FELLE AANVAL OP HET PROTESTANTISME

"De Katholieke Stemmen" van nov. 1989 bevatte een buitengewoon felle aanval op het protestantisme van G.May, uit het Duits vertaald door dr. H.J. van Dijk O.R.C. We citeren:

"Het protestantisme is vanaf zijn stichting de vaandeldrager, waar het gaat om het afbreken en afschaffen van christelijke waarheden en waarden" (p. 601). "Het protestantisme is nu eenmaal het beginsel van de ontbinding" (602). "Om aan de Kerk schade toe te brengen was voor de vijanden van het oude geloof elk middel gerechtvaardigd"(602). "Vooral op het gebied van de sexuele zedelijkheid gevoelen niet weinig katholieken de sterkste behoefte nog iets in te halen, als zij kijken naar het protestantisme" (605). "Het protestantisme heeft altijd de kunst verstaan zijn ideeën over zedelijkheid aan te passen aan de behoeften en wensen van de tijdgenoten, vooral van de machtigen. Door zijn voortdurende toegeeflijkheid ten overstaan van de begeerten van de mensen en van de verleidende tijdgeeest, is het de hoofdverantwoordelijke voor het verval van de zedelijkheid en de religiositeit" (605).

Deze vertekening is erg jammer. In dit beeld dat hier van ons wordt geschetst, zal geen enkele gelovige protestant zich herkennen.

Jaren geleden schreef ik eens in IRS een artikeltje: "Katholieken, gesel ons". Daarin schreef ik dat het heilzaam zou zijn, wanneer rooms-katholieken een getuigend gesprek zouden voeren met ons en vanuit de Bijbel onze buiten- en soms zelfs onbijbelse tradities zouden aanwijzen en hekelen.

Wanneer wijzelf dergelijke menselijke tradities in het protestantisme zouden aanwijzen, lopen wij gevaar van opzeggingen van abonnement.

Bovendien zou dat minder indruk maken, want het spreekwoord zegt: "Vreemde ogen dwingen".

May schrijft wel enkele waarheden die wij ons kunnen aantrekken zoals: "Bij de protestanten bleven de theologische strijdpunten niet beperkt tot de collegezalen; zij werden op de preekstoel voorgedragen en de toehoorders werden tegen de tegenstanders opgezet" (602).

Maar zulk een berisping zou meer uitwerken, wanneer je wat meer de liefde eruit zou proeven en wanneer ze wat konkreter zou worden gemaakt.

May is, wanneer hij geen onwaarheden vertelt, soms ook zeer ongenuanceerd. Zo schrijft hij: "Het protestantse Sola- Scriptura-principe is de heerschappij van de exegeten over de Heilige Schrift en het geloof'.

Helaas is dat wel soms de praktijk en het is goed, wanneer rooms-katholieken ons daarop wijzen. Maar het is niet de leer van het protestantisme.

De Reformatie heeft altijd geleerd dat de Schrift boven alles staat, boven de tradities, boven het gezag van kerkelijke gezagsdragers, theologen, synodes of concilies (Ned. Geloofsbelijdenis, art. 7).

Typerend is ook wat May over de Schrift zegt: "De eerste bron van het geloof is voor de katholiek niet een boek, maar het levende leergezag van de Kerk" (603). Ik denk dat er weinig rooms-katholieken in onze dagen zijn, die zo geringschattend over de Bijbel spreken als over een boek dat, in tegenstelling tot het leergezag van de kerk, niet levend zou zijn. Immers, de Bijbel zegt van zichzelf: "Want het Woord Gods is levend en krachtig" (Hebr. 4:12).

Nergens lezen we in de Schrift dat het geloof en het eeuwige leven ontspringt aan het leergezag van de kerk. Dat leven komt enkel tot ons vanuit het Woord Gods door de werking van de Heilige Geest.

Wij zonden dit artikel naar Kath. Stemmen met de uitnodiging om in ons blad kommentaar te leveren. We kregen geen antwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen