IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

VLIEGEND… IN JEZUS' ARMEN!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VLIEGEND… IN JEZUS' ARMEN!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Al spoedig verloor de auto hoogte, richtte zijn kop naar beneden, mikkend op een muur die je niet eerder zag, die met een krankzinnige snelheid tegen je aanviel, ophield een muur te zijn om een uitbarsting te worden, de klap van een bom die explodeert, het einde".

"Halverwege bewoog je voor een laatste maal je lippen en deed duidelijk verstaanbaar de uitroep: 'O Theös! Theös mou! Oh God! Mijn God!'. Toen slaakte je een lange, diepe zucht, en je hart brak" (Vit 'De man' van Oriana Fallaci, p. 511 en 513).

We reden naar een vergadering in Maassluis. Het was tegen de avond. De zon stond laag aan de horizon. De bestuurder was lang en had er geen last van, maar ik moest recht in die vuurbal kijken of de ogen sluiten. Dat laatste deed ik dan maar.

Maar als je zelf ook auto rijdt, krijg je dan het idee alsof je met de ogen dicht chauffeert en dus ieder moment je te pletter kunt rijden.

Lichte angsten kwamen naar boven en ik moest telkens toch nog even mijn ogen openen.

Ik vond dat echter onjuist; zie Hebr. 2:14-15. Ik probeerde me in te denken dat ik inderdaad zo maar de dood zou invliegen.

Waarom daartegen opzien? Dan zou ik immers rechtstreeks in de armen van Jezus vliegen. Is er iets heerlijkers denkbaar?:

Eindelijk bij Hem te zijn, die ik sinds mijn bekering zo intens lief heb gekregen, Hem in wie ik rust. die de ademhaling van mijn hart is; Christus, mijn Borgen Zalig

naker, mijn gerechtigheid en mijn vreugde.

Telkens deed ik dan ook weer mijn ogen dicht. Maar ondanks het vooruitzicht van de :euwige eenwording met Christus kwam toch de afkeer tegen de dood in mij naar oven.

Die klap, dat geweld, dat uiteenspatten van heel je lichamelijke bestaan waaraan je ziel gebonden is. De dood heeft altijd iets van een woesteling, die je zo maar bruut leerslaat, tegen wie je op geen enkele wijze opgewassen bent. Ook al glijdt iemand weg n de eeuwigheid, doordat zijn energie is opgeraakt door het slijtageproces van de )uderdom, de dood is en blijft een radikale ontluistering van de mens.

En ik dacht: hoe vreselijk moet de zonde dan niet zijn, "want de bezoldiging der zonde s de dood" (Rom. 6:23)! Toen de mens (in Adam en Eva) in dienst trad van de zonde, treeg hij als salaris de dood. Daarmee betaalt de zonde hen die zich aan haar verkopen. Een prachtige (!) ouderdomsverzekering: "Want ten dage als gij daarvan ;et, zult gij de dood sterven" (Gen. 2:17).

Tegenwoordig probeert men de dood als een natuurlijk proces voor te stellen. Het sterven hoort bij het leven.

Maar geen mens kan dat met zijn hart aanvaarden. Heel ons wezen verzet zich tegen de dood, ondanks alle mogelijke fraaie redeneringen die het verstand kan verzinnen. En de Bijbel zegt het nadrukkelijk: "De laatste vijand die te niet wordt gedaan, is de dood" (1 Kor. 15:26). De dood is voor ons niet een natuurproces, maar een straf van God. Onze natuur kan zich nooit met de dood verzoenen. De dood blijft onze vijand.

Wat moet dat voor Christus zijn geweest om onze sterfelijke natuur aan te nemen! Hij, de zuivere Zoon van God, Leven uit Gods Leven! Hij die de afstraling is van Gods heerlijkheid, de weerglans van de gloed van de Vader (Hebr. 1:3), kwam onder de schaduw van de dood te liggen.

Nader, almaar nader, kwam het kruis op Hem af. En toen op die vooravond, in de hof van Gethsémané, "begon Hij droevig en zeer beangst te worden. Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot de dood toe" (Mt. 26:37-38).

"Maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere" (Rom. 6:23b). "En wanneer dit sterfelijke onsterfelijkheid zal hebben aangedaan, alsdan zal het woord geschieden dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning" (1 Kor. 15:24).

Vanuit de zekerheid van de overwinning van Christus over de dood kunnen wij dan met Paulus zuchten naar de woonstede Gods, "aangezien wij… overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven verslonden worde" (2 Kor. 5:4). Dan kunnen we met Johannes smeken: "Ja, kom. Heere Jezus!". Dan weten we dat ónze dood ons in de armen van Jezus werpt: "Veilig in Jezus' armen!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

VLIEGEND… IN JEZUS' ARMEN!

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's