kinderen Gods komen brengen.

In de Verklaring van Luzern hebben 6.000 Zwitserse, Duitse en Oostenrijkse priesters en kerkelijke medewerkers 'de autoritaire stijl en het groeiende centralisme" van de R.-K. Kerk gehekeld. Hun straf? De eeuwige dood in de hel, want zij bedreven de doodzonde van ongehoorzaamheid aan de paus, dus aan Christus Zelf. Zo leert Rome.

Door massale protesten zijn de dictaturen in de Oostbloklanden ten val gebracht. Maar de ijzeren muur van Rome blijft ongeschokt bestaan, want daar heeft de duivel te veel belang bij.

Terecht heeft de Braziliaanse priester Leonardo Boff tijdens zijn bezoek aan

Nederland in maart 1991 gezegd dat het Vatikaan er nog altijd Stalinistische methoden op nahoudt om theologen die enigszins anders denken, weer in het gareel te krijgen.

Mijn vraag is dan: hoe kun je nog langer lid blijven van een kerk, waarvan het hoofd, de paus, beweert dat hij de plaatsbekleder van Christus op aarde is, terwijl hij zich als een Stalin gedraagt? De wrede en meedogenloze Stalin en de zachtmoedige, Zichzelf offerende Christus zijn toch wel de uiterste tegenstellingen. Is het dan geen vreselijke belediging van Christus, wanneer men die man in Rome vereert als Zijn plaatsbekleder?

b. De soldaten onder het kruis wilden het onderkleed van Christus dat uit één naad geweven was, ook niet verscheuren, maar verdobbelden dat. Ze deden dat uit louter eigen belang, omdat een verscheurde onderkleding veel minder waarde had.

Zo gebruikt ook de R.-K. Kerk de uiterlijke eenheid die ze onder bedreiging van de eeuwige doodstraf aan de mensen oplegt, uitsluitend voor haar eigen belang, namelijk om vanwege het grote en strak georganiseerde aantal des te meer macht te kunnen uitoefenen in deze wereld.

c. Het r.-k. stelsel misleidt de mensen door het voor te stellen dat Christus in Joh. 17:21,22 zou hebben gebeden om een hechte, dictatoriaal geregeerde, uiterlijke eenheid. Maar Jezus bad: "opdat zij één zijn zoals Wij Eén zijn". Welnu de eenheid tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is niet een uiterlijke eenheid die door dwang is opgelegd, maar een innerlijke eenheid door eenheid van natuur en door liefde. De dwangeenheid van de R.-K. Kerk is daar een caricatuur van.

11. Macht maakt corrupt; absolute macht maakt absoluut corrupt. De geschiedenis van de pausen is er een bewijs van.

III LASTERING VAN DE HEILIGE GEEST

1. Het concilie van Trente heeft onder aanroeping van de Heilige Geest de vervloeking uitgesproken over hen, die belijden dat ze behouden worden enkel door de toerekening van de gerechtigheid van Christus langs de weg van het gelovig vertrouwen in Gods barmhartigheid, die Hij ons in Christus bewezen heeft (Trente, zesde zitting, canon 11 en 12). Ze hebben daarmee de vervloeking over het Evangelie uitgesproken en indirect over Christus als de enige en volkomen Zaligmaker en ze durfden godslasterlijk te beweren dat dit gebeurd is "Spiritu Santo suggerente = onder ingeving van de Heilige Geest".

2. Paus Leo X heeft in zijn bulle tegen Luther uitgesproken: "Het verbranden van ketters is niet tegen de wil van de Heilige Geest" (stelling 33). Daarmee wordt het voorgesteld alsof de Heilige Geest, althans stilzwijgend, instemt met de verbranding van hen die hun heil alleen van Christus verwachten.

Nooit heeft het r.-k. stelsel deze lastering van de Heilige Geest herroepen. Daarom moeten we het decreet over het oecumenisme van het tweede Vaticaanse concilie en het zoete gepraat van deze paus over de gewetensvrijheid zien als louter een diplomatieke aanpassing aan de geest van deze tijd. Zodra de tijden het toelaten, zullen ze weer terugvallen op de nooit herroepen stelling van Leo X.

3. I n 1870 heeft het eerste Vatikaanse concilie onder vervloeking uitgesproken dat de Heilige Geest met Zijn onfeilbare bijstand Zich heeft gesteld achter de officiële leer van de pausen Dat betekent dus dat de Heilige Geest Zijn goedkeuring zou hebben gehecht aan de vervloeking van het Evangelie en indirect van Christus Zelf zoals Trente dat heeft uitgesproken; zie boven III, 1.

4. Daarom is er voor het r.-k. stelsel geen vergeving meer mogelijk. Jezus heeft immers gezegd: "Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden; maar de lastering tegen de Geest zal de mensen niet vergeven worden. En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen de Heilige Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende" (Mat. 12:31,32).

Vandaar deze hartstochtelijke oproep tot alle rooms-katholieken: "Ga uit van haar. Mijn volk! opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt en opdat gij van haar plagen niet ontvangt" (Openb. 18:4).

5. Er zijn nog altijd protestantse christenen, die oecumene met Rome willen bedrijven, omdat ook Rome vasthoudt aan de leer van de Drieënige God. Maar uit het bovenstaande zal duidelijk zijn dat wat Rome over God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest beweert, heel iets anders is dan wat de Bijbel, en dus de Reformatie, leert.

IV VERVOLGING VAN GODS VOLK

Ik klaag het r.-k. stelsel aan,

A. Omdat het Israël altijd vervolgd heeft.

Wij weten uit het Oude Testament dat God "het volk van het noorden" heeft ingeschakeld om Israël te kastijden met de bedoeling dat het door het lijden van de ballingschap zich zou bekeren tot de God van het Verbond.

Maar nergens lezen we dat de Heere zo'n opdracht om Israël te verdrukken zou hebben gegeven aan de christenen uit de heidenen.

Integendeel, Israël wordt vertroost met de boodschap dat zijn lijdenstijd eindelijk voorbij is en dat zijn schuld meer dan dubbel is voldaan.

De Heere stelt dan juist dat 'volk van het noorden' in staat van beschuldiging, omdat het veel verder met de kastijding is gegaan dan de Heere bedoeld had.

Maar de pausen hebben steeds Israël gesmaad en in een hoek gedrukt. Het eerste wat de kruisvaarders deden, toen ze Jeruzalem hadden veroverd, was het verbranden van een grote synagoge met de Joden erin. Vandaar o.a. de uitdrukking: Liever Turks dan paaps; de Joden hebben het onder de heerschappij van de Islam meestal beter gehad dan onder de pausen.

Het vierde Concilie van Lateranen heeft bepaald dat de Joden in een ghetto moesten wonen en in het openbaar een gele hoed moesten dragen. Hitier heeft van de R.-K. Kerk overgenomen, dat de Joden uiterlijk herkenbaar moeten zijn.

De pausen hebben nog steeds de staat Israël niet officieel erkend. PausJohannes Paulus II heeft herhaaldelijk de Verenigde Naties veroordeeld, omdat die door geweld een einde hebben gemaakt aan de macht van de nieuwe Haman, Saddam Hoessein, die lukraak raketten afvuurde op de bevolking van Israël en Gods volk dreigde uit te roeien met chemische wapens.

B. Omdat het r.-k. stelsel steeds geprobeerd heeft de Schriftgetrouwe kerk, Gods volk uit de heidenen, te vernietigen.

In Hebr. 8 wordt van het volk van het Nieuwe Verbond gezegd dat het bestaat uit mensen die de Heere kennen in geloof en in liefde. En juist deze kinderen van God die ervan getuigden dat ze Christus hebben leren kennen als hun goede Herder, niet door middel van een automatische werking van de r.-k. sacramenten, maar door de persoonlijke geloofsovergave aan Hem in vertrouwen en liefde, zijn bij tienduizenden op last van de Inquisitie gefolterd en gedood.

TENSLOTTE

1. Uit het bovenstaande kunt u opmaken dat ik mij met grote bewogenheid richt tot de rooms-katholieken. Waarom?

a. Omdat ik hen beschouw als behorende tot het volk Gods uit de heidenen, dat deel heeft gekregen aan het eerste, door God uitverkoren volk, namelijk Israël. Daarom erkennen de meeste protestantse kerken dan ook de Doop van de R.-K.

Kerk als geldig en passen geen herdoop toe bij een rooms-katholiek. Dat zou niet mogelijk zijn, wanneer de rooms- katholieken gelijk zouden zijn aan de heidenen aan wie nooit het Evangelie is verkondigd.

Maar toen Israël zich in grote meerderheid afkeerde van de God van het Verbond, hebben de profeten de Joden hartstochtelijk opgeroepen tot de terugkeer naar God, Die Zich in zo'n grote liefde over hen had ontfermd.

Daarom worden alle oprechte gelovigen door God Zelf opgeroepen om de R.-K. Kerk (en elke afvallige protestantse kerk) aan te klagen zoals Hosea van God de opdracht kreeg om Israël, de kerk van het Oude Verbond, aan te klagen vanwege haar ontrouw: "Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is niet Mijn vrouw en Ik ben haar man niet" (Hosea 4:1 of 4 RKV).

b. Mede daardoor gun ik hen uit de grond van mijn hart diezelfde vrede, die ik in Christus heb gevonden; datzelfde uitrusten bij Hem, datje geborgen weten in Zijn onvergankelijke liefde en trouw, de vreugde van het onuitsprekelijke heil.

2. Wat ik in dit geschrift beweer, heb ik nauwelijks met citaten gestaafd, omdat het dan moeilijker leesbaar en nodeloos lang zou worden. Wie meer documentatie wil, leze mijn andere geschriften o.a. "Moeder, ik klaag u aan" (142 blz. ƒ 12,50) en "Rome en de Bijbel" (20 blz. ƒ 2,50), uitsluitend verkrijgbaar bij In de Rechte Straat, Parkstraat 52, 6881 JH Velp (Gld.), plus portokosten.

In "Moeder, ik klaag u aan" maak ik onderscheid tussen de r.-k. MENS, die we van harte liefhebben, de R.-K. KERK waarvoor we een bepaald respect hebben, omdat er nog de sporen van de Kerk van Christus in zichtbaar zijn, en het r.-k. STELSEL dat ik 'de meest geraffineerde uitvinding van de duivel' noem.

4. Ik weet dat er oprecht gelovige rooms-katholieken zijn, die met hun hart alleen op Christus vertrouwen en desondanks niet de noodzaak zien om hun kerk, de hoer van Babyion, te verlaten. Ik heb ook fijne, geestelijke contacten met hen. Ik voel me echter niet geroepen om tegen hen persoonlijk te zeggen dat ze hun kerk moeten verlaten. Want ik weet dat de Heere alles overziet. Misschien houdt Hij hun ogen gesloten voor die laatste en bittere consequentie. Misschien wil de Heere dat zij zodoende binnen het r.-k. stelsel nog de kans krijgen om, zij het met moeite, toch het ware Evangelie te verkondigen.

En ik mag in elk geval de Heilige Geest niet voor de voeten lopen. De Heilige Geest leidt iedereen heel persoonlijk. Ik moet daar afblijven.

Maar tot al de anderen herhaal ik: "Ga uit van haar, Mijn volk!" voordat het voor u voor eeuwig te laat is en de toorn van de beledigde Drieënige God zich ook over u ontlaadt.

En als er door het lezen van deze aanklacht verzet in u ontstaat, vraag u dan eens af of u niet in de situatie verkeert, waarover Paulus schrijft:

"Doch indien ook ons Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in hen die verloren gaan; in wie de god dezer eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus de Heere…

Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft om te geven verlichting der kennis van de heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus" (2 Kor. 4:3-6).

Ga dan op de knieën en bid. dat de Heilige Geest u moge verlichten en omstralen met de glans van Christus, zoals gebeurd is met Paulus op de weg naar Damascus, zodat ook u zoals Paulus wordt geleid naar de Rechte Straat (Hand. 9:11) en vervuld wordt met de Heilige Geest en onuitsprekelijk zalig wordt.

5. En voordat ik eindig, mag ik het loflied aanheffen op het Evangelie, dat door het r.-k. stelsel is vervloekt, maar voor de uitverkorenen Gods de vaste en liefelijke grond van hun behoud is. Dit is het Evangelie:

Vanwege de zonde van onze stamouders Adam en Eva, de zonde die wij allen persoonlijk in ons leven herhalen, wachtte ons krachtens strikt recht alleen maar de eeuwige verwerping in de uiterste duisternis.

Maar vanuit het innerlijk van de Drieënige God die enkel liefde is, rees dit plan dat een samensmelting van recht en liefde was:

De Zoon verklaarde Zich bereid al de schuld van hen, die aan Hem door de Vader zouden worden gegeven, op Zich te nemen en uit te delgen door Zijn dood aan het kruis.

De Vader sprak daarom deze belofte uit, die Hij later zou laten bevestigen in de heilige tekenen van Doop en Avondmaal:

Ieder die met zijn hart geloof hecht aan deze barmhartige liefde van Ons en zich in vertrouwen overgeeft aan Mijn Zoon Jezus Christus, ontvangt de vergeving van al zijn zonden. Bovendien neem Ik hem dan aan als Mijn kind en als mede- erfgenaam met Christus. Hij krijgt nu reeds het eeuwige leven; Ik verander hem door Mijn Heilige Geest innerlijk zo radicaal, dat hij daardoor een nieuw mens wordt. Ik neem de macht van de zonde in hem nog niet helemaal weg, maar zijn diepste innerlijk is voortaan voor altijd op Mij gericht.

Ik geef aan u de blijde boodschap van Jezus door: "Bekeert u en gelooft het Evangelie" (Markus 1:15)

MACHTIGE CHRISTUSBEELDEN

"Er heerst een zekere schrik om zich direkt tot Christus te wenden en men geeft er de voorkeur aan Maria of een heilige als middelaars aan te roepen. Maar, wanneer allerlei heiligen doof blijken te zijn en niet kunnen of willen helpen, schakelt men over op Christus en probeert door een uitbundige verering van een van Zijn vele beelden Hem voor het eigen belang te winnen". Aldus El Pais. Dit in Spanje verschijnende dagblad noemt dan verschillende 'machtige' Christusbeelden op en vertelt de festiviteiten rondom die beelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1991

In de Rechte Straat | 40 Pagina's

GA UIT VAN HAAR, MIJN VOLK!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1991

In de Rechte Straat | 40 Pagina's